Als het college |S
elkaar wil krijge
toeristische tovmm
nu eindelijk een
gevraagde koniÊË
voort gaat brenfM
dan moet het ulfl
investeren in e(?*\
cultuur geschikmm
infrastructuur ffl
Musis 6
gewerkt en daarvoor ben ik ook dankbaar. Omdat ik daardoor
in elke discipline de klepel zie hangen - ik weet waarover ik
praat, al is dat niet altijd in detail. Maar ik beschouw al die
ervaringen bij elkaar wel als mijn kapitaal'.
Het kapitaal van de gemeente Schiedam - het letterlijke dan -
steekt daar maar mager bij af.Willems is niet in een gespreid
bed beland. 'Tja, qua bezuinigingen zeker niet', zegt hij.
'Mijn start in Schiedam stond in het teken van slecht-
nieuwsgesprekken. Maar dat biedt ook het voordeel datje
'gedwongen' bent om je direct te verdiepen in een aantal zeer
specifieke onderwerpen. Bijvoorbeeld een begroting. Dus los
van het onderwerp - want het is een vervelend onderwerp - is
het goed geweest als verdieping in de dossiers'. De 'dossiers'
zijn dan alle zaken waar geld naar toe moet. Willems: 'Of meer
nog die zaken waarvan het college het voornemen heeft om
cultuur een bijdrage te laten leveren aan de bezuinigingen.
Dat kwam op het bord van de afdeling en dus op mijn bord
terecht'. Daarbij schoot Willems pas aan bij het hoofdgerecht,
nadat De Regt de amuses, entrée en soep al voorbij had zien
komen. In een aantal gevallen werd Willems dus
geconfronteerd met beslissingen die inmiddels gepasseerd
station waren. 'Ik was toen nog niet in beeld. Maar ik moet
wel de genomen beslissingen loyaal uitdragen'. Het klinkt als
een zure appel. Maar zo is het zeker niet bedoeld. Willems
doet zijn werk vanuit de grond van zijn hart, zo zegt hij zelf;
hij is niet iemand die klakkeloos het voorgeschreven beleid
uitvoert. Zeker niet gezien de kans op wisselende ambities bij
wisselende colleges. Voor Willems bieden die eerder kansen
dan bedreigingen. 'Dat vind ik ook de taak van de afdeling.
We moeten elk college met plannen bestoken die aansluiten
bij de prioriteiten die gesteld zijn. Dat betekent dus niet dat
we stil moeten zitten en alleen de kraan op het subsidiekanaal
moeten zijn. Het gaat wel degelijk om innoveren ten aanzien
van cultuurbeleid. Keuzes maken tussen wat we echt willen en
wat we minder belangrijk vinden. Daar zit altijd geld aan vast.
Maar ik sta op het standpunt dat als er geen plannen zijn, er
ook geen geld komt'. En dan hoeven die plannen niet eens
van enorme omvang te zijn, als ze maar duidelijk richting
geven aan beleid, zonder de al gestelde doelen teniet te doen.
Want dat is pas echt weggegooid geld, vindt Willems. 'Je hebt
jarenlang gemeenschapsgeld gebruikt om een cultuurbeleid te
ontwikkelen. Dan komt er een college dat zegt: nou, gooi dat
maar in één keer weg of breng andere accenten aan. Dat kan
en daarvoor moetje open staan, vind ik. Maar je moet ook
kijken naar watje hebt geïnvesteerd. En dat rendement van die
investering moetje afwachten. Beleid moet tot bloei kunnen
komen. Als je het nieuwe beleid daarop niet afstemt, als je
ontwikkelingen voortijdig afkapt, dan is dat kapitaalverlies.
We praten wel over geld dat de gemeenschap heeft opgehoest'.
Volgens Willems is er bij het huidige college duidelijk
aandacht voor cultuur. 'Dat is ook niet verwonderlijk in een
stad waar een schat aan cultuur is', stelt hij - al geeft hij toe
niet helemaal objectief te zijn. Maar bijzonder is het wel voor
Schiedam, dat dicht aanschurkt tegen 'grote' culturele
concurrent Rotterdam. De 'eigen' Schiedamse dynamiek op
terreinen als economie, geschiedenis en samenleving hebben
hun weerslag op Willems'beleidsterrein.'Al die dingen
boeien', stelt hij,'de stad heeft vrijwel alle ingrediënten die
deel uitmaken van het hele cultuurpalet: theater, musea,
cultureel erfgoed met binnenstad en de daarbij behorende
ambities, een kunstenklimaat maar ook een
kunstenaarsklimaat, ateliers, galeries. Voor een stad als deze is
dat rijkelijk veel, maar niet te veel. Dat is het mooie: je kunt
met Schiedam de boer op - om het maar eens populair uit te
drukken. De stad heeft absoluut wat te bieden'. Daar moet
Schiedam dus mee aan de slag, volgens Willems. Daarin
schuilen ook de ambities van het college: herstel van de
binnenstad en versterking van de toeristische, culturele en
recreatieve ontwikkeling. Versterken van marketing en
promotie van het toeristisch product Schiedam. Integrale
aanpak door het bundelen van activiteiten. Het zijn mooie
woorden - en volgens Willems zeker geen holle frasen:
'Ik vind dat het college er daadwerkelijk werk van maakt.
Door bijvoorbeeld evenementen te ontzien in de
bezuinigingen. Dat vind ik een keuze waaraan je kunt zien dat
het collegewerkprogramma wordt uitgevoerd. En ik ben ook
meer een liefhebber van het maken van keuzes dan van het
alles klakkeloos in stand houden. Liever iets goed, krachtig, dan
iets wat er al jaren is en langzaam voortkabbelt. We moeten
keuzes maken in het cultuurbeleid - dat zie je overal
gebeuren'. Geen museum dus op elke beschikbare vierkante
meter, maar een cultureel spreidingsbeleid met een kwalitatief
hoogwaardig cultuuraanbod. Dat moet het doel zijn.
Dat is heel plat een kwestie van smaak, zegt Willems. 'Maar je
moet er als gemeente wel op letten dat er voor iedereen een
goed aanbod is. Bovendien moet het aanbod voor elke
Schiedammer zeggingskracht hebben. Dus moetje het aanbod
kritisch bekijken als het gaat om kwaliteit en presentatie.
En het moet liggen in de lijn waarlangs je de gestelde doelen
wil bereiken. Daar zie ik mede de taak van de afdeling cultuur.
Daarnaast zie ik de gemeente puur als partner; niet alleen als