de tsaar was een veeleisende en wispelturige opdracht gever, die zijn plannen vaak en zo radicaal veranderde dat hij nieuwe gebouwen liet afbreken, omdat ze hem achteraf toch tegenvielen 365 Musis Weeshuis aan de Lange Achterweg ontworpen. In de voormalige armenschool is nu de Bewonersvereniging Centrum-West gevestigd, en in het Weeshuis zijn appartementen gemaakt. Rutger van Bol'es heeft in 1781 ook het ontwerp gemaakt voor de verbouwing van het stadhuis op de Grote Markt, die het stadhuis zijn huidige vorm heeft gegeven, en zijn laatste en grootste werk was de nieuwe Korenbeurs aan de Lange en op de kop van de Korte Haven, toen een van de belangrijkste gebouwen van de stad. Het moet voor hem een opdracht met een onaangename bijsmaak zijn geweest, omdat hij pas aan bod kwam, nadat de ontwerpen van Haagse architect Van Gunckel en diens Rotterdamse collega Giudici waren afgewezen, omdat ze te duur waren en teveel ruimte vergden. Rutger van Bol'es heeft hoogstwaarschijnlijk het plan van Giudici aangepast aan de ruimte en het beschikbare budget. De bouw duurde van 1786 tot 1790, het jaar waarin Rutger stierf. Hij heeft overigens ook een fraaie plattegrond van Schiedam getekend, die in 1770 in een oplage van 80 gedrukt is en waarvan het stadsbestuur twee exemplaren schonk aan stadhouder Willem V, die daarvoor zijn grote dank betuigde. Cornelis II van Bol'es woonde sinds 1760 in een huis aan de Noordmolenstraat dat hij van zijn schoonvader had gekregen. In Schiedam begon hij zijn loopbaan als timmerman en lantaarnopsteker. In 1772 werd hij beëdigd korenmeter, een bescheiden maar vaste baan in Schiedam waar veel molens voor de branderijen het graan maalden, waarvan de koren meters het gewicht moesten controleren. Cornelis is in 1781 in het huis aan de Noordmolenstraat gestorven. Hij had 8 kinderen, waarvan hij er een natuurlijk - Harmen noemde, naar zijn vader. Harmen werd makelaar in granen, in Schiedam een lucratief beroep dat hij uitoefende in de Korenbeurs die zijn achterneef Rutger van Bol'es had ontworpen. Hij ver diende niet alleen goed, hij verwierf ook aanzien en status. In 1787 was hij een van de actieve patriotten in Schiedam, in 1794 was hij de vice-consul van Pruisen in Schiedam, en na de komst van de Bataafse Republiek in 1795, werd hij regent van het Sint-Jacobsgasthuis en hoogheemraad van Schieland. Hij vervulde van 1811 tot 1829 bestuurlijke functies als schout en burgemeester in Kethel, waar hij grond en huizen bezat, waaronder de boerderij Landvreugd, en was van 1811 tot het vertrek van de Fransen in 1813 ook lid van de municipale of gemeenteraad van Schiedam, en van 1806 tot 1837 regent van het Weeshuis, dat zijn oudoom Ary van Bol'es had ontworpen. Zijn privé-leven was ongelukkig. Hij scheidde van zijn eerste vrouw en hertrouwde met een rijke weduwe, die eigenares was van de heerlijkheid Baarland in Zeeland, zodat hij zich voortaan Harmen van Bol'es heer van Baarland mocht noemen. Die vreugde heeft voor het geslacht Van Bol'es niet lang gestuurd, want in 1840 lieten Harmens zoon Cornelis Adrianus en zijn dochter Petronella Johanna het kasteel van Baarland afbreken, en in 1855 is de heerlijkheid verkocht aan de Rotterdamse reder Anthony van Hoboken. Harmen was de enige van de 8 kinderen van Cornelis II, die het zover heeft gebracht. Zijn zoon Cornelis Adrianus (naar een broer van Harmen die dominee was geworden) van Bol'es was de laatste achterkleinzoon van de Petersburgse Harman van Bolios in Schiedam. Hij was brander, trouwde twee keer, beide keren met rijke vrouwen. Hij was lid van de gemeenteraad van Schiedam, en van 1851 tot zijn dood in 1854 burgemeester. Zijn twee kinderen stierven jong, en daarmee stierf de mannelijke lijn van de Petersburgse tak van de familie Van Bol'es in Schiedam uit. Hetzelfde gebeurde ongeveer gelijktijdig met de Schiedamse tak. Rutger van Bol'es was de derde stadsarchitect van Schiedam uit hetzelfde geslacht, en na diens dood liet opnieuw een Van Bol'es het stadsbestuur weten dat hij stadsbouwmeester wilde worden, en weer heette die Cornelis. Hij werd inderdaad aangesteld en was stadsbouwmeester en, zoals alle leden van zijn geslacht, ook en vooral jeneverstoker en koopman. Hij was meer een voorloper van de latere directeur van Gemeentewerken dan architect, en heeft waarschijnlijk zelf geen enkel gebouw ontworpen. Zijn zoon Rutger Adriaan was de eerste Van Bol'es die brak met de familietraditie en zijn vader niet opvolgde als stadsarchitect. Hij behaalde wel een zilveren medaille aan de stadstekenschool, maar werd jeneverstoker en lid van de gemeenteraad. Hij stierf in 1863 zonder erfgenamen in Den Haag, en was de laatste mannelijke Van Bol'es uit de Schiedamse tak. Zo kwam er een einde aan een dynastie van stadsbouwmeesters. Harman van Bolios is in Sint-Petersburg vooral actief geweest als innoverende ingenieur en aannemer. Zijn nu nog - zichtbare architectonische werk lijkt beperkt te zijn gebleven tot de torenspitsen van de Admiraliteit, de Peter en Paul Kathedraal en de Kunstkammer van tsaar Peter de Grote, maar hij heeft zelf geen gebouwen ontworpen, dat blijkt althans nergens uit de archieven. Zijn Schiedamse familieleden daarentegen hebben wel een blijvend en zichtbaar stempel op hun stad gedrukt.Van de belangrijke monumentale gebouwen uit de 18de eeuw, die stad nog heeft, zijn de meeste ontworpen en gebouwd door architecten uit het geslacht Van Bol'es. Sterker nog, in de laatste 100 jaar zijn in Schiedam veel historische gebouwen gesloopt, maar het architectonische oeuvre van de familie Van Bol'es is vrijwel ongeschonden bewaard gebleven. Alleen de asschuur aan de Buitenhavenweg en het buitenhotje van Belois zijn gesloopt. Literatuur: G. van der Feijst, M.P. Kloosterman en G. van der Poel (red.), 400Jaar Stadstimmenverf. Van fabrieksmeester tot directeur gemeentewerken. Schiedam 1981. L. van der Hammen, Het Schiedamse geslacht van Bol'es, in: De Nederlandsche Leeuw. Jaargang 108 (1991), p. 121-148. Peter Hoffmann, Anfange vond Stadt und Hafen Sankt Petersburg, in: Hansische Geschichtsblatter 2002, p. 149-180. De Hollatidse Hervormde Kerk in Sint-Petersburg. Teksten uit Kerkenraadsprotocollen, brieven en andere documenten 1113-1921 bezorgd door P.N. Holtrop en Th.J.S. Van Staalduine. Deel I. Kampen 2003. Boris Makarow, Harman van Bolios de verpersoonlijking van een 'Nederlandse' droom, in: Noord- en Zuid-Nederlanders in Rusland: 1103-2003. Groningen 2004, p. 255-314

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Musis | 2004 | | pagina 365