Een Belgisch vluchtelin
i
%piÉ»
Hjalmar Teunissen
Musis 386
w jfc
Foto's Jan van der PloegBertha Voerman
Hot eerste wat ik van haar zag waren een paar reken
sommetjes. Daarna kwam een sierli jk geschreven brief met een
versierd hartje op tafel. Als je aan het koordje trekt gaat het
hart open: twee handjes geven elkaar een hand. Het derde
item dat Jan Anderson toen uit die map tevoorschijn haalde
was een klein kartonnetje met daarop de tekst '14 juni 1916
woog Bertha 33 pond.'
Pas op dat moment realiseerde ik me dat die sommetjes en die
kaart meer dan tachtig jaar oud waren, hoewel de inkt
absoluut met vervaagd was. Ik bekeek nog even de hartjesbrief
die Bertha Voerman verstuurde op 1 januari 1921:
J 'Ik hoop dat u nog vele jaren in voorspoed en geluk mag
doorbrengen. Ad weer een jaar voorbij dat ik U mijne liefde en
dankbaarheid aan U allen mag toonen. Ook beloof ik U altijd
braaf en gehoorzaam te zijn en vlijtig te leeren. Dit zijn mijne
vuurigste wenschen voor het jaar 1921. Van Uw
pleegdochtertje Bertha.'
En er verscheen meer op tafel, daar in het streekmuseum aan
de Kethelwcg. Brieven, nog meer kaarten, foto's en een
curieus houten trekpoppetje, geschilderd in de Nederlandse en
Belgische kleuren. In het kort vertelde Anderson vervolgens
het verhaal dat hij in de jaren tachtig van de twee zussen
In 'tVeld gehoord had, die dag dat ze de correspondentie
tussen hun Vlaardingse familie en de Belgische familie
Voerman aan het museum hadden overgedragen. Over Bertha,
dat meisje uit Antwerpen, één van de vele honderdduizenden
Belgische vluchtelingen die Nederland in de eerste weken van
de Eerste Wereldoorlog overspoelden. Over de één miljoen
Belgen die een veilig heenkomen aan de andere kant van de
grens zochten, vluchtend voor de gevechten en de
gruwelverhalen die over de Duitse soldaten de ronde deden.
Het grootste deel van de 'Groote Oorlog' zou Bertha als
pleegkindje doorbrengen bij de Vlaardingse familie In 'tVeld,
aan de Hofsingel 29. Zij had een prachtig uitzicht op 't Hof,
haar ouders moesten noodgedwongen uitkijken op een urinoir
in het barre 'Vluchtoord Nunspeet', één van de kampen in
Nederland waar de Belgen tijdens de Eerste Wereldoorlog
werden opgevangen.Vluchtoord inderdaad, het woord 'kamp'
was te beladen. Dat deed te veel denken aan de
concentratiekampen die de Engelsen tijdens de Boerenoorlog
hadden opgericht en de mensonterende leefomstandigheden
waaronder de Boeren toen moesten leven. Het was daar in
Nunspeet dat Bertha's vader het trekpoppetje maakte dat nu in
de vitrine ligt in Streekmuseum Jan Anderson.