Zonder reconstr
Kor Kegel
Grasland tot aan de stad, met koeien en weidevogels: "Een
illusie," zegt Kees van der Vaart. Toch werkt hij als secretaris
van de reconstructiecommissie Midden-Delfland aan een
inrichtingsplan, dat tegemoetkomt aan de bezwaren uit
Viaardingen, Schiedam, Kethel, de Kandelaar en Overschie.
De bezwaren hebben vooral betrekking op het verdwijnen van
het eeuwenoude Hollandse polderlandschap en het inruilen
van weiden en sloten voor bossen, rietruigtes, moeras en
parkeerterreinen. Kees van der Vaart zegt open te staan voor
de kritiek. "Met het comité Behoud Woudweg e.o. ben ik in
overleg om cultuurhistorische waarden meer aandacht te
geven. Het resultaat moet beter zijn dan een compromis; we
moeten er echt allemaal tevreden over kunnen zijn," zegt hij.
Niettemin staat voor hem vast, dat er langs de stadsranden
veranderingen nodig zijn. De veranderingen zijn erop gericht
om met recreatieve voorzieningen en natuurbouw het
voortbestaan van Midden-Delfland te waarborgen - hoe
paradoxaal het ook klinkt. "Latere gemeentebesturen mogen
niet in de verleiding komen de huidige grens van de bebouwde
kom met nieuwe bouwplannen te overschrijden. We moeten
een buffer opwerpen. Een buffer tegen oprukkende steden
bouw." Weilanden hebben die beschermende functie nooit
gehad, zegt hij. Het ene na het andere weiland werd opgespoten
en bebouwd. Maar sportvelden, volkstuincomplexen en bossen
zijn toch ook niet heilig voor grondspeculanten en beton-
boeren? Kees van der Vaart beaamt dat voor zover het over
binnengemeentelijke sport- en tuinvoorzieningen gaat:
"Binnen de stad zijn ze vaak verdwenen, opgeofferd.
Maar grootschalige recreatievoorzieningen aan de stadsrand
zijn duurzaam. Denk aan het Amsterdamse Bos: daar zal toch
niemand durven met een bouwplan te komen."
Zo moet het dus aan de stadsranden van Viaardingen en
Schiedam ook, maar Van der Vaart erkent dat het comité
Behoud Woudweg beslist een punt heeft: "Wie het gebied al
kent, vindt het er mooi zoals het is. Rust, openheid, knot
wilgen, af en toe een boerderij. En dat klopt - ik ben zelf een
echte polderjongen en ik hou van dit landschap. Maar we
hebben hier tienduizenden mensen die in wijken wonen met te
weinig groen en voor die mensen zijn ook voorzieningen
nodig. Ik zeg nadrukkelijk niet dat we Midden-Delfland moeten
overleveren aan de patatkraamrecreanten, maar waar de
reconstructie al wel voltooid is, zie je dat het recreatief
medegebruik enorm is toegenomen. De Krabbenplas bij
Viaardingen, het oeverbos Lickebaert, de vele nieuwe flets- en
wandelpaden: er blijkt grote behoefte aan te bestaan. Nu zijn
we aan de zuidelijke rand van Midden-Delfland toe en daar
willen we ook een recreatieve zone. Maar het comité Behoud
Woudweg mag beslist op zijn conto schrijven, dat bij beleids-
en plannenmakers de ogen zijn opengegaan voor het belang
van weidsheid en openheid van het polderlandschap."
Verrassend wel, vindt Kees van der Vaart. Jarenlang lieten
Schiedammers en Vlaardingers niet zo veel van zich horen, als
het om de reconstructie van Midden-Delfland ging. Dat heeft er
allicht mee te maken dat de reconstructie zich vanaf 1978
vooral richtte op de Lickebaert, de omgeving van de Gaag bij
Maasland en Schipluiden en om de omgeving van Delft-
Tanthof en het Woudt, maar volgens Van der Vaart heeft het
Musis 178
Foto: Jan van der Ploeg