303 Musis
oprijlaan is geen spoor meer te bekennen.Vreemd.
Een houten trap leidt naar de ingang. Hout? Dat klopt niet
helemaal met de beschrijving en de afbeelding in het al ietwat
vergeelde boekwerkje vanVerheul Dzn: „Een hardsteenen
stoep met drie gebogen treden ligt voor den hoofdingang, die
aan weerszijden geflankeerd is door gecanneleerde houten
pilasters op hardsteenen basementen en bekroond met
Ionische kapiteelen, dragende een met modillons voorziene
kroonlijst."
De gecanneleerde houten pilasters met hun basementen en
bekroning sieren ook nu nog de ingang. Maar de hardstenen
trap is weg. Hij moest wel weg, legt Dick Jansen uit. Met de
londrazende vorkheftrucks was de ver uitstekende ronde trap
te gevaarlijk geworden. Wie ervan afdaalde was zijn leven niet
zeker en moest oppassen niet door een van de driftige
karretjes te worden gegrepen. Gekozen werd voor een
degelijke houten trap, die minder ruimte in beslag nam.
Dick Jansen bewaart veel herinneringen aan het pand, dat hij
altijd als kantoorpand heeft gekend. De familie Jansen kocht
het in 1828 van de erfgenamen van mevrouw Nolet-Van der
Blank. Bijna een eeuw lang is het huis als woning gebruikt, tot
in de jaren twintig van de vorige eeuw. Daarna werd het in
gebruik genomen als kantoor. Dick Jansens vader het het pand
verbouwen. Toen werd er een nieuwe vloer ingelegd, zware
marmeren stenen, die het interieur een zekere statigheid
verlenen. Hij het er ook gebrandschilderde ramen inzetten.
Wie vanuit de werkhal het huis betreedt, loopt onmiddellijk
tegen een loket aan, waarboven het eerste gebrandschilderde
raam zich bevindt. Daarop staat 'Anno 1777', hetgeen
natuurlijk geldt voor het gebouw, niet voor het raam zelf.
Eenmaal binnen bemerk je dat het pand niet eens zo erg diep
is. Het is verbonden met een achterhuis, dat zijn ingang heeft
aan de Zijlstraat. Tussen beide zit een flink niveauverschil, dat
in het interieur goed is terug te vinden en dat alleen maar met
trappen kon worden overbrugd. Daardoor zijn de lange
gangen telkens onderbroken door een treden en merkje ook
aan de plafondhoogte wanneer het van het voor- het
achterhuis binnenstapt. De talrijke verbouwingen en ingrepen
die in de loop der tijd zijn uitgevoerd hebben hun sporen
nagelaten.
„Inwendig zijn nog de rijk gestucadoorde plafonds en de
eikenhouten trap zeer bezienswaardig," meldt Verheul Dzn.
Die monumentale eikenhouten trap is er nog steeds en
inderdaad, hij mag er zijn. Hij slingert zich in een volledige
cirkel naar boven, naar de eerste verdieping en naar de zolder.
De trap bevindt zich nog in de oorspronkelijke staat, al zijn de
treden in de loop der tijd diep uitgesleten.
De Jansens hebben dat altijd zo gelaten. De slijtplekken zijn
opgevuld onder de dikke loper. De prachtige versieringen in
het eikenhout doen bijna vergeten dat de trap erg steil is en je
goed moet opletten waar je loopt. Zo zie je nauwelijks het