Gallisch Arcadië Musis 356 Hij begrijpt de vergelijking en knikt. Maar hij twijfelt nog steeds. 'Jouw zwager is toch ook veeboer? Is er daar dan wel ruimte voor? Waar staat zijn boerderij?' Zo goed en zo kwaad als het gaat, schets ik de ligging van Midden-Delfland, de betekenis van dat groen voor de recreërende stedeling en de uitzonderlijke wettelijke status ervan, die het gebied tijdelijk beschermt tegen aanspraken van de eeuwig naar ruimte hongerende omliggende gemeenten. Maar hoe leg je de enerzijds-anderzijds principes van de ruimtelijke ordening in Nederland uit aan een buitenlander? Ik begrijp zelf nauwelijks iets van die mitsen en maren. Ik neem mijn toevlucht tot een versimpelde uitleg en vertel dat de boerderij van mijn zwager ligt in het laatste groene gebied tussen twee grote steden, die allebei bezig zijn uit hun voegen te barsten, Rotterdam en Den Haag. En dat meer dan de helft van dat gebied vol staat met kassen, waar groenten en bloemen voor de export worden gekweekt. 'Maar eigenlijk moeten die tuindersbedrijven weg omdat de grond nodig is voor woning- bouw. Vroeger was het een en al boerenland. Die bedrijfstak is bijna uitgestorven. Mijn zwager is een van de laatste boeren.' Deze gesprekken vinden plaats op ons gemeenschappelijke erf, een slordige lap grond begroeid met brandnetels en een enkele wilde orchidee. De door zon en regen gebeeldhouwde Jean- Claude draagt zijn blauwe boerenkiel, ik sta er in mijn stadse plunje bij als een bleek buitenaards wezen. Het decor bestaat uit een vervallen schuur van pakweg honderd jaar oud, waar overdag hagedissen huizen en 's nachts vleermuizen. Rondom ons liggen, zover het oog reikt, akkers en weilanden. Zwaluwen scheren langs ons heen en hoog boven onze hoofden cirkelt een rode wouw. De wind fluistert in de bomen. Het enige teken van menselijke beschaving is een auto die in de verte over de D68 raast. Hoe maak je een Franse boer duidelijk dat dergelijke landschappen in Nederland niet meer voorkomen? Dat in ons land generaties opgroeien die geen flauw benul hebben wat de woorden wijdsheid en stilte betekenen? Was mijn Frans maar goed genoeg voor een begrijpelijk vertalinkje van Bloem. 'En dan, wat is natuur nog in dit land? Een stukje bos ter grootte van een krant, een heuvel met wat villaatjes ertegen.' Voor Hollanders een afgezaagd citaat, voor deze Franse boer wellicht een eye opener (un ouvre l'oeil). Maar laten we de ogen niet sluiten voor de feiten en de Franse zijde van de medaille eens bekijken. Jean-Claude mag dan hoog opgeven over de schoonheid van zijn platteland, dat neemt niet weg dat de krachten die het Nederlandse landschap hebben verwoest, onvermoeibaar bezig zijn ook menig terroir in Frankrijk te verzieken. Geen landstreek in Europa die ontkomt aan de Eerste Wet van Brussel. Volgens die wet heeft het kleine geen bestaansrecht en kan het grote alleen bestaan als het bereid is nog groter te worden. Om die reden werd een paar jaar geleden het voor de Bourbonnais kenmerkende bocagelandschap op veel plaatsen volledig overhoop gehaald. De heggen die eeuwenlang als afscheiding dienden tussen de akkers werden gerooid en ver vangen door suffe paaltjes met prikkeldraad erlangs. Om plaats te maken voor die nieuwe afzetting, werd vlakbij ons huis een eik van een paar honderd jaar oud zonder pardon neergehaald en in stukken gezaagd. De resten lagen maandenlang in het weiland te rotten, als het karkas van een gestroopte olifant. Leve de ruilverkaveling, leve de schaalvergroting! Het cynische aan de zaak is dat het uitgerekend de boeren waren die erom smeekten dit agrarische erfgoed de nek om te draaien. Zij zagen gouden bergen in het verschiet. Want zo werden hun percelen gemakkehjker bereikbaar voor de moissonneuse-batteuse, die voortaan nog efficiënter het graan kan oogsten en dorsen. En zo konden ze in juli nog sneller het gras maaien, nog vlotter het hooi voor de koeien binnenhalen. Kostenbesparend en winstverhogend, jazeker, maar voor wie? Toch zeker vooral voor de bank, die de lening voor de nog krachtiger landbouwmachines al klaar heeft liggen. De boer zelf schiet er weinig mee op, die zal als vanouds hard moeten werken. De grote verliezer is - ook hier - de natuur. Wat denk je dat zo'n ouwe eik aan de wording van het landschap heeft bijgedragen? Wij kwamen naar Frankrijk om te genieten van de ongerepte natuur. De illusie dat zoiets mogelijk is in de 21e eeuw, zijn we na een paar jaartjes Frankrijk voorgoed kwijtgeraakt. Natuurgenot is een waandenkbeeld uit de Romantiek. Mens en natuur zijn nooit eikaars beste vrienden geweest. Ze zijn eikaars grootste vijand. In de Rijnmond hebben de deltabewoners na een moeizame overwinning op het opdringerige water, de natuur op de tekentafel herontworpen. Op het Franse platteland hebben de boeren hetzelfde gedaan. Nadat de mijnbouw en de industrie de geest hadden gegeven, werd de landbouw geïndustrialiseerd en het landschap aan de nieuwe productiewijze aangepast. Er moet harder worden gewerkt, meer geproduceerd, Europa moet de meest dynamische economie ter wereld worden, de concurrenten slapen niet, weetje dat de schoolkinderen in China en Korea de dag beginnen met het zingen van een hymne op de Arbeidslust? Hoogste tijd om die modderige landweggetjes in Midden-Frankrijk eindelijk eens te asfalteren! 'C'est le Progrès,' zegt Jean-Claude met volle overtuiging Zo zet Brussel de ontvolking van het Franse platteland in de hoogste versnelling. Levendige dorpen waar vroeger volop werkgelegenheid was voor landarbeiders, garagehouders en huisartsen, zijn uitgestorven, na de ambachtslieden zijn ook de middenstanders vertrokken, de winkels staan leeg, zelfs de kerkdeur zit op slot. Maar wat is dat? Een stofwolk in de verte? Een lange karavaan rolt naderbij, auto's met vreemde nummerborden, de inzittenden zijn opvallend blond, noorderlingen blakend van levenslust, ze laden betonmolens uit, workmates, reusachtige koffers vol gereedschap. Geestdriftig gaan ze aan de slag, in een mum van tijd veranderen ze een ruïne in een gezellig buitenverblijf, compleet met plastic tuinmeubilair en gordijnen voor de ramen. 'Wat zoeken ze hier toch?' vraagt Jean-Claude ongerust. Wat jammer dat hij geen Engels spreekt. Anders zou ik Neil Young voor hem draaien. Dan zou hij alles begrijpen. Thankful for my country home, gives me peace of mind, somewhere I can walk alone, and leave myself behind.'

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Musis | 2004 | | pagina 356