Musis 302 bebouwd is en een grasveld met boombeplanting heeft, dat door voetpaden is ingedeeld." Een vroege, kraakheldere septemberochtend is het aangewezen tijdstip om naar Giudici's creatie op zoek te gaan. Terwijl Schiedam langzaam ontwaakt, de zon zich, bijna voor 't laatst deze zomer, scherp boven de stad verheft en het verkeer gestaag op gang komt, is de parkeerplaats voor het UTO- complex, ofwel distilleerderij Herman Jansen, nog zo goed als leeg. Directeur Dick Jansen, achter-achter kleinzoon van de eerste Herman Jansen, stapt af op de glazen deur in het nieuwste gedeelte van het fabriekscomplex en gaat voor naar het huis van Giudici. Het is een lange tocht, door gangen en over trappen, langs donkere kantoorkamers en ruime fabriekshallen. De zoetige lucht van de sterke drank die hier generaties lang is geproduceerd heeft alle tijd gehad om de vertrekken van het complex te doordesemen. Allerlei dranken werden hier bedacht en gestookt. Flessen werden afgevuld en gebotteld, wiebelend in eindeloze colonnes op lange productielijnen, waarvan inmiddels niet veel meer is terug te vinden, omdat het leeuwendeel van het proces inmiddels naar elders is verplaatst. Wat, naast de pregnante geur, dan ook het eerst opvalt zijn de rust en de stilte die over het complex lijken te zijn neergedaald. Maar het is nog vroeg. De tocht eindigt in een grote hal, waar gele lijnen over de gladde vloer zijn geschilderd om het verkeer van de razendsnelle vorkheftrucks, die nog niet eens zo heel erg lang geleden met vrachten drank rondscheurden, in goede banen te leiden. Het schrille ochtendlicht valt door vierkante vensters in het plafond naar binnen. En daar, als een wat vreemde eend in deze bijt, prijkt opeens de 'van donker-roode baksteen opgetrokken 11.80 m. breede voorgevel'. Het is een onverwachte confrontatie, want zoiets verwacht je helemaal niet op een plek als deze, een werkhal waar de meeste activiteiten dan misschien naar een ander fabriekspand zijn overgebracht, maar die nog steeds een sfeer van noeste bedrijvigheid ademt. En wat nog het vreemdste is: slechts de helft van die voorgevel is te zien. Het dak van de hal heeft de voorgevel in tweeën gedeeld, waardoor het herenhuis nu gedeeltelijk in het complex staat en er gedeeltelijk bovenuitsteekt. Het onderste deel heeft daardoor iets van een onverwacht museumstuk, een restant uit lang vervlogen tijden. Maar intussen is dit wel de oorspronkelijke kern van het bedrijf dat in de loop der tijd tot zulke grote proporties is uitgegroeid. De gladde vloer met de gele lijnen, dat is die vroegere binnenplaats, het grasveld waar ook de oprijlaan was, waar bomen stonden en de bewoners van het pand over het giet ijzeren hekwerk naar de vest keken. De tuin is weg. De binnenplaats is geheel en al overdekt, tot aan de Noordvest aan toe. Buiten is binnen geworden, de buitengevel gedeeltelijk binnengevel en van het gras, de bomen en de

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Musis | 2004 | | pagina 302