?n Bds zelf gebakken. Gereedsch 'e Tweede Wereldoorlog h i, zi\\ door de loop der nhaadelaar Keijzer verkoopt ebruik was. Meerdew varianten verre verwanten leverden geen origineel recept op, waarmee de claim gerechtvaardigd kon worden. Hoe het ook zij, meerdere recepten worden gehanteerd en of er ooit een oorspronkelijk recept heeft bestaan is nog maar de vraag, in veel Vlaardingse huishoudens wordt het ijzerkoekje nog steeds zelf gebakken. Gereedschappenhandelaar Keijzer verkoopt een enkelvoudig ijzer met handvat, van een type dat ai voor de Tweede Wereldoorlog in gebruik was. Meerdere varianten, steeds met kleine nuanceverschillen, zijn door de loop der tijd ontstaan. Het basisrecept is echter hetzelfde gebleven. Bakker Verhoeff van Jan Boer legt nog steeds veel eer in met zijn ijzerkoekjes, hoewel de andere Vlaardingse bakkers ze ook in het assortiment hebben. In topjaren bakte hij er tienduizenden per jaar en nog steeds worden zij in grote getale verkocht. Een nostalgisch doosje, blikje of kistje met opdruk geldt als één van de meest voor de handliggende toeristische cadeautjes uit Vlaardingen. Het 'dik van Romein' is een telg uit de Nederlandse familie van dikke speculaas. Naast Vlaardingen wordt een dergelijke speculaas tegenwoordig ook nog op Texel verkocht en heet daar toepasselijk 'Texelse speculaas'. Beide zullen hun oorsprong hebben in een 17e of 18e eeuwse Hollandse oerspeculaas, die elders uit het assortiment door de dunne en droge speculaas is verdrongen. De naam dankt het dik aan Arie Romein (1867-1936), die aan de Pepersteeg (later-straat) zijn bakkerswinkel had. Het 'dik' moet letterlijk worden opgevat: een dikke koek. Hoewel de geschiedenis van het dik van Romein tot op heden nog nooit is opgeschreven, is iets over zijn oorsprong uit familieoverlevering te herleiden. Kleinzoons van bakker Arie Romein vermoeden dat grootvader het dik zelf bedacht heeft. Mogelijk ook leerde hij de kunst van zijn leermeester bakker Van Leeuwen aan de Hoogstraat, waar hij vanuit Oud-Beijerland op 12-jarige leeftijd als leerjongen zijn carrière begon. Feit is dat het dik op een oudere traditie stoelt en niet uit de lucht zal zijn gevallen. Het dik van Romein is gemaakt van een deeg van Zeeuwse bloem, basterdsuiker, roomboter (margarine kan ook) en speculaaskruiden. De smaakmakende speculaaskruiden werden in de 17e eeuw in Nederland geïntroduceerd vanuit de Oost. Het gebruik van dergelijke kruiden in koek kan als typisch Nederlands beschouwd worden en de speculaas is daarvan misschien wel het meest bekende voorbeeld. Het dik wordt in een ovale plak van circa 2 centimeter dikte kort op een metalen bakplaat gebakken, in een matig verwarmde oven. Het deeg kan dan net garen, krijgt een iets harde korst en behoudt zijn zachte structuur van binnen. De benaming 'speculaas' wordt niet alleen recht aangedaan door de speculaaskruiden, maar ook door het oorspronkelijke gebruik de plak te pletten met een houten speculaasplank. De gesneden voorstelling van een man of vrijster in deze plank was door de structuur en het bakproces echter nauwelijks in het eindresultaat zichtbaar. ;anr 173 Musis Foto: Jan van der Ploeg

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Musis | 2006 | | pagina 173