Een bewonderenswaardige autodidact a Op 1 mei 2004 overleed MatthijsA. Struijs (1939), oud-medewerker van het Stadsarchief in Viaardingen. Het veelgebruikte 'na een welbesteed leven' is op hem wel heel letterlijk van toepassing. H.J. Luth Musis 196 Matthijs Adrianus wordt op 19 juli 1939 in de Koningstraat in Viaardingen als vijfde kind en nakomertje geboren in het gezin van schipper Matthijs Struijs (1896-1969) en Margaretha van Witsenburg (1897- 1990). In 1949 verhuist het gezin naar de Groeneweg 22, waar Thijs zijn hele leven met zijn zus Adrie (1922) is blijven wonen. Na de lagere school aan de Emmastraat, een jaar VGLO en een jaar Ambachtsschool aan de Oosterstraat, vindt hij in 1953 emplooi bij de N.V Drukkerij en Uitgeversmij.Viaardingen aan de Bleeks traat. Al vroeg heeft Thijs grote belangstelling voor een aantal zaken, waar jongelingen zich doorgaans niet vaak mee bezig zullen houden: Vlaardingse geschiedenis, familiegeschiedenis en kastelen. Zo wordt hij al op zijn 18de onder meer lid van de Nederlandse Kastelenstichting en dat dat niet zo gebruikelijk was in dit gezelschap van vaak wat oudere dames en heren, blijkt uit de reactie waarmee hij verwelkomd wordt op zijn eerste ledenvergadering: 'Zo jongen, je pa is zeker lid??' In het begin vooral voor zijn stamboom, is hij vanaf circa 1960 elke donderdagavond en elke vrije dag als bezoeker te vinden in het Stadsarchief. Dat zijn hart meer dan gewoon uitgaat naar archiefonderzoek blijkt uit het feit dat hij in 1967 een open sollicitatie richt aan gemeentesecretaris Kranenburg. Hij krijgt nul op het rekest, want wat moet een drukker, zonder historische opleiding en de benodigde archiefdiploma's nou op een Archief? Alleen papieren tellen en Thijs 'schikt zich in zijn lot'. Emd 1968 verlaat hij de drukkerij om te gaan werken bij de Centrale Cliëntenregistratie van Mees Hope in Alblasserdam (decennia later vertelt hij nog smeuïg over 'de meisjes bij Mees die het alfabet niet kenden'). Maar in zijn vrije tijd is hij als steeds op het Archief te vmden.Als hij in 1972 de archivaris aanbiedt thuis indiceringswerkzaamheden voor het Archief te verrichten, dan loopt hij aan tegen de Archiefwet, die uitlening van archiefbescheiden verbiedt en ook een tweede sollicitatiepoging bij het Archief, in 1973, loopt op niets uit. Maar de aanhouder wint! Wanneer op 1 juni 1978 archiefambtenaar mevrouw Van Klaarbergen bij het Archief vertrekt, draagt stadsarchivaris Theo Poelstra Matthijs onmiddellijk voor als haar opvolger. Hij heeft inmiddels met een prima artikel in het Historisch Jaarboek 1977, een tentoonstelling over de Grote Kerk en het excerperen en indiceren van archiefbronnen bewezen niet onder te doen voor een gediplomeerd archivaris. Doorslaggevend is daarbij zijn ongebreidelde kennis van de geschiedenis van de stad Foto: Gemeentearchief Viaardingen Viaardingen. En als hij eens iets niet weet dan gaat er een knoop in zijn zakdoek en krijgt hij in de middagpauze van zijn bejaarde moeder het antwoord. Per 1 augustus 1978 gaat zijn grote wens in vervulling en gaat hij aan de slag op het Archief. Hem wordt het beheer van de topografisch-historische atlas en de bibliotheek toevertrouwd, maar hij stelt ook vele tentoonstellingen samen en helpt bezoekers met al hun vragen. In een mum van tijd is hij de onmisbare duizendpoot die Jan en alleman, gevraagd of ongevraagd, van veel informatie voorziet. Dat levert regelmatig grappige situaties op wanneer hijde enige niet gediplomeerde archiefambtenaar, in de pers wordt aangeduid als historicus, archivaris of stadsarchivaris. Thijs lacht dan in zijn vuistje, maar is er de man niet naar om pedant te worden. Gaandeweg ontwikkelt hij zich van toegewijd waterdrager voor andermans onderzoeken en publicaties tot zelfstandig historisch publicist. Zijn bibliografie telt meer dan 250 artikelen en boeken over Viaardingen, de lezingen, radiopraatjes en diavertoningen niet meegerekend. Bedrijven, verenigingen en instellingen die een jubileum te vieren hebben, weten hem te vinden voor een gedenkboek en zoniet, dan zorgt Thijs op eigen initiatief voor de vastlegging van hun geschiedenis. Het werk op het Archief wordt zijn levenswerk, maar daarnaast vindt hij ook nog tijd en energie om zich belangeloos in te zetten voor de kerk en voor vele personen en instellingen in het historische veld. In 1993 ontvangt hij voor zijn belangrijke werk de Vlaardingse onderscheiding 'd'Akerboom'. Nadat hij op 22 juni 2000 tijdens een receptie in de Oude Hal (formeel) afscheid heeft genomen, gaat hij gewoon door met waar hij gebleven is en komt hij nog bijna evenveel op het Archief. Totdat hij begin 2003 ziek wordt, naar veel later blijkt ongeneeslijk. Al zijn plannen om nog velen te laten delen in zijn grote kennis en in zijn vermogen om de bronnen te laten spreken, gaan in rook op. De toekenning van het erelidmaatschap van de Historische Vereniging Holland dat voor 5 juni voorzien is, wordt naar voren gehaald en in de laatste week van april 2004 bereikt hem de oorkonde. Enkele dagen later sterft hij, tot groot verdriet van zijn zuster Adrie die hem zijn leven lang nabij is geweest, van zijn overige familie, van zijn collega's en van allen in Viaardingen en daarbuiten die het geluk hadden hem te kennen. Het belang van zijn werk voor de Vlaardingse geschiedschrijving is niet licht te overdrijven. Dat werk is zijn monument.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Musis | 2004 | | pagina 196