'Dat bepaal ik'
Tjerk of Rikdat bepaal ik', zong Cornel is
Pons op de Vlaardingse Salon waar
Liesbeth van der Kruijt en Dick van der Lugt
in februari 2002 de beide kandidaten voor
het Vlaardings burgemeesterschap, Tjerk
Bruinsma en Rik Buddenberg aan de tand
voelden. Pons had het echter in het geheel
niet voor het zeggen. Wat de geschiedenis
zou ingaan als de 'burgemeestersverkiezing
van Vlaardingen', was in werkelijkheid een
'raadgevend referendum'. De Vlaardingers
mochten (als eersten in Nederland, dat wel)
hun voorkeur uitspreken. Chroniqueur
Frans Assenberg heeft alle gebeurtenissen
en uitspraken minutieus opgetekend.
Een samenvatting om even in herinnering
te roepen hoe Bruinsma Vlaardings eerste
burger werd.
Frans W. Assenberg
Musis 370
Het is donderdag 5 juli 2001. Een kleine optocht schrijdt de
gemeenteraadszaal van Vlaardingen binnen. Voorop loopt, met
een burgemeestersketting om, wethouder Henk Roijers.
Erachter volgt met een ambtenaar in zijn kielzog, de
commissaris van de koningin van Zuid-Holland de heer Jan
Franssen. Het is warm in de zaal, sommige raadsleden zitten in
hemdsmouwen. Franssen is naar Vlaardingen gekomen om te
praten over de profielschets van de nieuwe burgemeester.
Er dient een vertrouwelijke procedure te worden gestart.
Tijdens de bijeenkomst merkt Franssen op dat hij de voorkeur
van de vertrouwenscommissie, bestaande uit alle fractie
voorzitters, over sollicitanten zou respecteren, zolang deze
unaniem is en er geen informatie naar buiten lekt: 'Als er
wordt gelekt, dan is het over en uit.', aldus de gezant van de
koningin. Er is dan plotseling beroering in de raadsvergade
ring. Ben van der Velde van Groenlinks geeft hierover zijn
mening: 'Ik ervaar het als chantage dat, als wij niet lekken, en
er op een andere manier informatie openbaar wordt gemaakt,
u toch geen rekening meer houdt met onze voorkeur'.
Franssen is pissig over deze opmerking van de progressieve
fractieleider: 'Als u denkt dat ik u chanteer en verdeeldheid
zoek binnen de vertrouwenscommissie, dan ben ik zeer
beledigd', zo laat hij weten. Meteen is de gemoedelijkheid
verdwenen. 'Ik bekleed een ambt, en daar passen zulke
woorden niet bij' zegt Franssen. De overige fracties vinden dat
Van der Velde zijn woorden moet terugnemen, maar die denkt
daar niet aan.
De bijeenkomst van 5 juli 2001 zou de opmaat zijn naar de
gunst van de bevolking van Buddenberg en Bruinsma, die
eerst vriendelijk en collegiaal verliep, maar op den duur toch
scherpe kantjes zou vertonen tussen de CDA- en PVDA-
kandidaat.
Volgens het wetsontwerp dient de vertrouwenscommissie
volgens een nieuw wetsontwerp in principe twee kandidaten
ter benoeming voor te stellen. Desgewenst kan de gemeente
raad de mening van de bevolking peilen in een zogenaamd
'raadplegend referendum', zeg maar een volkse burgemeesters-
verkiezing met twee opgelegde kandidaten. Van echt kiezen is
formeel geen sprake. Desgewenst kan de minister de
uitgesproken voorkeur naast zich neerleggen.
'Een hele stap voorwaarts', oordeelde D66.'Vlees noch vis',
was de mening van het CDA. De Vlaardingers hadden
overigens wel een idee hoe de nieuwe burgemeester er uit
moest zien. Hij moest een beetje lijken op Fred van Lier, of,
als het een vrouw zou worden, moest dat hun eigen Agnes van
Ardenne, de tegenwoordige minister van Ontwikkelings
samenwerking zijn.
De procedure die Vlaardingen aan een opvolger moest helpen
van de scheidende burgemeester Bert Stam was echter al in
gang gezet. Kiezen voor het raadgevend referendum zou de
hele zaak op z'n kop zetten. In de gemeenteraad stond ook
niet iedereen te springen van geestdrift inzake de volksraad
pleging. Met een krappe meerderheid, 18 stemmen voor en
16 tegen, ging de raad op woensdag 19 september 2001
akkoord met het organiseren van een raadplegend referendum.
De lokale WD vond het opzij schuiven van de al lopende
procedure onjuist. Ook de fractie van het CDA was tegen net
als de SGP/Christen Unie, de AOV en de lokale
W2000/Leefbaar Vlaardingen. Volgens Cor de Jonge
(SGP/Christen Unie) was er sprake van een zwalkend beleid
nu Vlaardingen voor het referendum opteerde. Anny Attema
vatte de standpunten van de voorstanders (PvdA, D66,
GroenLinks, SP en Stadsbelangen Vlaardingen) kernachtig
samen: 'Wie zijn wij om Vlaardingers het recht op een
referendum te onthouden?' Cees Oosterom (CDA) vond het
referendum 'een paarse worsteling!'
In het provinciehuis en het ministerie van binnenlandse zaken
toonde men zich verbaasd over dit onverwachte besluit.
Het gaf geen pas om de spelregels tijdens de wedstrijd te
veranderen, aldus het ministerie. Vlaardingen reageert hierop
met de mededeling dat de rijksoverheid de regels wijzigde en
niet de Vlaardingse gemeenteraad. Het Tweede Kamerlid
Te Veldhuis (WD) stelde vragen aan minister de Vries over de
Vlaardingse plannen. Volgens hem was het niet correct dat er
nu een referendum zou worden gehouden aangezien
sollicitanten die zich reeds hadden aangemeld hiervan vooraf
niet op de hoogte waren. Ook Vlaardings wethouder van
financiën, Henk Roijers deed een gooi naar het burgemees
terschap. Tenminste als er geen jongere en betere kandidaten
zouden zijn dan hij. DeVries ging uiteindelijk toch akkoord