De
Vlaardingse
Haringkroon
Schilderijen en ander beeldmateriaal van vissersschepen op
zee of aan het strand bestaan in overvloed. Afbeeldingen van
de vishandel en -consumptie zijn echter een zeldzaamheid,
zeker wanneer deze uit de 19e eeuw of eerder stammen.
Het was dan ook een buitenkans toen bij Glerum Auctioneers
in Amsterdam het in 1815 olieverfschilderij op paneel
'Voorbereidingen voor de verkoop van de eerste haring' door
Adriaen de Lelie (1755-1820) en Willem van Leen (1753-1825)
geveild zou worden. Na één particulier overboden te hebben,
werd het Visserijmuseum de gelukkige eigenaar van dit voor
zijn collectie zo belangrijke schilderij.
Het schilderij toont het interieur met een drietal personen; een
man, vermoedelijk een haringhandelaar, bij een keg (taps
toelopend vaatje) met de nieuwe haring in de hand.
Een dienstmeid maakt van takken en bloemen een
zogenaamde 'haringkroon'. Zij wordt hierbij door een jongetje
geholpen, die van papier versieringen knipt. Mogelijk is hij het
zoontje van de haringhandelaar, de heer des huizes. Buiten
hangt al een haringkroon uit, ten teken van de aankomst van
de eerste haring. Omstanders gebaren naar de haringkroon,
een uiting van de algemeen heersende opwinding bij de
aankomst van de nieuwe haring. De op dit schilderij
aanwezige haringkronen behoren tot de oudst bekende
afbeeldingen van dit fenomeen. De traditie van de haringkroon
gaat ten minste terug tot het laatste kwart van de 18e eeuw.
Een schilderij van de Amsterdamse boekhandel en
loterijkantoor van Jan de Groot en twee aquarellen met vrijwel
dezelfde voorstelling, alledrie van Isaak Ouwater, tonen de
oudst bekende afbeelding (1779).
Haringkronen werden tot kort voor de Tweede Wereldoorlog
door haringhandelaren gebruikt en het Visserijmuseum bezit,
voor zover bekend, het enige overgeleverde exemplaar.
Deze in bloem- en takmotieven beschilderde blikken
haringkroon is op de begane grond van het museum bij de
opstelling over de Present- of Koninginneharing te zien.
Deze blikken kroon is in wezen een meer weers- en
tijdsbestendige variant van de oorspronkelijke haringkroon, die
blijkens de genoemde schilderijen was gemaakt van een
geraamte van twijgenversierd met bladeren, bloemen en
gekleurde vlaggetjes van karton of papier.
Het schilderij is vervaardigd door Adriaan de Lelie (Tilburg
1755 - Amsterdam 1820) en Willem van Leen (Dordrecht 1753
- Delfshaven 1825). De eerste nam het interieur en de
personen voor zijn rekening in de voor hem karakteristieke
stijl. Het keukeninterieur met schouw en achterliggende gang
komt op meer van zijn schilderijen voor en vormt daarmee een
vast decor van de schilder. Een ander terugkerend element in
zijn interieurschilderijen is de zogenaamde 'levensstand'.
Hiermee wordt het verbeelden van de diverse levensstadia
bedoeld; oude man, jonge vrouw en kind. Ook beeldde hij
hiermee het standsverschil uit; de man en jongen als de
hogere klasse en de dienstmeid, die zittend in de keuken
letterlijk op haar plaats is.
Willem van Leen was gespecialiseerd in het schilderen van
bloemen. Van zijn hand zijn veel bloemstillevens bekend en
kennelijk is hij speciaal voor de haringkroon gevraagd de
bloemen en takken te schilderen. De 'nieuwe haring' die de
staande man in de hand houdt, heeft ook een bloem in zijn
bek. Vermoedelijk werd deze binnen of net onder de kroon
gehangen, zoals ook bij de haringkroon in de vaste opstelling
van het museum te zien is.
De komst van de nieuwe haring werd in de 18 en 19e eeuw
uitbundig gevierd. Na het uitvaren van de haringvloot op
'Buisjesdag, volgens de heersende wetgeving op of kort na
15 mei, keek de bevolking uit naar de komst van de eerste
'haringjager', het schip dat de eerste vangsten van de vloot
overnam en met volle vaart weer huiswaarts voer. Het succes
van het haringseizoen hing voor veel visserijplaatsen, die met
de 'Grote Visserij' (haringvisserij) een eenzijdige economische
structuur hadden, volledig af van de vangstresultaten.
De spanning in deze gemeenschappen zal mede hierom niet
gering zijn geweest. Tegelijkertijd vormde de (groene) haring
een traditioneel hoog gewaardeerd consumptiegoed, dat toen
nog alleen seizoensmatig aanwezig was. Het feit dat de komst
van de nieuwe haring, begin juni, ongeveer gelijk viel met het
zomerseizoen, was het hiervan ook het symbool. In de
collectie van het Visserijmuseum worden meerdere lofdichten
op de komst van de nieuwe haring bewaard, die de algemene
feeststemming tot uitdrukking brengen.
Een couplet uit de 'Bemoediging aan mijne landgenooten bij de
aankomst van den eersten haring te Vlaardingen (5 juni 1817)
van H. van Overvest Kup meldt:
Welkom! Welkom in ons midden
Dierbre, reine en eed'le Visch!
Om wien duizend monden bidden;
Sier weldra der armen disch.
Breng en winst en arbeid tevens,
Bij genot en hulp des levens,
In de Burgermaatschappij;
En doe nieuwe bronnen vloeijen,
Waardoor alle standen bloeijen,
Met de GROOTE VISSCHERY.
Van beide schilders hangt in gerenommeerde nationale en
internationale musea werk en het Vlaardings
Museum/Visserijmuseum is met deze hoog kwalitatieve en
documentair erg belangrijke aanwinst dan ook zeer verguld.
Het schilderij - dat de omslag van deze Musis siert - kon
worden aangekocht met steun van de Vereniging Vrienden van
het Visserijmuseum en enkele particulieren.
Jeroen ter Brugge
Musis 34