Bert Caljé 1929-2004, Bewogen en bevlogen
Henk Huibregtsen
Op 30 oktober nam Schiedam in de aula
van Begraafplaats en crematorium Hofwijk
in Rotterdam afscheid van Bert Caljé.
De bijeenkomst was geheel in de stijl van
de overleden bestuurder en jurist:
bescheiden, smaakvol en daardoor juist
indrukwekkend. De gebruikelijke
plichtplegingen mochten achterwege
blijven. Slechts twee sprekers voerden het
woord; Henk Huijbregtsen die als lid van
het College van Regentessen en Regenten
van het Weeshuis der Hervormden, waaruit
de Stichting Lindenhof is voortgekomen en
Toon Stegmann die als vriend, buurman en
oud-voorzitter van de Schiedamsche
Sociëteit De Vrijheid 1945 de familie Caljé
zeer nabij staat. Ook zijn beide zoons
richtten het woord tot de aanwezigen in
een ontspannen en niet zelden van humor
gespeend verslag van de laatste dagen die
zij met hun vader en het gezin
doorbrachten. Zowel het College van
Regenten en Regentessen als de Sociëteit
de Vrijheid namen in het leven van
Bert Caljé een belangrijke plaats in, naast
al die organisaties en initiatieven
waarmee Bert zich verbonden voelde.
Want Bert was actief in tal van kerkelijke
en maatschappelijke functies. Hij was
onder andere mede-oprichter van de
Lionsclub Schiedam, had een actief
aandeel in de verjonging van de
Hervormde Gemeente en vervulde in de
jaren '70 een spilfunctie in de oprichting
van Sociëteit Quo es que tandemwaaruit
weer enkele jaren nadien het
Zoldertheater In de Teerstoof ontstond.
Maar liefst 27 jaar maakte Bert Caljé deel
uit van het bestuur van het Weeshuis en
de Lindenhof. Tot enkele weken voor zijn
dood - en terwijl hij daartoe lichamelijk
eigenlijk niet meer in staat was - was hij
een trouw bezoeker van de sociëteit. Het
spreken ging hem steeds moeilijker af,
hetgeen niet wegnam dat de conversatie
met Bert bleef zoals hij altijd al was
geweest; sprankelend, scherp en steeds
getuigend van zijn erudiete geest en
onbevangen kijk op de wereld.
Musis 378
De toespraak van Henk Huibregtsen schilderde Bert Caljé ook
zoals de meeste aanwezigen hem hadden gekend en opende
met een treffende herinnering van zestien jaar geleden waarbij
een scheidende regentes afscheid nam van het College van
Regentessen en Regenten van het Weeshuis der Hervormden
met te zeggen:
'Vervolgens richt ik mij tot U, mijnheer de
Ceremoniemeester.
De discussie met U is immer verheffend, in de meest positieve
zin geëmotioneerd, altijd goed bedoeld, aangenaam scherp als
een gekruid gerecht, eerlijk en rechtvaardig.
Tot mijn eigen verbazing heb ik het in Uw jonge jaren als
'Regent' aangedurfd om het niet met U eens te zijn.
Ik denk dat dit zijn rechtvaardiging vond in het feit, dat het in
vele opzichten een genoegen is om het niet met U eens te
zijn.
Er komt immers uit een discussie met U altijd een verrassend
effect en een eerlijke oplossing voort; daardoor is die discussie
zinvol en wordt de zaak waar het om gaat gediend.