Daar gebeurt 't
de oude opzet hersteld, alleen zullen de zichtlijnen ingrijpend
worden verbeterd. De oude kleurstellingen brengen we weer
terug, de stoelopstelling wordt weer zoals vroeger."
Een fan was Spanjers niet van Van Ravesteyn, toen hij aan zijn
opdracht begon. "Maar wanneer je je in zijn werk gaat
verdiepen, dan is het toch heel aardig met zijn werk verder te
gaan. Ik denk dat we wel weer toe zijn aan een interieur uit de
jaren vijftig en dat we de stijlmiddelen uit die tijd weer mogen
toepassen: het intieme karakter van de foyer, het meubilair, de
materialisering, de kleuren."
De belangrijkste toevoeging aan het theatercomplex wordt een
nieuwe, verhoogd aangelegde foyer, die met zijn grote glazen
wand beeldbepalend zal zijn voor het nieuwe theater.
Spanjers: "Dat wordt de grote stadsfoyer. De oude gevel van
het theater blijft vanaf de straat door het glas van de foyer
zichtbaar." In die oude gevel zijn de typische Van Ravesteyn-
ornamenten te zien, die 's avonds worden aangelicht.
Het contrast tussen de foyer op de begane grond, die weer in
de oude staat wordt hersteld, en de grote foyer op de eerste
verdieping zal opvallend zijn, maar het toont tegelijk hoe oud
en nieuw elkaar ontmoeten, elkaar versterken en aanvullen.
Volgens het ontwerp van Spanjers wordt de nu zo prominent
en de naastgelegen zaal De Harmonie het uitgangspunt
zouden vormen. Heel enthousiast was Spanjers trouwens niet
over de creatie van architect Van Ravesteyn (1889-1983), die in
zijn gloriedagen voor de NS in heel het land stations bouwde
en in Rotterdam en omstreken vooral bekend werd door zijn
ontwerp van diergaarde Blijdorp. Na een aanvankelijke flirt
met het modemisme en het Nieuwe Bouwen, ging Van
Ravesteyn in de jaren dertig van de vorige eeuw zijn eigen
onnavolgbare weg en voorzag, als groot liefhebber van de
Italiaanse barok, zijn ontwerpen vrijwel zonder uitzondering
van sierlijke rondingen en zwierige lijnen.
De Vlaardingse Stadsgehoorzaal maakte Van Ravesteyn onder
de moeilijke naoorlogse omstandigheden en blijkbaar waren
die omstandigheden niet in staat hem tot een architectonisch
juweel te inspireren. "Het is een poor man's Van Ravesteyn,"
zegt Kees Spanjers. "Je moet je bedenken dat in die tijd nog al
het bouwmateriaal op de bon was. Toch zullen we de
kenmerken van zijn architectuur behouden. De zaal wordt in
Musis 280