205 Musis vervelende gevolg dat menig theaterbezoeker het zicht op het toneel wordt ontnomen, omdat hij tegen het hoofd zit te kijken van degene die voor hem zit. Er is vrijwel geen hoogteverschil in de zaalvloer en dat heeft gevolgen voor de beleving van het theater door de toeschouwers. Architect Spanjers heeft vele berekeningen uitgevoerd om de zaal te verbeteren. In het ontwerp wordt het balkon een verdieping (2,5 meter) omhoog getild. Daarvoor is ruimte genoeg. Zo ontstaat tegelijk de mogelijkheid om de zaalvloer te laten oplopen, waardoor een betere opstelling van de stoelen is te bereiken. Het resultaat moet zijn dat iedereen een vrijwel onbelemmerd uitzicht heeft op het toneel. Wanneer ook nog de zijkanten van de toneellijst worden weggeklapt, verbetert het zicht vanaf de uiterste stoelen in de zaal op het toneel aanzienlijk. In de zaal is in de nieuwe opzet zelfs plaats voor 32 extra stoelen. Het balkon krijgt er 22 stoelen bij. Daardoor neemt het aantal plaatsen in de zaal toe tot ongeveer 700. De kleine zaal, de vroegere Harmonie, krijgt ook een gedaanteverwisseling. Deze oude zaal, waar de versieringen nog aan de tijden van weleer herinneren, krijgt een uitschuifbare tribune. De bar, die hier nu nog aanwezig is, moet daarvoor verdwijnen. Ook de toegang tot de zaal verandert: is men nu nog gewend naast de bar naar binnen te lopen, in de nieuwe situatie zijn er ingangen aan de lange zijde van de zaal. Daar wordt een serre gemaakt, die op verschillende punten toegang geeft tot de kleine zaal. Ook het toneel verdwijnt. De kleine zaal wordt een vlakkevloerzaal, hetgeen de mogelijkheden voor het gebruik flink vergroot. De zaal heeft door het vlakke toneel en de verschuifbare tribune een multifunctioneel karakter. Ook kunnen hier films worden vertoond. De bedoeling is dat deze zaal die van de kleine bioscoopzaal in het complex zal overnemen. Met deze ingrepen moet Vlaardingen weer een theater krijgen dat zich kan meten met de andere theaters die er de afgelopen in de regio rondom Rotterdam bij zijn gekomen. In die geboortegolf van nieuwe theaters is het Theater van Vlaardingen enigszins in ontwikkeling achtergebleven en daar wil directeur Heiko Kuipers graag snel verandering in brengen. Als de gemeenteraad ermee instemt, hoeven de bouwwerkzaamheden volgens Kuipersi berekening niet langer dan ruim één theaterseizoen te duren. Wanneer de bouwvakkers in juni 2005 aan de slag gaan, kan het theater begin 2007 als herboren zijn duren weer openen, luidt de verwachting. De glazen foyer is zonder twijfel het meest opzichtige onderdeel van het nieuwe Theater van Vlaardingen. Dit springt straks het meest uit en geeft het nieuwe theater zijn identiteit. Na het gesloten, robuust bakstenen karakter, met hier en daar uitbundige versieringen dat Van Ravesteyn aan het theatercomplex gaf, en de verrommeling daarvan met de rampzalige renovatie in het begin van de jaren negentig, zal transparantie en doorzichtigheid hopelijk het nieuwe kenmerk worden van het Vlaardingse theater. Architect Kees Spanjers plaatst zich met zijn vondst om wat er nog over is van het oorspronkelijke gebouw van Van Ravesteyn achter glas te plaatsen in een traditie. Oudbouw achter glas: dat is al vaker gedaan, met wisselend succes. In de aanbouw van de Tweede Kamer in Den Haag zijn buitenwanden binnenwanden geworden. Het Amsterdamse Concertgebouw is voorzien van een gedeeltelijk glazen aanbouw, die niet misstaat bij het oorspronkelijke uiterlijk. Maar het kan ook hopeloos verkeerd uitpakken: het vroegere Polderhuis in de Rotterdamse deelgemeente Prins Alexander is in de jaren negentig opgenomen in de woonboulevard Alexandrium. Het staat nu als enigszins wereldvreemde attractie in een winkelpand, met een grote glazen wand ervoor. Wie het met in de gaten heeft, ziet er van buiten nauwelijks iets van, door de spiegelende glaswand. Het is te hopen dat de vroegere Stadsgehoorzaal een beter lot is beschoren. Vaak wijst de praktijk pas uit hoe het uiteindelijke effect zal zijn. Toch verdient het ontwerp van Kees Spanjers het voordeel van de twijfel. Dat hij in de foyer langs de oorspronkelijke gevelwand daglicht toelaat, waardoor de gevel direct wordt verlicht en achter het glas wel moet opvallen, geeft in elk geval de zorgvuldigheid weer waarmee hij over deze architectonische ingreep heeft nagedacht. Het werk van Van Ravesteyn, dat de laatste decennia toch al zo onder het geweld van slopershamers te hjden heeft, verdient die zorgvuldigheid.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Musis | 2004 | | pagina 205