De rand van Midden Delfland
Foto's: Gerard van Soest
Musis 138
Midden Delfland was voor de kinderen uit het oosten van
Schiedam lange tijd ver weg. Dat spreekt tot op de dag van
vandaag uit de foto's van Gerard van Soest.Van Soest groeide
op aan de havens in het oosten van Schiedam en Rotterdam
west. Op een plek waar de natuur alle gelegenheid had om te
tonen waarop zij op de ruwe steengrond van een verwoeste
stad en het scherpe, onvruchtbare zand van de haventerreinen
in staat was. En dat was heel wat. Ook het gebombardeerde
St. Nicolaasklooster achter Kitje Kool, veranderde in vooijaar
en zomer in een prachtig kleurenveld. De natuur tussen
uitgerangeerde wagons en de hopen stenen en nog opstaande
resten van de door de Engelsen in 1944 per ongeluk
weggebombardeerde woonwijk tussen Mathenesserweg en
Schiedamseweg etaleerde zich met een veelheid van soorten.
Ze wilde zichzelf zo ruim mogelijke condities voor de
toekomst scheppen. En deed dat met: grassen, bossen van
berenklauw, zuring, zevenblad, veldkers, melganzevoet,
akkerdistel, kleefkruid, witte en paarse dovenetel, schijfkamille,
varkensgras, klein kruiskruid, nachtschade, paardebloemen,
brandnetel, kleefkruid en nog tientallen soorten meer.
Die flora huisvestte vogels, insecten en kleine dieren die
thuishoren in de biotoop van een steenlandschap.
De omwonenden hadden een naam voor al die pracht:
onkruid. Maar voor de kinderen uit oost was dit de natuur
zelve met nog een aantal aantrekkelijke derivaten en
cultuurproducten onder handbereik als de rozenbottels langs
de Rotterdamsedijk en verderop de te jatten sinaasappels,
de bergen halfrijpe bananen en schimmelend copra op de
kade en rotanstengels waarmee niets deugdelijks aan te
vangen viel.
Midden Delfland was een andere wereld. Ver achter de
spoorbomen en zelfs achter Kethel dat nog als een polderdorp
op kilometers afstand van Schiedam lag. Midden Delfland was
iets voor de zomerse zondagmiddagen aan de hand van ouders
die een middag in de vrije natuur als het summum van
genieten beschouwden, althans deden alsof. De tochtjes van
natuurzoekende Schiedammers gingen meestal langs de sloten
in de richting van Schipluiden. Ook Delft was een
veelbezochte bestemming.Volhouders kwamen zelfs tot
's Gravenzande, Monster en Loosduinen op hun tocht langs
oude boerderijen, hooischuren en koeien in het weiland.
Diep, heel diep moest de lucht van mest en in het gras
drogende slootbodems worden opgesnoven. Dit heette gezond
te zijn en sterkend voor de botten. Dit was nog eens andere
koek dan de stinkende modder van het moeraslandje op de
grens van Rotterdam en Schiedam en de lucht van afgewerkte
olie op het brakke water in de westelijke Rotterdamse havens.
Veel in de fotografie van Gerard van Soest is een ode aan die
vertrouwde stedelijke randen. Aan al dat fotografische schoons
dat, feitelijk opgebouwd uit louter lelijkheid, beschadiging en
achteloosheid voor wat de natuur betreft door scheepvaart en
industrie is achtergelaten.
Natuurlijk is Gerard van Soest niet werkelijk een liefhebber
van roest, van vervormd blik en in het algemeen van