Gallisch Arcadlë Peter de Lange Volgens schattingen bezitten 250.000 Nederlanders een vakantiehuis in Frankrijk. Een luxe bijverschijnsel van de welvaartOf heeft de economie met zijn eeuwige drang tot groei het eigen landschap zo verminkt dat alleen over de grens nog rust en ruimte zijn te vinden? Een vergelijking tussen Rijnmond en Allier. In de ene streek ruikt het naar orthocresol, in de andere naar gras. Maar soms ook naar heel onverkwikkelijke zaken. Musis 354 Op het eerste gezicht is er in het Franse dorpje dat wij zo goed kennen niets dat aanVlaardingen herinnert. Behalve de zuidwesten wind. Als die waait, en er zit vocht in de lucht, dan kan over de glooiende velden opeens een misselijkmakende stank komen aandrijven, een geur van doodgekookte kool en gesmoorde schapendarmen. Op zulke momenten zijn wij weer thuis en komt ons Rtjnmondse sang froid goed van pas. Kalm en geroutineerd sluiten wij ramen en deuren. De eerste keren dat zo'n stankgolf ons overviel in ons gallisch arcadië, schakelden we meteen de rampenzender Radio France Bleu in. Ongeduldig wachtten we op informatie welk bedrijf bezig was ons deze kool te stoven. Vergeefse moeite. De omroep deed of er niets aan de hand was en bleef vrolijk plaatjes draaien. De stank hield meerdere uren aan en toen hij verdween was dat niet door menselijk ingrijpen maar omdat de wind draaide. Nieuwsgierig informeerden wij links en rechts of iemand wist hoe de vork aan de steel stak. Vieze lucht? Had niemand iets van gemerkt. Het kost enige tijd voordatje begrijpt dat hier een vorm van verdringing in het spel is. Die stank is een oud en regelmatig terugkerend verschijnsel dat wordt veroorzaakt door de diergeneesmiddelenfabriek in

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Musis | 2004 | | pagina 354