103 Musis zowel voor die van Michel Snoep als voor die van Frans Lampe. Er is dus alle aanleiding om te kijken in hoeverre de wereld in de tentoonstelling een bron van avontuur is. In de schilderijen van Michel Snoep worden eenvoudige objecten geplaatst tegen een min of meer rustig golvende achtergrond van water. Zoals drie bomen precies op het punt staan waarin het stromende water overgaat in een waterval, of een vliegtuig dat op datzelfde punt in de waterval ligt en het onduidelijk is of het toestel wel of niet weg zal vliegen. In andere werken schildert Snoep, tegen de achtergrond van het stromende water, bruggen in een vorm van een cirkel of met een labyrint erop. Water, bomen, vliegtuigen bestaan in de werkelijke wereld. En ook de bruggen zouden, zelfs in de vreemde vormen van Snoep best kunnen hebben bestaan. Toch is het niet die wereld waar het hem om lijkt te gaan. Het is immers haast onmogelijk om de objecten in het werk van Snoep niet te zien als symbolen voor wezenlijke emoties van de volwassen mens.Van het al dan niet geworteld zijn (bomen), van de angst geen uitweg meer te hebben of toch een ontsnappingsmogelijkheid te zien. Het gaat hem om een wereld die bestaat in de hoofden van mensen. Deze kan de vorm hebben van een fantasie, een droom en misschien soms wel een nachtmerrie. En die wereld ziet hij als bron van avontuur. De werkelijke wereld gebruikt hij slechts om objecten te kiezen die zijn emoties symboliseren. Daardoor wordt het mogelijk gemaakt om een dialoog aan te gaan met de beschouwer. Op die manier zou je de werken zelf nog als bron van avontuur kunnen zien. Maar dat lijkt niet de bedoeling van de tentoonstellingmakers te zijn geweest. Hoe zit het dan met de wereld als bron van avontuur in het werk van Frans Lampe? Vliegtuigen, boeken over de luchtvaartgeschiedenis, boekenkasten en boekenplanken zijn terugkerende elementen in het werk dat van Lampe te zien is. Het gaat bij hem wel om de werkelijke, geografische, wereld die door de luchtvaartpioniers ontdekt moest worden. En die te ontdekken wereld was een bron van avontuur, dat eveneens tot de verbeelding sprak van het kind, dat immers zelf ook de wereld om hem heen aan het verkennen was. Frans Lampe was ongetwijfeld zo'n kind. Zijn herinnering aan het avontuur geeft hij op verschillende manieren vorm door het afbeelden van vliegtuigen, boeken over de luchtvaartgeschiedenis en de kasten waarin die opgeborgen zijn. Maar het is de vraag of die boekenkasten, bijvoorbeeld in de vorm van een vliegtuig, of de boeken op de plank die de letters vormen van helden uit de luchtvaartgeschiedenis Lindbergh of Earhart voor de beschouwer ook nog een avontuur zijn? Nee, eigenlijk niet. Misschien dat bij iemand die de fascinatie voor de luchtvaartpioniers deelt in de tentoonstelling een hele wereld opengaat, maar dat zouden de boeken zelf eveneens doen. Meer dan de afbeelding ervan. Lampes herinnering is vastgelegd, er valt niets op aan te merken en staat te prijken op de schoorsteenmantel, zoals een goed eerbetoon betaamt. Maar een bron van avontuur is het werk voor de beschouwer niet. Het is prachtig vormgegeven en het brengt de wereld in kaart van een jongen, die van vliegen, vliegtuigen en vliegtuighelden houdt. Maar daar houdt het ook bij op. Het werk roept geen vragen op en geen associaties en daarmee wordt de beschouwer eigenlijk buiten spel gezet. Samenvattend dekt de titel De wereld als bron van avontuur de lading niet. Het begrip (de feitelijke) wereld als bron van avontuur is immers eigenlijk alleen van toepassing op het werk van Frans Lampe. Als hoofdthema van de gematerialiseerde herinneringen van de kunstenaar aan de avonturen van de luchtvaartpioniers. Doordat het werk een afgerond geheel is, is het zelf niet een bron van avontuur voor de beschouwer. Bij Snoep is het eigenlijk andersom. Als onderwerp van zijn schilderijen is het begrip de wereld als bron van avontuur niet aan de orde. Maar omdat het werk een dialoog aangaat met de beschouwer is het werk zelf weer wel te zien als een bron van avontuur. De begrippen herinnering en fantasie komen allebei aan bod in het werk van de kunstenaars. Sterker nog, eigenlijk vormen herinnering en fantasie een bron van avontuur voor de getoonde kunstwerken. Maar dat is op zich niet zo bijzonder want dat ligt ten grondslag aan alle kunst en vormt door alle tijden en stromingen heen het gebied waarin kunstenaar en bezoeker elkaar treflen. De gekozen titel werkt niet en geeft geen kader waaruit het werk van beide kunstenaars te begrijpen valt. De beschouwer is door deze veel oproepende, maar uiteindelijk nietszeggende titel, eerder de weg kwijt geraakt dan op het goede pad gezet. En behalve te ambitieus vormt deze ook al geen bindende factor, wat de begeleidende teksten er ook over zeggen. De beschouwer mag zeker een kader gegeven worden, maar dan een kader dat uit het werk zelf naar voren komt. In dit geval hadden de samenstellers de tentoonstelling beter de titel mee kunnen geven 'Het werk van Frans Lampe en Michel Snoep, een bron van avontuur'. Het is jammer dat het museum het karakter van deze tentoon stelling niet kritischer heeft benaderd. Dan had het er misschien voor kunnen kiezen om het werk apart te tonen en in een meer bescheiden context. Dat had het werk meer recht gedaan. Of is het museum gewoon gezwicht voor de verleiding van een goed verkoopbare titel, waarin de woorden 'wereld' en 'avontuur', die het ook zo goed doen in het aanprijzen van pretparken en andere vermakelijkheden, de betalende consument het museum in hadden moeten lokken? De wereld als bron van avontuur, herinnering en fantasie in het werk van Frans Lampe en Michel Snoep Stedelijk Museum Schiedam, 31 januari-14 maart 2004. Lange Haven 145, 3111 CD Schiedam, 010-246 36 66 Dinsdag t/m zaterdag 11.00-17.00, zon- en feestdagen 12.30-17.00 (woensdaggratis toegang) Michel Snoep

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Musis | 2004 | | pagina 103