Palestijn zijn Ingrid van der Vlis Ruim veertig jaar geleden kwamen 59 Palestijnse gastarbeiders naar Vlaardingen. Het waren mannen die vanuit Nablus vertrokken om in de Rotterdamse Margarine Industrie te werken: de Romi. Toen na enkele jaren bleek dat zij vanwege de situatie in hun land niet terug konden keren, kwamen hun vrouwen en kinderen ook naar de Waterweg. Schijnbaar moeiteloos integreerden zij in de stad. Zij leerden de taal en gingen bijna geruisloos op in de Vlaardingse cultuur. Hun Palestijnse afkomst verhulden zij daarbij vaak uit angst voor stigmatisering. Die vrees wordt ook door volgende generaties gedeeld, maar lijkt langzaamaan geslecht te kunnen worden door meer aandacht voor het erfgoed van deze op specifieke wijze aan Vlaardingen gebonden Palestijnse gemeenschap. Maha de Kok-Abu Awad woont in Schiedam. Zij werkt op het Albeda College en heeft een eigen bedrijf dat trainingen verzorgt, vooral op het vlak van interculturele communicatie. Die interculturele component is verweven met haar leven. Maha woont en werkt dan wel in Schiedam, maar voelt zich veel meer een Vlaardingse en - bovenal - een Palestijnse. Dat laatste vertelt zij met enige terughoudendheid. Het uitkomen voor de eigen identiteit blijkt voor veel Palestijnen een heikel punt. Hun ouders hebben de kinderen altijd op het hart gedrukt niet te nadrukkelijk te laten blijken dat ze van Palestijnse komaf waren; dat zou maar verkeerde verwachtingen wekken. Na een snelle en succesvolle integratie in de jaren zeventig begint het nu echter bij veel Palestijnen van de tweede en derde generatie te knagen. Zij lopen aan tegen het feit dat zij nauwelijks iets weten over de geschiedenis van hun ouders: de vlucht uit Palestina en de komst naar Vlaardingen. "Ik vertel altijd eerst dat ik van Arabische afkomst ben, pas later dat ik Palestijn ben", aldus Maha. "Ik wil dat er eerst contact is voordat ik dat aan iemand vertel. Als ik dat niet doe, wordt het plaatje al ingevuld. Palestijnen worden vaak op één hoop gegooid met radicale terroristen." Tijdens een van haar trainingen over interculturele communicatie stelde zij zich wel direct voor als Palestijnse. "Daar reageerde meteen iemand op met de woorden: "vandaar dat vuur in haar ogen". Ik hoorde die opmerking pas na afloop, wat eigenlijk jammer was. Ik had dat mooi als voorbeeld kunnen gebruiken van zijn eigen invulgedrag. Zelf kan ik inmiddels iets met zulke opmerkingen, maar veel andere Palestijnen (nog) niet. Op die manier blijven mensen in hun schulp kruipen en durven ze niet eens te vertellen uit welke culturele achtergrond zij komen omdat ze het idee hebben dat ze dan niet meer objectief bekeken worden. Dat is toch vreemd. Alsof iemand hier in Schiedam of Vlaardingen zich zou moeten verdedigen omdat hij Nederlander is." In de schulp kruipen bleek de beproefde tactiek van de eerste generatie Palestijnen in Nederland. Zij leerden de taal, zochten contact met hun Nederlandse buren en gingen probleemloos op in de Vlaardingse samenleving. Het feit dat zij een bewogen geschiedenis kenden en - tot op heden - uit een sterk verdeeld land afkomstig zijn, probeerden zij enigszins weg te stoppen. Nederland was in die tijd sterk pro-Israël en er leek weinig begrip voor de Palestijnse kwestie. Dat de Palestijnen al in 1948 uit hun land verjaagd waren om de staat Israël te kunnen opbouwen, was nauwelijks bekend. Toen de Zesdaagse Oorlog in 1967 uitbrak en de Israëlische bezetting zich uitbreidde naar de Westelijke Jordaanoever, schaarde Nederland zich bijna automatisch achter Israël. Mensen stonden in de rij om bloed te geven voor slachtoffers en gewonden aan Israëlische zijde. De hier wonende Palestijnen moesten met deze anti-stemming leven, maar hadden er vanaf dat moment een immens probleem bij. Aangezien zij in het buitenland verbleven, hadden zij geen toestemming meer om naar huis terug te keren. Van economische gastarbeiders waren zij politieke ballingen geworden. Dit lot trof ook de vader van Maha. "Mijn vader was al gehuwd en had een gezin met negen kinderen. Ik was net geboren, en ik was de jongste van het stel. Het was de bedoeling dat hij hier tijdelijk zou werken." In 1967 brak echter de Zesdaagse Oorlog uit en kon hij niet Musis 42

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Musis | 2006 | | pagina 42