of cultuurtempel
'Soms lig ik in de clinch met
mezelf. Is de voorstelling
hoewel artistiek verantwoord
ook bedrijfseconomisch
gezond
23 Musis
'Kunsten niet zonder publiek kunnen' en daarmee zakelijk
gemanaged moeten worden. Hij vertelt over theaterdirecteur
Gerard Schenk uit Winschoten ('God hebbe zijn ziel') die in
de jaren zeventig zo'n progressief, vormend toneelstuk in
Amsterdam bezocht waar amper honderd man op af kwam.
Hij boekte dezelfde voorstelling ook in Winschoten en kreeg
daarvoor tien man in de zaal. 'Toch mooi tien procent van het
aantal in onze culturele hoofdstad!', rechtvaardigde hij zijn
keuze.
Het Theater van Vlaardmgen - de naam Stadsgehoorzaal dekt
de lading niet meer, volgens hem - heeft géén
programmeringsbudget. Budgetneutraal opereren is de eis van
de gemeente Vlaardingen aan het theater. In de praktijk
betekent dit zelf de broek opgehouden. Natuurlijk
subsidieerde de overheid indirect de meeste
toneelvoorstellingen. Zo niet dan zou klassiek toneel of
muziek vele malen duurder zijn. 'Geen vetpot en elk dubbeltje
omdraaien' zo omschrijft hij de financiële kant. Wat soms tot
moeilijke keuzes kan leiden: 'Soms hg ik in de clinch met
mezelf. Is de voorstelling hoewel artistiek verantwoord ook
bedrijfseconomisch gezond?' Een en ander betekent dat het
geld dat wordt verdiend op een commerciële voorstelling als
cabaret en muziek vervolgens uitgegeven kan worden aan
meer kwetsbare voorstellingen als dans en toneel.
Het Vlaardings theatercomplex noemt Kuipers 'sfeervol en
intiem'. 'Een warme zaal met roodpluche stoelen. Een bonbon
met een vleugje nostalgie'. Opmerkelijk is dat het gebouw
stamt uit 1952:'Uit 1900 zou je toch ook geloven, niet?'
Markant en a-typisch voor deze (modernistische) tijd, zo luidt
het oordeel over architect Sybold van Ravesteijn. Zijn stijl is
hoogstpersoonlijk, op het controversiële af. Waar tijdgenoten
zich onderscheiden door constructivistische transparante
architectuur en doordacht gebruik van moderne bouw
materialen, leefde Van Ravesteijn zich uit in exuberante vormen
gelardeerd met krullen en ornamenten zoals deze ook te zien
zijn in ontwerpen als de dierentuin Blijdorp, het Centraal
Station in Rotterdam of in de recent gerestaureerde schouw
burg Kunstmin in Dordrecht. 'ZijnVlaardingse ontwerp is
minder overdadig, een beetje sober en misschien zelfs
calvinistisch gebouwd. De Stadsgehoorzaal is geen weelderige
cultuurtempel. Dat werd voor Vlaardingen ongepast geacht en
door een slimmigheidje, door aan de schouwburg de naam
Stadsgehoorzaal te geven werd het voor Vlaardingen een
muziektempel en geen 'wereldse' schouwburg.'
Nu was Van Ravesteijn wel een theatraal architect, maar geen
theaterbouwer. Met als gevolg dat de zaal werd uitgevoerd met
voor het toneel ongeschikte witte wanden en een beperkt
zicht op het speelvlak. Vandaar latere plannen om de zaal voor
publiek een aantal graden op te krikken waardoor het balkon
mee omhoog moet verhuizen. De latere verbouwingen met de
entree en foyer geven nu het rommelige idee van een
allegaartje aan stijlen, details en materialiseringen. Aan de
architect de opdracht deze stijlbreuken in een beperkte
verbouwing op te lossen.
Uitverkoren architect is Kees Spanjers uit Amsterdam.
Hij prikt dwars door de lelijkheid van vorige opknapbeurten
heen. Spanjers staat bekend als renovatie- en interieurarchitect
met gevoel voor historie en schoonheid. Zijn eerste opgave is
de asbest uit rookkanalen en zolder te verwijderen. Daarna
moeten bouwtechnische zaken worden aangepakt zoals de ex-
sociëteit De Harmonie die een beetje zweeft op de houten
palen en vervaarlijk schuin overhelt. De Harmonie moet een
volwaardige kleine zaal worden met 250 stoelen met behoud
van de 18e eeuwse neo-classicistische ornamenten. Ook het
derde pand dat bij het complex behoort, het voorhuis uit 1817
waar filmhuis Het Zeepaard zit, wordt verbouwd tot kantoor
en kleedkamers, terwijl in een laatste verbouwing de
'Roze Puist' die entree en foyer herbergt wordt aangepakt.
Deze toevoeging uit 1992 zal aan moeten sluiten bij het
totaalconcept van het theater. Een eervolle én moeilijke
opdracht die tussen de 6 en 10 miljoen euro gaat kosten.
De renovatie werd onvermijdelijk na 'Enschede en Volendam.'
De brandweer eiste maatregelen die verder gaan dan een
wacht bij de deur. 'Er bleef geen andere oplossing over dan
een rigoureuze verbouwing waarvoor de tent één jaar dicht
moet,' zegt Kuipers. Blijft over de vraag of zijn moeizaam
veroverd publiek na een jaar sluiting zal terugkeren? Mede
door de jaarlijkse groei in bezoekersaantallen heeft hij daar alle
vertrouwen in. 'We hebben een trouw pubhek. En we laten
onze klanten niet los. Wij gaan plannen maken voor dat
'theaterloze'jaar. Zoals bijvoorbeeld bussen en stoelen huren
in andere theaters. Zo gaan we met Vlaardingen op reis.'
Meer zorgen maakt hij zich over de markt en de toenemende
macht der producenten. Een voorstelling wordt nu al 'blind
verkocht.' Soms is een idee op de achterkant van een
sigarendoosje het enige dat de theaterdirecteur geboden wordt.
Theaters worden met het beloven van bekende sterren onder
druk gezet om deze op voorhand te contracteren. Met die
contracten gaat de producent geld ophalen bij de bank. Gevolg
minder kwaliteit en dure kaartjes. 'Ik ben er zeer bewust van
dat 'een avondje uit' met de familie toch al 'een 'godsvermogen'
kost. Daar moet dan wel kwaliteit tegenover staan.'
Slechts door samenwerking tussen de regiotheaters van
Barendrecht, Spijkenisse, Schiedam en Capelle a/d IJssel kan
gezamenlijk, via marketing en inkoop, een vuist worden
gemaakt.Voor éénheidsworst via deze samenwerking is
Kuipers minder benauwd.
Ik behoef niet, zoals die directeur van Winschoten, voorop te
lopen in vernieuwing. Mijn culturele taak is meer volgen wat
in theaterland gebeurt. Mijn eerste zorg is een
voorzieningenniveau voor Vlaardingen en achterland te
waarborgen. Daardoor programmeer ik marktconform
waardoor mijn potentiële bezoekers met op reis hoeven.'
Kuipers wijst op de marketingstrategie van de theaterpaus