De Vlaardingse Kunstkring als wij zien hoe vlijtig en eerlijk zij het handwerk uitoefenen hoe volhardend zij een traditie volgen die ondanks het modernisme van onze tijd de moeite waard zal blijven De Kunstkring zou van een alternatieve ruimte echter geen gebruik meer maken. De expositie van 1958 was de laatste. Hoewel de oprichting van de Kunstkring een novum in het plaatselijke culturele leven betekende, kan het zeker niet als vernieuwend beschouwd worden. Droppert vat het als volgt samen: "Wat er geproduceerd werd, was bepaald niet wereldschokkend. Het was allemaal nogal traditioneel. Ik zelf ging een meer expressionistische kant op, maar was daarmee een duidelijke uitzondering." De Rotterdamse kunstcriticus en Visbank tonen, werk dat een zekere moeizaamheid ademt, een worsteling met de materie, waaruit ten slotte een ietwat stroeve schilderijen zijn ontstaan." Maar tegelijkertijd is er ook waardering voor het traditionalisme: "Hun tamelijk beperkte mogelijkheden verschijnen in een gunstiger licht als wij zien hoe vlijtig en eerlijk zij het handwerk uitoefenen, hoe volhardend zij een traditie volgen die ondanks het modernisme van onze tijd de moeite waard zal blijven..." Zoals gezegd, onderscheidde Droppert door een afwijkende onderwerpkeuze. Naast portretten en figuurstudies, maakte hij in abstraherende zin ook topografische werken. Tevens ontplooide hij zich toen meer en meer als beeldhouwer in het drie-dimensionale. De gedurfde werkwijze werd gewaardeerd door de critici. Begeer stelde het wederom in 1958 zo: "De sterkste schilder in olieverf van deze groep (de Kunstkring) is ongetwijfeld Leen zelf ook kunstschilder Piet Begeer drukte het bij de door hem verzorgde opening van de jubileumexpositie van de kring in 1958 als volgt uit: "Ik bezoek ieder jaar weer graag de expositie der schilders van de Vlaardingse Kunstkring. Zij schilderen zonder aanstellerij en dikdoenerij. Zij scheppen eerlijk werk. Zij putten tot op de bodem van hun scheppend vermogen." De werken van de leden in de collectie van het Vlaardings Stadsarchief en het Vlaardings Museum/Visserijmuseum illustreren dit ook duidelijk. Het betreft vrijwel uitsluitend figuratief werk. De leden trokken er duidelijk in de omgeving of tijdens vakanties op uit, hetgeen vooral topografisch resultaat opleverde. Daarnaast waren (bloem-)stillevens populair. Een andere recensent ('L.W.S.' in het Rotterdamse Parool) was in 1958 minder positief gesteld: "Het is bescheiden werk, dat vijf Vlaardingse kunstschilders in de expositiezaal De Droppert, zijn expressionistisch schilderij 'paarden' is 't hoogtepunt van de expositie. Het is spontaan geschilderd in een krachtig, ongecompliceerd coloriet, terwijl de kleur een grote ruimte suggereert." Het verbaast niet dat hij zich later beter thuis voelde bij VL 65 en 'moderne' vakbroeders in den lande. Het werk van de leden van de Kunstkring is typerend voor een tijdvak, waarin de oude vastigheden nog werden gekoesterd. De durf om als groep nieuwe paden in te slaan was niet aanwezig en de behoefte bestond bij de meeste leden dan ook niet. Veranderende tijden, die zich in Vlaardingen op cultureel gebied zich vooral zouden doen gelden door VL 65, volgden het nobele streven van de Vlaardingse Kunstkring slechts enkele jaren nadat deze in wezen in het niets was opgegaan. Op de vraag wanneer de activiteiten van de Vlaardingse Kunstkring werden beëindigd, blijven zowel Leen Droppert als de op iets verdere afstand betrokken Elly Dijkshoorn het antwoord schuldig. Een kringarchief bestaat niet. Hoeveel er ook geschilderd, geaquarelleerd en getekend werd, op papier werd in geschrift nauwelijks iets toevertrouwd en de noodzaak ontbrak daar ook voor. De laatste groepstentoonstelling in de Visbank vond in november/december 1958 plaats en het heeft er alle schijn van dat de activiteiten kort hierna werden beëindigd. Elly Dijkshoorn: "Er waren wel eens spanningen tussen de leden. Ze keken heel nadrukkelijk naar elkaar en als de één een goede kritiek kreeg en de ander niet, dan stak dat wel eens, zo heb ik wel gehoord. Maar of dit de aanleiding was voor het einde? Het hield gewoon ongemerkt een keer op zonder duidelijk einde." 31 Musis

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Musis | 2006 | | pagina 31