In Memoriam Slauerhoff
Hij was een eerlijk zeeman. Slecht en recht
Hield hij de koers, zich eenmaal
voorgeschreven,
Heeft hij zijn trek getrokken door het leven
en ons wat hij te zeggen had, gezegd.
Het kostelijk goed, hem toevertrouwd,
wist hij voor ramp en schade te bewaren,
en ook onder de nijpendste gevaren
heeft hij, waar het zijn plicht was, zee
gebouwd.
Op het onzeker uitzicht van zijn dromen
heeft hij koelbloedig zijn bestek genomen
en afgezet als een goede kapitein,
en elke klip van zelfverraad, beneden
het watervlak in hinderlaag, gemeden.
Wat hij ons naliet zal ons heilig zijn.
Schiedam, 30 oktober 2004. m
379 Musis
Uw bezielde en bezielende inspanningen, niet alleen voor het
Weeshuis, maar ook voor vele andere aspecten van de
Schiedamse samenleving, heb ik zeer bewonderd. Ook U zal
ik missen'.
Wilskrachtig en aimabel, belezen en toegewijd, bevlogen en
bewogen, altijd zoekend naar nieuwe gedachten en altijd vol
verrassingen, zo kenschetste Huibregtsen Bert Caljé
Zijn beroep maakte hem tot een vurig pleiter ook voor zijn
eigen vaak verrassende ideeën; en het was niet altijd eenvoudig
hem van het tegendeel te overtuigen.
Maar datzelfde beroep had hem ook geleerd, dat de oplossing
zelden ligt in het onwrikbaar vasthouden aan een eenzijdige
visie; juist in het oprecht en gezamenlijk zoeken naar
wederzijds als rechtvaardig ervaren oplossingen lag zijn kracht.
Bij zijn aantreden als lid van het Weeshuisbestuur ijverde hij
voor het stellen, van nieuwe prioriteiten. Hij nam daarmee
afstand van het al enkele jaren gevoerde beleid dat door de
toenmalige voorzitter, mede onder druk van de toen minder
florissante economische ontwikkelingen, was ingeleid met de
woorden; 'Bij mijn voorganger was de hoofdzaak de
opvoeding van de kinderen en pas daarna werd aan het beheer
van het vermogen gedacht. Dit, dames en heren, gaat nu
veranderen; wij gaan nu eerst het vermogen beheren en daarna
de kinderen opvoeden. De tijden zijn duur en zoals het nu
gaat, gaat het fout'.
Een van de eerste verdiensten van Bert was, dat hij bij zijn
aantreden krachtig steun heeft gegeven aan die medeleden die
na een aantal jaren aanhalen van de buikriem, de tijd weer
gekomen achtten om voorrang te geven de zorg voor en het
welzijn van de aan het Weeshuis toevertrouwde kinderen.
Nadat de organisatie daartoe was omgevormd werden
bovendien modernere vormen voor het opvangen en
opvoeden van zorgbehoevende jongeren geïntroduceerd. Bij
dit alles was de Lindenhof in het begin van de zeventigerjaren
nog geen zelfstandige stichting, maar een onderdeel van het
Weeshuis. Ook was de subsidiering door de overheid ook
wezenlijk bescheidener dan thans het geval is.
Met zijn juridische kennis en ervaring heeft Bert veel
bijgedragen aan de noodzakelijke reorganisatie. De Lindenhof
werd een zelfstandige stichting hoewel het bestuur
aanvankelijk nog bestond uit de leden van het College van
Regentessen en Regenten.
Bij deze en verdere vernieuwingen binnen zowel de Stichting
Lindenhof als het weeshuis had Caljé een grote invloed op de
te varen koers. In de loop van de tachtiger jaren kwamen
beide organisaties losser van elkaar te staan. De tot dan toe
bestaande personele unie werd op bestuursniveau doorbroken,
waarbij hij er als altijd zoekend naar verdieping en
verbreding van te verlenen zorg erop toezag dat de beide
organisaties hun eigen doelstellingen nastreefden. Gebaande
wegen mochten daarbij gerust worden verlaten. De Lindenhof
behoefde zich wat hem betreft niet tot Schiedam of de regio
of zelfs maar tot Nederland te beperken. Ook daarbuiten
mocht de organisatie z'n vleugels uitslaan om jongeren te
helpen om beter verzorgd en opgeleid de weg naar
volwassenheid te zoeken.
het juiste antwoord had gevonden. Hij bleef zoekend, hield tot
het laatste vol en bleef zich inzetten voor de zaken die hij
waardevol achtte. In dit opzicht was hij een voorbeeld voor
velen. Ook toen de lasten van de ouderdom hem -
menselijkerwijs gesproken veel te vroeg te zwaar gingen
wegen en zijn gezondheid hem dwong om de functie van
voorzitter van het College van Regentessen en Regenten neer
te leggen. Als vice-voorzitter bleef hij nog enkele jaren
verbonden aan het bestuur en wist ook toen nog wezenlijk bij
te dragen aan het volgen van de gekozen koers.
Zolang je niet vergeten bent omdat er nog over je gesproken
wordt, zolang ben je nog niet dood, maar in memoriam.
De dichter Jan Prins heeft diezelfde gedachten, die zovelen
over Bert koesteren, verwoord in zijn 'In memoriam
Slauerhoff'.
En hoewel Bert meer een zeeman in overdrachtelijke zin was
en, anders dan Slauerhoff, vele zeeën alleen bevoer als
bestuurder en maatschappelijk en cultureel initiatiefnemer doet
dit niets af aan de dichtregels die zozeer op hem van
toepassing zijn:
Altijd was Bert Caljé op zoek naar weer nieuwe denkbeelden
en dingen die konden helpen om de samenleving beter te
maken; zich voortdurend bewust van zijn
medeverantwoordelijkheid voor anderen. Nieuwe
kunstvormen en andere uitingen van menselijk vernuft en
creativiteit inspireerden hem, waarbij hij eigenlijk nooit
tevreden was in die zin, dat hij er nooit zeker van was dat hij