De Vlaardingse Kunstkring
Jeroen ter Brugge
Net als in buurstad Schiedam
zochten beeldende kunstenaars kort
na de Tweede Wereldoorlog elkaar
op en werd 'De Vlaardingse
Kunstkring' in 1947 een feit.
De op één na allemaal niet-
professionele schilders hadden de
behoefte hun eigen werk te
reflecteren en op die wijze
gestimuleerd te worden niet alleen
verder te gaan maar ook zich te
ontwikkelen. Na de tiende
groepstentoonstelling in 1958 in de
Visbank doofde de kaars en stierf de
kring een geruisloze dood.
Het enige nog levende lid van de Vlaardingse Kunstkring, Leen
Droppert, moet zijn hoofd pijnigen om het verenigingsleven
weer voor de geest te halen. De kring vormde weliswaar een
belangrijke rol in zijn (professionele) kunstenaarsbestaan,
maar het is al weer bijna 50 jaar geleden dat deze als een
nachtkaars uitging. De inmiddels 75-jarige Droppert was
17 jaar oud toen hij lid werd van de Vlaardingse Kunstkring,
als introducé van het lid Henk Plomp die hij al langer kende.
Droppert was ongeveer 20 tot 30 jaar jonger dan de andere
leden. "Ik was echt het jonge broekie. Ze lieten me
meedraaien, waarschijnlijk omdat ze wel wat zagen in die
jonge knul", zo zegt hij. Wie nu feitelijk het initiatief nam voor
de oprichting in 1947 durft Droppert niet te zeggen. Ook de
Vlaardingse kunstenares Elly Dijkshoorn, dochter van het lid
Leen Dijkshoorn, moet hierop het antwoord schuldig blijven:
"het naoorlogse Vlaardingen was nog erg overzichtelijk en
onvermijdelijk kwamen de gelijkgestemden elkaar tegen".
Toen Droppert lid werd, waren zes anderen al lid en na hem
traden geen nieuwe leden meer toe. De grote 'boom' van
beeldende kunstenaars kwam pas in de jaren zestig. Toen ook
werd de kunstenaarssociëteit 'Vlaardingen '65' opgericht, een
breder georiënteerde groep kunstenaars en kunstminnenden,
die in de revolutionaire geest van de jaren zestig op een meer
extreme wijze activiteiten ontplooiden. Deze groep had niet
alleen veel meer leden vanuit allerlei achtergrond, ook hield
deze zich met politiek-maatschappelijke vraagstukken bezig.
Deze reikten al snel verder dan alleen de kunsten. Leen
Droppert werd lid van VL 65 en speelde daarin, samen met zijn
vrouw Beatrix, jarenlang een actieve rol. Een aantal andere
leden van de Vlaardingse Kunstkring was (ondersteunend) lid
van VL 65, maar hield het al snel voor gezien. De scheiding
van geesten wordt hiermee fraai geïllustreerd. De Kunstkring
vertoonde als groep geen vernieuwingsdrang en kan zelfs als
enigszins behoudend getypeerd worden. Droppert ontgroeide
de groep, hoewel hij nooit met de anderen in conflict kwam.
Toen hij zijn opleiding aan de Academie had voltooid (1952) en
als zelfstandig kunstenaar naam ging maken, vormde de kring
voor hem steeds minder een focus.
Hoewel Droppert het niveau van zijn kringbroeders al snel
ontsteeg, getuige ook de kritieken in de krant, vertelt hij met
veel respect en waardering over hen. "De Kunstkring telde
zeven leden; Henk Plomp, Leen Dijkshoorn, Reinier Rijke,
Kornelis Lodder, Jo Baars, Jaap Weiland en ik zelf. Stuk voor
stuk waren het goede amateurs, die het schilderen naast hun
eigenlijke werk deden. Veel van hen waren als 'huisschilder'
werkzaam; Plomp als zelfstandige, Dijkshoorn als
schildersbaas bij Unilever, Rijke bij het schildersbedrijf van Piet
de Goede en ik dacht ook Jo Baars." Lodder ontwierp onder
meer tapijtpatronen en kon zich op deze wijze en binnen de
marges die de producent hem zal hebben gelaten, met de
toegepaste kunst bezig houden. Weiland stamde uit een
Vlaardingse familie die meer kunstenaars heeft opgeleverd,
zoals zijn oom Johannes Weiland die professioneel
Musis 28
vlaardingse
kunstkring
Jan Baars
Leen Droppert
L. Dijkshoorn
Reinier Rijke
Jaap Weiland
Van 22 nov. t/m 6 dec. houden
wij in de Visbank onze jaarlijkse
tentoonstelling van schilderijen
aquarellen en tekeningen.
De tentoonstelling
is geopend van 2-5 en 7-10 uur n.r
Zondags en op de avond
van 5 dec. gesloten.