375 Musis
1
Er zit, al met al, weinig lijn in het gebruik van de Hoogstraat.
Probleem is, dat alle panden in handen zijn van particulieren.
Dat maakt het voor de gemeente Vlaardingen niet eenvoudig
greep te krijgen op de situatie. 'Wij weten niet zo goed wat
wij er mee aan moeten,' zou wethouder Cees Bot hebben
geantwoord op een vraag van Hoogstraatmaker Wim
Nijenhuis naar de toekomstplannen voor de Hoogstraat.
Waarschijnlijk wisten vorige colleges van burgemeester en
wethouders dat ook al niet en blijft het daarom tobben met
de Hoogstraat. De straat is een echte breinbreker.
De héle Hoogstraat, want de misère openbaart zich zeker niet
alleen op het achterste gedeelte. Ook de gedeelten tussen de
Markt en het Liesveldviaduct en tussen het viaduct en de
Korte Hoogstraat hebben te lijden van de identiteitscrisis.
Bij de komst van het nieuwe Liesveld is de Hoogstraat ook
hier goeddeels leeggezogen.
Weg zijn bijvoorbeeld Hans Anders (nu Kuiperstraat), het
witgoedpaleis van Cor Vingerhoed, de juwelier op de hoek
van de Peperstraat, het modewinkeltje naast Black Widow en
het reisbureau naast museumwinkel Imago. Al deze panden
staan leeg. En het zijn lang niet de enige.
over de Hoogstraat moet bevorderen. Parallel hieraan zou
door de gemeente Vlaardingen een stedelijk vernieuwings
project worden gestart. Het leek de Delftenaar een leuke klus.
Maar van zijn aanvankelijke enthousiasme is weinig over.
Het begon er mee dat de provincie de functie-aanduiding
Hoogstraatfilosoof niet accepteerde. 'De provincie wilde een
ander woord. Dat werd Hoogstraatmaker. Ik vind die naam
verschrikkelijk fout. Ik was liever filosoof geweest, want
maker is een misleidende term. Ik maak niets, ik denk.'
Vervolgens bleek dat het stedelijke vernieuwingsproces
waarbij zijn activiteiten moesten aansluiten, niet van de grond
kwam. Met als gevolg dat de Hoogstraatmaker er alleen voor
kwam te staan en dat alle volkswoede zich op hem richtte.
Het lijkt erop dat alleen winkels met een bijzondere nering
en een trouwe klantenkring het nog volhouden.
Zoals stripwinkel Dozo, slagerij Van der Valk, tabak- en
theehuis De Zeeman, legerdump Wings, apotheek Backer,
Pluimgraaf Geluid, reformhuis Salvia, Het Waaigat
(Scandinavische meubelen), en Van Gent met zijn
hoortoestellen - al staat ook deze op het punt te verhuizen
naar de Korte Hoogstraat. Wat verder overblijft zijn
horecazaken, een coffeeshop, een paar kappers, een naai
atelier, een belwinkel, een paar zaakjes in snuisterijen, een
New Age winkeltje. Een allegaartje.
Een nieuwe trend lijkt gezet met de vestiging van een
advocaat-procureur, een financieel adviseur en een
verzekeringsadviseur. Hun panden zien er voor de slonzige
Hoogstraat ongewoon verzorgd uit. Hebben zij de eerste
steen gelegd voor de Hoogstraat als toekomstig hart van de
juridische en financiële dienstverlening in Vlaardingen?
Of wordt het uiteindelijk weer, zoals heel vroeger, een
woonstraat, met hier en daar een-winkeltje tussen de
woonhuizen? Ook die ontwikkeling lijkt voorzichtig in gang
te komen. Een tweetal panden naast de ijssalon heeft recent
het voorkomen van oud-Hollandse woonhuizen aangenomen.
Maar dat kan ook een uitstralingseffect zijn van het
nieuwbouwblok winkels en woningen op de hoek met de
Korte Hoogstraat. Als gevolg van dit project is immers ook
het Jugendstilpand De Vlijt op nummer 130 gerestaureerd.
Met dien verstande dat achter het fraaie boogvenster geen
winkel of woonhuis is gevestigd, maar een kale ruime gaapt,
waarin het trappenhuis van de nieuwbouw om de hoek is
ondergebracht.
Dat komt, meent Wim Nijenhuis, doordat niemand zich
verantwoordelijk voelt voor de Hoogstraat. 'Niemand pakt
door, iedereen wacht op de ander. De winkeliers zeggen dat
de blokkade ligt bij de gemeente, de gemeente geeft de
schuld aan de winkeliers.'
Vlaardingen had een kunstenaar in huis gehaald om als
bliksemafleider te dienen.
Nijenhuis (dr., ir., ing., stedenbouwkundige, 56 jaar) trad in
januari 2004 aan als Hoogstraatmaker. Die functie maakt deel
uit van een drie jaar durend, grotendeels door de provincie
Zuid-Holland betaald kunstproject dat het denken en spreken
Nijenhuis ontdekte dat hij zijn werk moest verrichten 'in een
sfeer van grote vijandigheid'. 'Het project bestaat uit drie
fasen: praten, denken, doen. De twee Arnhemse dames die
vorig jaar de eerste fase uitvoerden, kregen van winkeliers