Montmartre aan de Sc hie Hans van der Sloot Slechts één element ontbreekt op de exposities van de foto's van Nederlandse fotografen in het Parijs van 1945-1965: de geur van een authentieke Gitane. Van een caporal vanzelfsprekendof van een Hongroise als sigaret voor degene die aan die tijd van zwarte coltruien, zachte ruiglederen schoenen en een dikke make up als oost-indische inkt nog een extra toets van exclusiviteit wilde verlenen. Parijs was niet alleen mieters. Parijs was het centrum van de avant-garde, van het existentialisme, van de nouvelle vague en bakermat van de enige auto waarvan de Nederlandse bohème wilde weten; de in 1948 gelanceerde deux chevaux, waarvoor Jan Blokker de reclametekst schreef: 'De eend die veert, die veert als een beest'. Maar dat gemis neemt niet weg dat Parijs was mieters' een zorgvuldig samengestelde en charmante expositie is van baanbrekende fotografie uit de jaren 1945 tot 1965. Een fotografie overigens die voor Schiedam van grotere betekenis is geweest dan alleen het vastgelegde beeld. Tussen de Rue Santeuil en de Pietersteeg bestaat een zeker verband. 315 Musis terugkeren van het thema seks in de gedachten van zijn personages dient men steeds te bedenken dat zijn plaats van handeling Keltisch was en zijn jaargetijde de lente'. De Nederlandse artistieke wereld laafde zich letterlijk aan de lichtstad. Op donkere studentenkamers, in rommelige ateliers werd uitgebreid gediscussieerd bij kaarsen, slechte wijn en vooral veel sigaretten. Sartre en Simone de Beauvoir waren de morele helden. Vuile handen of geen vuile handen, daar ging het veelal om. Het was een zoektocht naar nieuwe normen. En daarbij vloog het sartriaanse jargon om de oren. Keuze, conflict, verantwoordelijkheid, relevantie. En "kwade trouw" natuurlijk: Welke inhoud moest aan authenticiteit worden gegeven? En welke aan eerlijkheid en puurheid? Daar werden diepgaande discussies over gevoerd. Bonjour Tristesse van Francoise Sagan gold als leesbaar, maar tevens als modieus en oppervlakkig en de muziek achter Louis Malle's film l'Ascenseur pour l'echafaud met Miles Davis, John Coltrane en Charhe Parker in de Parijse studio, werd grijsgedraaid. Belangrijke stimuli waren de fotografie en de Franse cinema. De onlangs overleden Henri Carrier Bresson, was een fotograaf die wereldwijd navolgers had met in zijn schaduw Francois Kollar die de toon aangaf in de modefotografie en René Jacques met zijn serene en verlaten straten. Ook Willy Ronis maakte veel indruk in Nederland met zijn foto's die zijn sociale bewogenheid en compassie met de bewoners van de Parijse banlieu tot uitdrukking brengen. Aan Daniel Boudinet danken we tenslotte schitterende kleurenfoto's van het verstilde en geheimzinnige, nachtelijke Parijs. Enkele van hun tegenhangers in de cinema waren Louis Malle, Francois Truffaut, Jean Luc Godard en de hier minder bekende Jacques Demy, van wie eigenlijk alleen Les parapluies de Cherbourg (1964) het tot blijvende bekendheid heeft gebracht. Een merkwaardig fenomeen overigens want als er één rolprent in tegenspraak was met de sartriaanse somberheid dan was het wel deze fondanten romance met de nog naïeve, twintigjarige Catherine Deneuve in de hoofdrol, enige jaren voordat ze door Luis Bunuel in Belle de jour (1967) werd gemodelleerd tot de topactrice die ze tot op de dag van vandaag gebleven is. Veel navolging kreeg in Nederland de fotografie waarmee Paris Match zich internationaal op dezelfde hoogte stelde als het Amerikaanse Life. Dit magazine gold internationaal als maatstaf met fotografen als - onder vele anderen - Robert Capa (met Henri Carrier Bresson oprichter van het De invloed van Parijs op de Europese en Nederlandse cultuur was ongeëvenaard in de jaren 50. Kunstenaars uit de gehele wereld en uit disciplines vestigden zich, even voor en direct na de Tweede Wereldoorlog, in de lichtstad. Hoewel James Joyce zijn Ulysses, zoals hij de meeste van zijn werken in Dublin situeerde, schreef hij dit boek waaraan hij bijna twintig jaar werkte geheel en al in Parijs. Daar werd het boek in 1922 uitgegeven bij de aan de Seine gevestigde Engelstalige uitgeverij Shakespeare and Company. Pas twaalf jaar later zou de Ulysses in Amerika worden uitgegeven nadat rechter Woolseley over de vermeende obsceniteiten in het boek de volgende uitspraak deed: 'Met betrekking tot het telkens fotografen-collectief Magnum)Youssef Karsh, Andreas Feiniger, aan wie de KunstHal in Rotterdam een indrukwekkende tentoonstelling weidde, Elliot Erwitt, Bruce Davidson en Philip Jones Griffiths, hoewel de laatste een flinke deuk in het Franse imago sloeg met zijn schokkende foto's van de wreedheden die het Franse leger in de jaren vijftig in Algerije beging. Met name het magazine Twen richtte zich sterk op het Franse voorbeeld, al was het blad in opzet een kopie van het in Duitsland verschijnende Twen. De uitgever daarvan verphchtte de Nederlandse Twen al na het eerste nummer een andere naam te kiezen. De volgende uitgaven verschenen onder de

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Musis | 2004 | | pagina 315