John Cage
Het is zo'n dag
natuur aarzelt tui
en voofjaarrEr h
miezeren
waarop de
tussen winter
r hangt kou in
de lucht, het kan gaan
misschien breekt de
straks wel door. Het is nog
januari, maar op de
tennisbaan naast de oprit
wordt al gespeeld. Een bal
raakt in volle vaart de grond,
suist tegen een racket, wordt
teruggeslagen en ontmoet het
racket van de tegenstander.
Tok, een droge klap aan de
ene kant, tak, een harde mep
aan de andere kant. Het lijkt
op het tikken van een klok.
Andere geluiden zijn er niet.
Of het moet het razen van het
autoverkeer zijn, maar dat is
zo vertrouwd en zo
alomtegenwoordig, dat je het
net zo goed stilte kunt
noemen. Bestaat dat eigenlijk
wêfT stfjte? Je hoort altijd nog
het ruisen van je bloed, zei
m is het pas als
je dood bent.
Peter de Lange
Musis 94
Foto: Jan van der Ploeg