199 Musis afspelen in de Ampèrestraat. In Australië, op bezoek bij zijn zus, werd hem ooit een baan aangeboden. 'Maar als je ziet hoe gebrekkig ze daar schoenen maken... Net als hier in de hakkenbar, leeft de schoenmaker daar vooral van sleutels maken en batterijtjes in horloges stoppen. En hakken in mekaar rammen natuurlijk. Had ik die job moeten nemen? Als ik het hier nou goed heb... In Australië moetje zorgen datje op een bepaalde leeftijd gesetteld bent, op de staat hoefje niet te rekenen als je oud bent. Het is een heel harde samenleving. Op de boerderij waar ze knecht waren hebben mijn zus en zwager in het kippenhok gewoond. Ze hebben vijftien jaar gebivakkeerd op een afgelegen eiland vol tornado's, krokodillen en ongedierte. In de wijde omtrek geen uitgaansgelegenheid te bekennen. Ze konden nooit eens naar de film, nooit eens uit eten. Alleen maar buffelen. Voor een paar centen. Nu heeft ze eindelijk een eigen huisje, maar ze is wel versleten.' Henk is nog lang niet versleten. Maar gebuffeld heeft ook hijKinderen van zijn generatie hadden weinig te kiezen als ze afkomstig waren uit de werkende klasse. Zijn ouders hadden een schoenmakerij en het sprak vanzelf dat Henk na schooltijd hielp in de zaak als dat zo uitkwam. Hij moest schoenen poetsen, de gepoetste schoenen op de rekken zetten en zo af en toe wat lijmwerk doen. 'Als jongen word je geacht dat voor je ouders te doen. Ik had er geen hekel aan. Ik zag ook wel dat mijn ouders het heel druk hadden met die zaak. Alles moest met het handje, machines zoals ik heb hadden ze niet. Het was keihard blazen.' Zijn ouders wilden dat Henk het beter zou krijgen en lieten hem tot zijn 21e doorleren. Hij meende dat hij onderwijzer wilde worden. Een oude wens. Hij haalde ook daadwerkelijk een onderwijsakte. Maar de schoenmakerij won het van alle andere ambities. Hij volgde de vakschool in Den Haag, haalde het Rijksdiploma, leerde orthopedische schoenen maken, liep stage bij ervaren rotten in het ambacht. Nu is hij vijftig jaar verder en behoort hij zelf tot de - snel uitdunnende - top van het schoenmakersvak. 'Ik heb zoveel geleerd en zoveel praktijkkennis opgedaan dat het vak voor mij geen geheimen meer heeft. Als je mij een veter geeft, maak ik er een schoen aan.' Achteraf lijkt het volstrekt logisch dat zijn toekomst lag in de schoenenbranche. Een onderwijzer paste helemaal niet in de familietraditie. En de tradities zijn hecht in de familie Vol. Henks vader was, voordat hij zich in de Ampèrestraat vestigde, schoenmaker bij de Koninklijke Marine. Opa was ook een marineklant, dus waar Henk zijn dienstplicht vervulde is niet moeilijk te raden. Alleen, hoezeer hij ook met discipline was grootgebracht, tegen de moordende tucht in de zeekrijgsmacht kon hij toch niet op. Hij droogde een korporaal af en maakte een officier uit voor boerenlul. Omdat ze iets over een 'teringmoer' hadden gezegd tegen zijn slapie, wiens moeder zojuist was overleden. Na die knokpartij kon hij inpakken. Ze stuurden hem naar de commando's. Die zouden ze dat eigenwijze stuk stront uit Schiedam wel eens mores leren. Inderdaad, maar wel op andere manier dan de legerleiding voor ogen had gestaan. Want bij die van de morgen tot de avond vloekende en tierende ijzervreters had Henk het prima naar zijn zin. 'Ik was er echt op mijn plek. Ik wist precies waar ik aan toe was. Ik werd er snel zelfstandig - voor zover ik dat nog niet was. Ik heb van die opleiding nog steeds veel gemak.' Hij knippert vrolijk met zijn ogen.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Musis | 2004 | | pagina 199