Ben van der Velde
wethouder duidelijk te maken dat
de cultuur mij net zo zeer aan het
hart gaat als de kunstenaars zelf.
Ook al benaderen we de
vraagstukken elk vanaf een
andere kant. Die aanwezigheid bij
alle evenementen en gesprekken
acht ik ook noodzakelijk. Je moet
je goed verdiepen in de materie,
de mensen leren kennen, kennis
nemen van de uitgangspunten en
achtergronden."
Nogmaals haalt Van der Velde aan
hoezeer hij de cultuurportefeuille in het hart heeft gesloten.
"Ik heb ook sport onder mij," zegt hij. "Daar liggen de zaken in
principe veel eenvoudiger. Natuurlijk heb je te maken met
individuele verlangens en problemen. Ook de sport heeft het
niet gemakkelijk. Maar de vragen daar gaan toch meestal over
facilitaire zaken. Sportmensen zijn ook makkelijker in de
omvang, de competitie wordt daar op het veld of in de zaal
uitgevochten, waar je in de cultuur de kans loopt om in de
loopgraven terecht te komen. Ik wil daarmee niet zeggen dat
de sportsector simplistisch zou zijn. Integendeel, alleen zijn de
gesprekken veel meer op de man af, rechtlijniger en zonder
achterdeurtjes. Ik zal niet zeggen dat je in de cultuursector op
je tenen moet lopen, maar je moet wel in het achterhoofd
houden dat de belangen in de cultuur wezenlijk anders liggen.
Je hebt veelal te maken met professionals en met individuele
toekomstige architectuur van het theatergebouw aan de
Schiedamseweg. Het wordt niet gesloopt. Integendeel zelfs.
Elke steen wordt als een kleinood gekoesterd in een glazen
omhulling. Zo blijft het oorspronkelijke bouwwerk behouden
en is er, voor de liefhebber van de architectuur van Van
Ravensteyn toch nog van te genieten. Dezelfde gedachte speelt
bij de renovatieplannen voor het Rotterdams Centraal Station.
Ook een schepping van deze meest gesloopte architect van
Nederland. Pas zeer Iaat is de herwaardering voor diens oeuvre
op gang gekomen. Van zijn bouwwerken in de Rotterdamse
diergaarde Blijdorp, die met elkaar één aaneengesloten geheel
vormden is slechts een deel bewaard gebleven. Van het
Utrechtse Centraal Station - toch één van Van Ravensteyns
meest exuberante werken staan nog slechts enkele
ornamenten overeind. Dordrecht heeft naast het gebouw van
de 'Nederlanden' Theater Kunstmin in ere hersteld, waarmee
een fraai interieur bewaard is gebleven. Vlaardingen echter kan
de primeur hebben van een volledige restauratie en het
opnemen van het gebouw en grote delen van het interieur in
een ontwerp dat architect Kees Spanjers van het Amsterdamse
bureau Zaanen Spanjers cs Architecten voor het theater
maakte. Een van de belangrijkste onderdelen van dat plan is
het bouwen van een glazen foyer tegen het oorspronkelijke
gebouw, aan de zijde van de Schiedamseweg. Het theater van
Van Ravesteyn blijft zo door het glas zichtbaar vanaf de straat,
alsof dit gedeelte van het gebouw in een glazen vitrinekast is
gezet. Maar er wordt ook een dimensie aan toegevoegd: de
buitenwand wisselt van rol en wordt opeens de binnenwand
van de foyer. De bakstenen en de in de gevel opgenom
en beeldhouwwerken vanjohan Uiterwaal (1897-1972) gaan in
de nieuwbouw een heel nieuw leven leiden en worden in
Dat we daarna in gesprek zijn gebleven en dat dit tot resultaten heeft
geleid is een geluk dat je als politicus een keer moet en mag hebben.
Geen verdienste. En zeker geen vooropgezet doel
financiële belangen die op de achtergrond een rol spelen.
In het begin was ik vooral idealistisch. Ook in de manier
waarop ik mijn meningen ventileerde en deze kamer
bijvoorbeeld uitriep tot galerie voor de amateursector. Nu ben
ik eerder gedreven om met het beschikbare talent de cultuur
een breed draagvlak te geven. Nog altijd stel ik samenwerking
bovenaan en nog altijd ben ik van mening dat zoveel mogelijk
mensen, uit zoveel mogelijk disciplines en sociale en etnische
lagen deel moeten hebben aan de Vlaardingse cultuur.
Openheid, bereikbaarheid en participatie zijn onveranderlijk
sleutelwoorden. Maar ik heb geleerd dat je deze doelen alleen
kunt bereiken in samenwerking met het cultuurveld zelf.
En dan niet met of via de instituten maar met de mensen die
het direct betreft. Ik ga de discussie niet uit de weg.
Integendeel cultuur heeft een dialoog nodig."
Scepsis bestond ook tegen de plannen tot restauratie van de
Stadsgehoorzaal, inmiddels herdoopt in het 'Theater van
Vlaardingen'. Dat is niet zomaar een keuze geweest. In het
kiezen van die nieuwe naam neemt Vlaardingen tevens een
paar extra passen afstand van het verleden, waarin de
reformatorische gemeente zich wel een bouwwerk aanschafte
van Nederlands meest frivole wederopbouwarchitect Sybold
van Ravensteyn, maar daar de ernstige naam
'Stadsgehoorzaal' voor koos. Want men mocht eens denken
dat Vlaardingen met een schouwburg of - erger nog - theater
het brede pad der zonde had gekozen.
Van der Velde wordt lyrisch waar hij zich uitspreekt over de
plaats van theatermuur nu zelf decor van het publiek.
Met deze ingreep lijkt het theater ineens omgesmeed tot een
natuurlijke eenheid, die zich prominent opstelt in het
straatbeeld van de Schiedamseweg, veel prominenter dan
vroeger, toen de toenmalige Stadsgehoorzaal nauwelijks te
zien was vanuit de stad, omdat hij ver teruggetrokken stond
van de straatkant. Kees Spanjers heeft die bescheiden
opstelling radicaal omgegooid: na de verbouwing zal het
theater zich heel wat brutaler in de gevelrij manifesteren.
Hij rekent af met het gedrocht van de later aangebouwde entree
met de daaraan verbonden foyer waaruit geen enkele respect
blijkt voor de architectuur van Van Ravensteyn, maar die ook
weinig inzicht verraad in hetgeen het theater voor de stad zou
willen en moeten zijn. Ook Spanjers kiest voor het contrast,
maar dan in de vorm van een krachtig gebaar waarbij hij het
oorspronkelijke exterieur nu als interieur in het theatercomplex
haalt. Architectonisch kan dit leiden tot dezelfde schitterende
oplossingen die ook zo sterk richting geven aan de entree van
de nieuwbouw van de Staten Generaal in Den Haag of van het
Amsterdamse Concertgebouw dat ook is voorzien van een
gedeeltelijk glazen aanbouw, die niet misstaat bij het oorspron
kelijke, neo-classisme van onze nationale muziektempel.
Voor Ben van der Velde staat als een paal boven water dat de
architectuur van Spanjer de sceptici zal doen verstommen.
Hij kijkt er met alle vertrouwen dan ook alvast naar uit.
Zelfs als het voor de stadsbestuurder Van der Velde bij één
termijn zou blijven. Hij heeft de zaak dan in ieder geval in
beweging gezet.
53 Musis