Soms moet je het verlies nemen.
'Het gaat er dan om dat de
culturele waarde zo groot is dat
het teveel geld mag kosten'.
383 Musis
vakkennis en dan ben je vanzelf afhankelijk van de mensen die
je om je heen hebt. In mijn geval zijn dat prima mensen op
wier oordeel ik zonder meer af durf te gaan. Maar het zijn
altijd tegengestelde belangen die je afweegt: geld versus
culturele waarde. In het bedrijfsleven kun je niets met zoiets
ongrijpbaars als een goed cultureel klimaat. Maar dat is hier
juist de winst waarnaar gestreefd wordt'. En dat is ook wat het
college kan eisen: de genrespreiding is de invloed die het
college dankzij de subsidie op het theater heeft.
Met het verminderen van de subsidie komt er voor Lissenburg
meer ruimte om te concluderen dat de voorstellen uit zijn
omgeving leuk zijn, maar dat er geen geld voor is. Einde
discussie. Lissenburg: 'Ja. Want dat is de rol die ik uiteindelijk
heb in dit theater: ik waak over de financiën. Maar we hebben
de afgelopen twee jaar in dit bedrijf van beperkte grootte een
systeem opgezet waarvan ik denk dat het een goede indicator
is voor de voorstellingen waar je geld aan verdient en die
voorstellingen, waar juist geld bij moet. En in het streven om
daarin een goede balans te vinden, zijn we volgens mij aan het
eind van die periode succesvol gebleken'.
Dat succes laat zich niet direct in klinkende munt vertalen.
Inmiddels is het aantal voorstellingen per seizoen grofweg
verdubbeld naar rond de honderdvijfenveertig. Ook de
bezoekersaantallen groeien. In absolute aantallen. Want relatief
daalt inmiddels het aantal bezoekers per voorstelling. Een
ontwikkeling waar 'beheerser' Lissenburg nog niet helemaal
grip op heeft. 'Misschien heeft het theater inderdaad een
verzadigingspunt bereikt. Maar ik denk eerder dat het gewoon
te maken heeft met de mindere economie', aldus Lissenburg.
'Zeker in dit seizoen is de rek er wel uit'. Naast beheersing
wordt dus ook rationalisering een factor in het theaterbedrijf.
Een voorbeeld daarvan is de theatervereniging ART
(Associatie Rijnmond Theaters), waarvan naast het Theater aan
de Schie ook de theaters in Vlaardingen, Capelle, Barendrecht
en Spijkenisse deel van uitmaken. De voordelen van
schaalvergroting laten zich makkelijk vertalen in financiën als
het gaat om een bundeling van marketing en programmering.
Ook verhoogde mediabelangstelling is bij zo'n regionale
aanpak gewaarborgd. Maar de keerzijde is een dreigende
eenzijdigheid in de programmering binnen diezelfde regio.
Deze ontwikkeling, gecombineerd met die van een geldkraan
die langzaam wordt dichtgedraaid en de dientengevolge
noodzakelijke keuze voor het meer op het 'grote publiek'
gerichte theateraanbod, kan er wel eens toe leiden dat de
bereidheid van de consument van cultuur om naar Schiedam
te reizen voor het avondje theater zal afnemen. Dat, terwijl nu
al 55% van het bezoekersaantal van het Theater aan de Schie
van buiten Schiedam komt. Zeker een argument waarvoor een
toch al onder financiële lasten gebukt gaand college zeker niet
ongevoelig zal zijn. Immers: de theaterbezoeker geeft
gemiddeld hetzelfde bedrag dat aan het entreekaartje werd
betaald, uit in de plaats van theaterbezoek. Aan een etentje
vooraf. Aan parkeergeld. Aan wat dan ook. Lissenburg: 'In ieder
geval was het scenario dat wij geschetst hebben toen we
geconfronteerd werden met deze bezuiniging, voor de
gemeente aanleiding om nog eens om tafel te gaan zitten en te
bezien of er geen andere mogelijkheden zijn. Ik hoop dat er
oplossingen komen - maar voorlopig is er alleen de dialoog. Ik
hoop dat de financiële offers op een wat langere termijn
gebracht kunnen worden, als het dan toch onontkoombaar is'.
Eén ding verliest Lissenburg niet uit het oog. De ambities die
het theater had en nog steeds heeft. Ten eerste strookt
verschraling van het aanbod niet met de ambities van het
theater. Een naam is makkelijker verkwanseld dan opnieuw
opgebouwd. Dus als het gebrek aan euro's het nu wint van de
cultuur, zou goedkoop wel eens duurkoop kunnen blijken.
'Vervolgens is er zeker de ambitie van het houden wat we
hebben, als het gaat om kosten-efiiciëntie. We zitten op dit
moment redelijk aan de bezettingsgraad. Maar we kunnen
proberen meer rendement uit commerciële verhuring te halen.
Dat zou dan ook de druk op een te eenzijdige programmering
wat wegnemen'. Lissenburgs grootste droom - voorlopig alleen
een droom - blijft een uitbreiding in de vorm van een kleine
zaal. 'Er is grote behoefte aan een kleine zaal. Daarmee komt
weer iets terug van de charme die De Teerstoof had.
Bovendien is dan de grote zaal permanent beschikbaar. Dat is
nu niet het geval. Ik zal moeten uitwisselen, want als ik de
grote zaal als kleine zaal gebruik dan kan ik er die avond
verder niets mee'. Ook ziet Lissenburg markt in een kleine
zaal. 'Ik denk dat we dan verder kunnen groeien. Je kunt meer
kleine voorstellingen programmeren en iedere artiest heeft de
zaal waar hij of zij het meest tot z'n recht komt. Maar ik denk
dat die wens nu verder weg is dan ooit. En we hebben ook
nog nooit concrete voorstellen richting gemeente gedaan wat
dat betreft - het is nog steeds geen gespreksonderwerp'.
Het lijkt er een beetje op, dat het huidige college de schouders
ophaalt en overgaat tot de orde van de dag. Het is nu eenmaal
niet anders: het geld is op. De hoop die wethouder-
schatkistbewaarder Ton de Swart had - het bijtrekken van de
economie binnen twee jaar - is ijdel gebleken. En de vraag
vanuit de raad, wie dan het hardst zou worden 'doorgepakt' is
inmiddels ook beantwoord. Het is duidelijk waar de klappen
gaan vallen. Er moet geschaafd. Maar uiteindelijk snijdt
Schiedam zich met al dat geschaaf alleen zelf in de vingers.
Want culturele armoede wreekt zich onherroepelijk. Zeker
wanneer het Theater aan de Schie - daartoe genoodzaakt als
gevolg van geldgebrek - zich niet kan onderscheiden van
andere theaters in de regio. Genrespreiding is dan nog slechts
een papieren doelstelling, die is verpletterd door de als gevolg
van steeds economischer programmeringseisen opgelegde
dwang tot gemakkelijk, goedkoop en vooral populair vermaak
in een beheersmatig-verantwoorde kwantiteit. Niet iets om
vrolijk van te worden. De plussen en minnen heffen elkaar nu
nog goed op in het Theater aan de Schie, waar The Reduced
Shakespeare Company kan bestaan naast - sterker nog: mede
dankzij - Bert Visser of Hans Teeuwen. Frank Lissenburg zal de
heldere keuzes die hij - gedwongen door gemeentelijke
bezuinigingen - moet maken ook niet uit de weg gaan: hij
kan ze eenvoudigweg niet omzeilen. Zijn
verantwoordelijkheid is immers het exploitabel houden van
het theater. Ook als hij daarvoor 80.000 euro minder te
besteden heeft. Bij hem geen echte angst voor de toekomst,
dus. De vraag is dan nog slechts, welke motivatie het college
heeft voor de weinig heldere keuzes die ze op dit moment
maakt. Je zou bijna wensen dat Schiedam ook weer mocht
kiezen.