Joodse reders
Jeroen ter Brugge
Hoewel Vlaardingen, zeker in
vergelijking met de beide
buursteden, nooit een grote
Joodse gemeenschap heeft
gekend, heeft deze in de lokale
geschiedenis toch duidelijke
sporen achtergelaten. Voor een
belangrijk deel bestaat de
herinnering aan deze uit archivalia
en een enkele publicatie.
Daarnaast bevindt zich nog steeds
een (zeer kleine) Joodse begraaf
plaats binnen de
gemeentegrenzen en worden in de
collectie van het Vlaardings
Museum/Visserijmuseum een
zestal eenvoudig beschilderde
houten kandelaars uit de
Vlaardingse synagoge bewaard.
Een aantal Joden speelde
overigens wel een prominente rol
in het economisch leven van de
stad. De meest in het oog
springende zijn onder hen zijn
Levi (of Louis) van Gelderen
(1868-1937) en zijn neef Jozef
Katan (1883-1943). Beiden waren
als reder actief in de visserij.
In 1920 verscheen een jubileumboekje ter gelegenheid van het
vijfentwintigjarig bestaan van de N.V. Visscherij-Maatschappij
'Vlaardingen'. Auteur was L.J. van Gelderen, in 1895 oprichter
en vanaf dat moment directeur van de N.V. In dit opmerkelijke
boekje wordt in kort bestek en verluchtigd met foto's van
directeur en aandeelhouders, schepen en rederijgebouwen, de
geschiedenis van de firma beschreven. Hoewel de N.V. in 1895
was opgericht, had deze eigenlijk zijn oorsprong in de op
12 april 1894 door Van Gelderen gekochte zeillogger VL 167
'Marie Henriëtte'. Het verhaal wil dat Van Gelderen, in de
archieven voordien vermeld als respectievelijk kantoor
bediende, kassier en commissionair in effecten, tijdens de
veiling aan het schip 'was blijven hangen'. Verkoper was de
Vlaardingse scheepsbouwer Pieter de Zeeuw (1847-1895), die
in een periode van tegenvallende opbrengsten in de visserij
deze houten zeillogger voor eigen risico was gaan bouwen.
Van Gelderen wist het schip voor een zeer voordelige prijs te
verwerven, met financiële medewerking van een vijftal
zakenrelaties uit Rotterdam en één uit Vlaardingen. De Zeeuw
verloor fors op het schip, hetgeen meer dan honderd jaar na
dato in diens familie nog steeds gememoreerd wordt.
Op traditionele wijze werd een 'rederij onder boekhouder
schap' opgericht, waarbij Van Gelderen de rol van boekhouder
(zakelijk leider) vervulde. Na afbouw van het schip kon het half
juni al meedoen aan het nieuwe haringseizoen. Het starten
Musis 270