Over de grens van het groen
Wim Schelberg
Het grootste gevaar voor Midden-
Delfland schuilt in dat gebied zelf. In
de voortdurende dynamiek tussen
platteland en stad is al lang het punt
bereikt waarop juist de stad moet
ingrijpen om een stuk cultuurgebied
niet aan zichzelf kapot te laten gaan.
Een koe is meer dan alleen een
kostendrager die letterlijk uitgemolken
wordt om Midden-Delflands economie
aan de gang te houden. En het moet
zeker niet de enige zijn. De directeur-
generaal Milieubeheer bij het
ministerie voor Vervoer, Ruimtelijke
Ordening en Milieu Hans van der Vlist
is stellig: de stad moet zorgen voor
andere kostendragers in het landelijke
gebied. Doet ze dat niet dan verpietert
dat landelijke gebied op den duur.
Want de agrarische functie in een
gebied als Midden-Delfland is gewoon
te zwak.
113 Musis
Het spanningsveld tussen platteland
en stad is niet nieuw. Het bestaat al
sinds de opkomst van de steden en
is sindsdien dynamisch onderdeel
van de samenleving. Van der Vlist:
'Die relatie tussen stad en
ommeland vind ik heel belangrijk.
Wat me evengoed fascineert, is dat
er ondanks die relatie grote
verschillen bestaan datje een
grens over moet om van het ene in het andere gebied te
komen.' Sinds de grote opbloei van steden vanaf ongeveer de
twaalfde eeuw biedt de wisselwerking tussen stad en platteland
voortdurend andere inzichten en brengt daarmee ook nieuwe
uitdagingen. Het is alsof er op het platteland in verhouding tot
steden niet alleen een andere mentaliteit, maar ook een andere
tijd bestaat. Juist de steeds verdergaande greep van de stad op
het omringende platteland brengt ook verantwoordelijkheden
met zich. Want steden hebben de neiging op te rukken.
'Als je mets doet zie je dat automatisch gebeuren', aldus
Van der Vlist. 'Op het moment dat er behoefte is aan een
hoogwaardiger functie - waarbij hoogwaardigheid is afgeleid
van de grondprijs - in het landschap, dan verandert dat
landschap onherroepelijk. Je ziet dan een verschuiving van
akkerbouw naar tuinbouw, via veredelde tuinbouw ontstaan
kleine industriegebiedjes. Later komen de bedrijfsterreinen.
En die moeten op hun beurt toch ooit weer wijken voor
woningen of villa's. Kijk naar wat er in Amsterdam aan de
IJ-oevers gebeurt. Daar zie je dat werkwijken worden
opgerold ten gunste van de dure woningbouw'. De verschui
ving in functies is een automatisme in het landschap als gevolg
van de manier waarop de maatschappij tegen de haar
omringende ruimte aankijkt. En een gevolg van de ruimte die
er is. Van der Vlist:'Op het moment datje niet in dat proces
ingrijpt - het zomaar laat gebeuren - dan zie je dat het aantal
vierkante meters steen dat burgers voor zichzelf opeisen,
groeit. Niet alleen omdat de burger die kwaliteit eist, maar
ook omdat er nu eenmaal meer mensen in een gebied wonen.
De druk op de omringende gebieden neemt daarmee toe.
De ordeningsbehoefte neemt toe. Het is dus zaak dat je juist
vanuit de stad het landelijk gebeid beschermt, want de kwali
teit die dat gebied kan bieden is in het belang van de stad.
Als de automatische, door de economie gestuurde
transformatie van platteland naar stad een onontkoombaar
gegeven is, dan wordt de meest dwingende vraag of er in dat
proces moet worden ingegrepen of niet - en zo ja: op welk
moment. Maar op het moment dat wordt ingegrepen, moet
het platteland zich wel economisch staande kunnen houden.
Anders verliest het alsnog de race van de stad. Grenzen stellen
aan de steeds uitdijende verstedelijking is één ding. Daarnaast
gaat het om het creëren van nieuwe kostendragers op het
platteland, deels binnen de landbouwfunctie zelf. Van der Vlist.
'Denk dan bijvoorbeeld aan verbreding van het aantal functies
in die landbouw; het aanbieden van specialistische producten
of streekproducten. Ook kun je denken aan diensten die
agrarische bedrijven leveren aan de stad: waterberging,
recreatieve voorzieningen, natuur- en landschapsonderhoud.
Kortom: de zogenaamde groene en blauwe diensten. Je kunt
het vergelijken met de restauratie van het stadhuis m
Schiedam. Als je na een dergelijke restauratie de zaak moet
onderhouden, maar je hebt er geen bestemming voor, dan
wordt het alleen maar een grote kostenpost. Zo kun je ook
nadenken over het landelijke gebied - bijvoorbeeld Midden-
Delfland. Ik persoonlijk hecht daar veel waarde aan, want er
zijn niches voor. En dat gebeurt ook wel al, maar wat ik toch
mis is dat zo'n gebied zich daarmee afficheert. Er is nog te
weinig informatie naar buiten toe, dus loop je er vaak maar bij
toeval tegen aan. Het is jammer dat er weinig wordt gedaan
om dat soort plekken te promoten: de kaasboerderij, een
producent van biologische groenten. Je kunt bijvoorbeeld niet
even naar de VW om een kaartje te halen waarop al die
plekken in een routebeschrijving gevangen zijn.'Van der Vlist
ziet juist het inbrengen van nieuwe economische
mogelijkheden voor de oorspronkelijke kostendrager van