van Vereniging 'De Hollandsche Molen', dit dankzij een actieve lobby van Scheeres. Hij was tevens jarenlang algemeen bestuurslid van deze landelijke 'molen' branchevereniging. Op deze wijze kwam hij in aanraking met de verschillende typen Nederlandse molens en hun eigenaardigheden en specifieke problemen. Spoedig na de oprichting werkte Stichting De Schiedamse Molens aan concretisering van de plannen voor de herbouw van molen De Palmboom. Voorzitter Scheeres legde de contacten met fondsen en grote sponsoren en bracht het bouwplan met verve naar voren. Later deed hij hetzelfde na de brand van molen De Walvisch. Zijn dringende oproep tot volledige completering van de verwoeste molen zorgde bij velen voor actieve steun. In 1984 werd Scheeres burgemeester van Schiedam. Hij bleef voorzitter van Stichting De Schiedamse Molens. Het burgemeesterschap bezorgde de molenstichting een directe en open dialoog met het gemeentebestuur. Altijd weer bracht Scheeres het belang van de molens voor de stad Schiedam naar voren. Echter, de belangen van de gemeente en die van de molenstichting waren ook wel eens strijdig. Dit deed zich voor op het terrein van de molenbiotoop. Bouwplannen in de buurt van de molens konden gezien hun hoogte een bedreiging vormen voor de windvang. Wat gaf op deze momenten van de 'dubbele pet' de doorslag? Gebleken is dat zowel de hoed als de pet zelfs samen nog net pasten. Meningsverschillen deden zich voor, maar deze leidden nooit tot conflictsituaties. In de jaren '90 werkte Scheeres mee aan de totstandkoming van gemeentelijk beleid dat beperkingen oplegde aan de bouwhoogtes in de omgeving van de molens. Dit zogenaamde 'Schiedams Molenbeleid' heeft er voor gezorgd dat de windvang niet al te zeer belemmerd wordt en de molens zo veel als mogelijk ongehinderd kunnen draaien. Scheeres was echter meer dan alleen een bestuurder. Het ambacht en de techniek van de molens boeiden hem. De interesse in techniek had hij in zijn jeugd meegekregen van zijn vader en grootvader. Daarbij had hij in die jaren veel technische kennis opgedaan. Dit in combinatie met een ijzersterk geheugen zorgde ervoor dat hij kon participeren in discussies van molentechnische aard. Dit bleek van grote waarde voor de molenstichting en maakte hem oprecht betrokken. Bij de restauratie van molen De Walvisch bijvoorbeeld speelde het probleem van de nieuw gegoten as. Op röntgenfoto's waren op bepaalde plaatsen afwijkingen te zien. De vraag was of dit nadelige gevolgen kon hebben. Molenmaker Rob Batenburg en bestuurslid Jan Kies voerden deze discussie bij Scheeres thuis. Nadat zij gedrieën de röntgenfoto's uitvoerig bestudeerd hadden en alle voors en tegens op een rijtje hadden gezet, werd besloten de nieuwe as te accepteren. Vervolgens kon de kap op de molen worden geplaatst en was de voltooiing van De Walvisch een feit. Ook bij de aanschaf van de nieuwe maalstenen voor De Walvisch was Scheeres van de partij. Samen met bestuurs leden Bert Steenbergen, Jan Kies en molenmaker Rob Batenburg vertrok hij naar België om daar de nieuwe stenen, een zoetwaterkwarts uit stukken samengesteld, te inspecteren en gereed te maken voor vertrek naar Schiedam. Eind 2004 kocht Stichting De Schiedamse Molens het schip 'Kabouter' van UTO Nederland B.V. Het schip was in gebruik als silo voor de opslag van graan. Het schip was echter nodig aan onderhoud toe. Scheeres legde contact met de werf De Hoop in Schiedam waar het schip vervolgens op de helling werd drooggelegd en opgeknapt. Scheeres volgde de ontwikkelingen op de voet en ging zelf kijken bij de restauratiewerkzaamheden. Terugkijkend valt Scheeres' belangstelling voor nieuwe projecten oftewel nieuwe uitdagingen op. Dit was al merkbaar Voor de herbouw van molen De Palmboom legde voorzitter Scheeres de contacten met fondsen en grote sponsoren en bracht het bouwplan met verve naar voren Musis 240

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Musis | 2006 | | pagina 240