y Adverteert in dit Blad i „Tusscheri Tweewerelden" II V LAAR! 5ING! N Westhavenkade - Tel. 237 Van Vrijdag 25 t.e.m. Donderdag 31 Maart Aanvang 8 uur Steffi Duaa, Francis Dederer, Eii&sa Laodi ineen buitengewoon boetend Superwerk 2e Hoofdfilm t 35 De Blanke Jager" met Jutte Lang en Warner Baxter. - Een Avonturen- film. vól spanning J 2 Hoofdfilms van Klasse I SE Zoodag 3 uur ISdatinee - ,,DE BLANKE JAGER" ==a*S! 91 Musis altijd met dat blik spinazie, werden er gedraaid, ik kijk er nog steeds graag naar. Je mocht niet met klompen naar binnen dus in een voorportaal stonden al die klompen op een rij, net als op school. Die film van Lobo De Wolfshond was een stomme film. Eerst kwam er een raamwerk met tekst en dan de bewegende beelden. Later heb ik een geluidsfilm gezien die heette Rintintin, ook over een hond. Dat was me wat.' Als jongen van vijftien ging Pieter Borsboom regelmatig naar de film, ondanks de afkeuring van zijn ouders daarover. Met vijf broers was er altijd wel eentje die zin had om mee te gaan. De stomme film heeft dan inmiddels definitief plaatsgemaakt voor de geluidsfilm en Luxor had al een eerste uitbreiding ondergaan. Ook het belendende pakhuis was bij de bioscoop getrokken en het geheel was verfraaid met een echte foyer. 'Twee hoofdfilms had je op zo'n avond. Vlaardingen en Maassluis hadden hetzelfde programma. In de pauze reed de broer van de operateur op zijn fiets naar Maassluis met de ene film en haalde de andere film op om in Vlaardingen te kunnen draaien. Ja, met de fiets, want met de trein zou het veel langer duren. In Maassluis was het zeker een kwartier lopen van het station naar de bioscoop. Alleen als het hard stormde, ja dan duurde de pauze wel wat langer. Dan stonden ze buiten te kijken: komt-ie al?' In gebouw Triangel vertoonde de jeugdvereniging Liefde en Vrede regelmatig een ander soort films. 'Maarten Luther, die heb ik wel vier of vijf keer gezien in Triangel. Die werd gewoon na een jaar nog eens gedraaid. In Luxor was er iedere week een nieuwe film.' Met zichtbaar genoegen herinnert Borsboom zich die keer dat hij en zijn broers hun moeder konden overhalen om mee te gaan.'We hebben toen Titanic (waarschijnlijk Titanic, Disaster In The Atlantic uit 1929) gezien, met die mooie scène waarin het orkest speelde 'Nader tot U'. Ze vond het prachtig. Eigenlijk was ze meteen zo'n beetje bekeerd. Mijn vader wist van niks, die was op zee...' De operateur van Luxor in die tijd, Leen, kende Borsboom van het voetballen. Dat betekende een voordeeltje extra op de zondagochtend, wanneer Leen de films voor die week voordraaide. Z'n vrienden mochten daarbij zijn, zo'n zes jonge knullen op de beste plaatsen tijdens een privévoorsteUing. Na de kerk natuurlijk, want die ging zondags voor. Ook tijdens de matinee op zondag werd terdege rekening gehouden met de dienst. Ruim voor vijven moest de film afgelopen zijn want om die tijd begon de tweede dienst. In Borsbooms herinnering was het ook zo dat de café's om vijf uur dicht moesten. In ieder geval duurde dat tot de Tweede Wereldoorlog en misschien nog even erna, tot Vlaardingen het allerstrengste keurslijf aflegde. In de oorlogsjaren bestond het filmaanbod in Luxor - uiteraard - uit Duitse films, speciaal ook voor de Duitse soldaten. 'We gingen wel, er was niets anders. Dan kreeg je van die beelden, hoe goed het ging met de oorlog in Rusland en dat bij de Duitsers alleen een schuur en een paar schapen waren geraakt. Ja ja, Keulen was wel een erg grote schuur.... Propaganda natuurlijk.' Van de hand van Henk Berg verscheen een aantal jaren geleden het boek 'Over Stalles en Parket', over de bioscopen van Rotterdam en Schiedam. Berg was jarenlang directeur van het Passage Theater in Schiedam en vooral goed bekend met de volksbioscopen, die onder de vlag van Tuschinki draaiden in het westen van Rotterdam en Rotterdam Zuid. Bioscopen die bedoeld waren om de arbeiders te vergasten op de 'nieuwe cultuur van het celluloid', maar in de loop der jaren allengs vervielen tot B-theaters, die het vooral van western, soms enig gewaagd bloot en vechtfilms moesten hebben.' Niet alleen voor Rotterdammers maar gedeeltelijk ook voorVlaardingers moet dit boek een feest van herkenning zijn, alleen al door de hoeveelheid fotomateriaal. De Poolse emigrant Tuschinski bleef op doorreis van Polen naar Amerika steken in Rotterdam en werd daar als kleermaker en hotelhouder de uitbater van een reeks befaamde theaters in de maasstad, Den Haag en Amsterdam. In 1934 opende hij in Schiedam zijn laatste vestiging; de Passage met de daarnaast gelegen luxe foyer Le Gaité. Het zakelijk succes heeft het leven van Tuschinski niet van het noodlot kunnen redden. Hijzelf is in de oorlog weggevoerd naar zijn geboorteland en daar vermoord. Zijn zwager Gerstanowitz overleefde de oorlog en zette in de jaren vijftig en zestig het familie-imperium voort tot ook de tijd hem inhaalde. De periode van de grote luxueuze theaters die eerder schouwburg dan filmzaal waren, was voorbij. En de a ~3fEi grote namen als Lumière, de Haagse Passage en Scala bestaan niet meer. Alleen het Amsterdamse Tuschinski wordt als nationaal relikwie van de vaderlandse filmwereld nog een gesubsidieerd bestaan gegund. Ook Borsboom wandelde op een zondagmiddag naar Schiedam om samen met een schoolvriend eens een kijkje te nemen in de Passage. Het kwartje dat ze bij zich hadden ging op aan het toegangskaartje en de doorweekte nieuwe jas, het

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Musis | 2004 | | pagina 91