Socialistisch zangkoor Ingrid van der Vlis 'Wij hebben onze rode gloed verspreid. In de jaren twintig van de vorige eeuw werd dit vol trots in het jaarverslag van De Stem des Volks genoteerd. Het uit dragen van de socialistische boodschap was immers het belangrijkste doel van dit Vlaardingse gemengde koor. De arbeiders zongen in die tijd op partijbijeenkomsten tijdens manifestaties en in het Volksgebouw. De hoogtijdagen van het strijdbare socialisme zijn inmiddels voorbij, maar het koor is altijd blijven bestaan. Tegenwoordig is dit het Gemengd Rijnmondkoor, vooral bekend vanwege de Matthaus Passion- uitvoeringen. Dit voorjaar werd het koor vanwege het honderdjarige jubileum onderscheiden met een Koninklijke Erepenning. Alhoewel liederen als De Internationale en Morgenrood niet meer op het repertoire staan, is de historie niet helemaal vergeten. De eerste socialistische zangkoren in Nederland ontstonden aan het eind van de negentiende eeuw. De Stem des Volks - in 1898 in Amsterdam opgericht - was verreweg de grootste. In diverse steden volgden arbeiders dit initiatief. Vanaf 1902 verenigden deze koren zich in de Bond van Arbeiderszangverenigingen. Vier jaar later kreeg ook het relatief kleine en arme Vlaardingen een eigen socialistisch koor: De Stem des Volks. De oprichting van specifieke koren voor arbeiders paste in het democratiseringsproces dat deze groep in de samenleving doormaakte. De levensomstandigheden voor de meeste arbeiders waren slecht, ook in Vlaardingen. Een sociaal vangnet bestond nog niet. Wie te kort kwam, moest een beroep doen op de liefdadigheid van het stadsbestuur of van de diaconie. Korte tijd daarvoor - in 1894 - was onder andere door Pieter Jelles Troelstra de Sociaal Democratische Arbeiders Partij (SDAP) opgericht, als alternatief voor de Sociaal- Democratische Bond van Domela Nieuwenhuis. Vanaf 1897 bekleedde de SDAP twee zetels in het parlement. De politieke voormannen maakten zich hier vooral sterk voor algemeen kiesrecht, een doel dat zij pas in 1917 (voor mannen) en in 1919 (ook voor vrouwen) bereikten. Dit algemene kiesrecht zorgde voor een enorme groei van de partij. Het was in deze eerste decennia van de twintigste eeuw dat de socialistische organisaties zich ontwikkelden tot een grootschalige beweging, zowel nationaal als internationaal. In eigen land begon de beweging overeenkomsten te vertonen met de andere zuilen: de protestanten, de katholieken en de liberalen. Het oprichten van eigen verenigingen hoorde hier overduidelijk bij. De socialistische koren bekwaamden zich in het zingen van strijdliederen, die in deze periode volop in de belangstelling stonden. De Vlaardingse afdeling van De Stem des Volks werd op 4 februari 1906 opgericht, in een bovenzaal van het Volkskoffiehuis op de hoek van de Hoogstraat en de Brede Havenstraat (waar thans Bristol gehuisvest is). De heren J.C. Hofman en J. van Driel hadden de bijeenkomst aangekondigd en voorbereid. Met instemming van de 36 aanwezigen gaven zij op die avond goedkeuring aan de statuten. De vereniging zou zich op de arbeiders richten en dus voornamelijk 'liederen voorkomende in den liederenbundel van de Sociaal Democraten' ten gehore brengen. Men stelde echter ook direct vast dat er eventueel ander repertoire gezongen zou kunnen worden. Dit was voorlopig nog van ondergeschikt belang, want het doel van de vereniging was het bevorderen van de zangkunst in het bijzonder, maar 'die der Arbeidersbeweging in het algemeen'. De koorzang moest bovenal dienstbaar zijn aan 'de propaganda voor de moderne arbeidersbeweging' en het koor zelf zou als onderafdeling van de SDAP fungeren. Het kiesrecht zou in dit koor geen reden tot onenigheid mogen geven: mannen en vrouwen kregen van begin af aan evenveel invloed. Zij kregen allemaal stemrecht en het eerste bestuur bestond dan ook zowel uit een aantal mannen als uit een aantal vrouwen. De Stem des Volks repeteerde eenmaal in de week, om vervolgens op te kunnen treden met concerten maar vooral bij socialistische manifestaties. Al in 1907 zong het koor bij de plaatselijke 1 meiviering en bracht het strijdliederen ten gehore tijdens een feestavond van de SDAP. De Stem zong tijdens vakbondsbijeenkomsten, demonstreerde af en toe in Den Haag, en deed daarnaast mee aan concoursen en zangwedstrijden. Jaarlijks was er een jubileumconcert, meestal in zaal de Harmonie aan de Schiedamseweg. De socialistische Arbeiders Muziekvereniging Voorwaarts (opgericht in 1905) was vaak van de partij, zo ook bij het jubileumconcert van 1909. Liederen als Morgenrood en de Kiesrechtmarsch stonden die avond op het programma. Om het beeld van een strijdvaardig socialistisch koor compleet te maken, onthulden de leden tijdens deze feestavond hun vaandel. Die eerste kooravonden waren niet vergelijkbaar met concerten heden ten dage. Het waren redelijk rumoerige bijeenkomsten waarbij met veel tromgeroffel en met 'mutsen, rateleers en andere rariteiten' de socialistische beginselen uitgedragen werden. Na afloop van de koorzang en de diverse voordrachten was er soms bal. Toen het koor in 1919 haar 12 jarig jubileum vierde, complimenteerde een van de sprekers de jubilaris omdat zij 'de arbeidersbeweging hier met haar strijdzangen talrijke malen heeft aangevuurd'. Dat was het belangrijkste doel van het zangkoor. SDAP-gemeenteraadslid J.C. Hoorweg benadrukte het nut van de strijdliederen: 'Het helpt ons in de strijd voor een betere maatschappij.' Deze strijdliederen vormden regelmatig aanleiding tot discussie. Directeur-dirigent van het koor was van begin af aan M. Groeneveld, organist van de Grote Kerk, en tevens dirigent van mannenkoor Orpheus. Zijn manier van werken leidde in 1921 tot groot ongenoegen onder de koorleden. Hij zou meer interesse hebben in de artistieke leiding van het koor dan in het propageren van het socialistische gedachtegoed. Koorleden gaven aan dat 'het pijn doet als onze mooie strijdliederen op een ongevoelige wijze worden afgewerkt'. De Stem zocht een Musis 160

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Musis | 2006 | | pagina 160