log eenmaal terug naar de wortels
nieuwe dirigent. Dit werd de heer H. van Kesteren uit Den
Haag, die ook al leiding gaf aan enkele andere socialistische
koren. Strijdliederen stonden weer hoog op de agenda, zodanig
zelfs dat ze voortaan bij de repetities eerst gedeclameerd
werden. Had iedereen de tekst eerst gehoord, dan zou de
betekenis ervan tijdens het zingen beter beklijven. In datzelfde
moeilijk punt. Toen er massale werkloosheid heerste, werd dit
nog eens lastiger. Desondanks groeide het koor ook in de
jaren dertig; aansluiting bij de 'Rode Familie' werd in deze
moeilijke tijden zinvol geacht. Met voor het eerst meer dan
honderd leden was De Stem in die periode een tijd lang zelfs
het grootste koor van Vlaardingen.
jaar kreeg de socialistische beweging in Vlaardingen een eigen
honk: het Volksgebouw aan de Schiedamseweg. De Stem
repeteerde vervolgens in die ruimte, vanaf 1927 overigens
weer met een andere dirigent, Chris van Beek.
In de jaren dertig was De Stem des Volks nog met recht een
socialistisch zangkoor, maar was het niet louter meer een
strijdbare club. De arbeidersbeweging was inmiddels
gemeengoed en de SDAP had enkele programmapunten
kunnen verwezenlijken. Toen het koor in 1931 een kwart eeuw
bestond, kwamen dan ook vertegenwoordigers van diverse
andere Vlaardingse koren langs. Het zou overigens nog lange
tijd duren voordat deze koren met elkaar samen zouden
werken. Aan de programma's van de diverse feestavonden in
de jaren dertig valt wel goed af te lezen dat De Stem des Volks
haar repertoire had uitgebreid. Naast Morgenrood, De Inter
nationale en de Strijdmarsch der Arbeiders werden ook werken
van Mendelssohn en Mozart ten gehore gebracht. Dit was
precies de lijn die de Bond van Arbeiderszangverenigingen
voorstond. De zangverenigingen moesten niet alleen het
socialisme bevorderen, maar ook de arbeiders muzikaal-
kunstzinnig vormen.
In de crisisjaren schommelde het aantal koorleden enorm.
Verlotingen en tombola's krikten de financiën van het koor af
en toe op, maar contributie bleef voor veel arbeiders een
Tijdens de Tweede Wereldoorlog bleef De Stem aanvankelijk
actief, met uitvoeringen in 1940 en 1941In die periode
moesten alle culturele instellingen zich aanmelden bij de
Duitse Cultuurkamer. Deden zij dit niet, dan mochten zij hun
activiteiten niet voortzetten. De Bond van Arbeiderszang
verenigingen vreesde dat de zangkoren voor Nazi-propaganda
gebruikt zouden kunnen worden. De diverse afdelingen van De
Stem des Volks bleven daarom wel bestaan, maar de leden
zegden hun lidmaatschap op. De Vlaardingse afdeling
repeteerde voor het laatst in maart 1942, toen onder andere
Morgenrood als afscheid werd gezongen. Pas in 1945 kwamen
de koorleden als zodanig weer bijeen. Een advertentie zorgde
voor de inschrijving van 45 leden én een nieuwe directeur
dirigent: Jan Righarts, al na twee jaar weer opgevolgd door Jan
van der Waart.
In de jaren na de oorlog was er veel behoefte aan
ontspanningsverenigingen. De zangkoren rezen dan ook als
paddestoelen uit de grond. De Stem des Volks groeide snel
naar een omvang van ruim honderddertig leden. De Partij van
de Arbeid (PvdA) nam de plek van de SDAP over, maar de
socialistische beginselen bleven onverminderd belangrijk. 'Wij
zullen blijven werken aan een betere wereld', zoals in het
jaarverslag van 1946 werd vermeld. Dit kon grotendeels
161 Musis
Foto: Jan van der Ploeg