Maerlants wereld?
'K
Winkelcentrum Hoogstad zou willen uitbreiden.
De provincie houdt plannen in die richting tegen.
Hoogstad was ooit bedoeld als van bovenlokale
betekenis, maar kan de lokale vragen al nauwelijks aan.
Kor Kegel.
Het Schiedamse Julianapark dreigt langzamerhand
slachtoffer te worden van de vriendelijke openheid die
juist een kenmerk moest zijn van deze prachtige
stadstuin. Tuinbanken worden uit de grond getrokken,
graffiti ontsiert de Emmabank, honden lopen er los en
de bankjes bij het toegangshek zijn een prima plek om
er een blowtje te nemen. Een fotoverslag van Jan van
der Ploeg.
Marjon Hoogendijk zie je gemakkelijk over het hoofd
omdat ze nogal klein van stuk is, één meter achtenvijftig
om precies te zijn. Maar ze maakt werk van formaat,
stelt Peter de Lange, zelf zo'n dertig centimeter langer,
vast. Maar daarover gaat het artikel natuurlijk niet.
Frits van Oostrom roept in 'Maerlants wereld' het beeld
van de stichtster van Schiedam op als dat van een
opmerkelijke vrouw die zich ondanks de tegenslagen
een hoofdrolspeelster voelde op het Europese politieke
veld. Jeroen Rodenberg verdiepte zich in de vragen die
van Oostrom daarmee oproept.
De tentoonstelling 'Stad noch land' in het Nederlands
Architectuur instituut in Rotterdam zou verplichte kost
moeten zijn voor bestuurders en ambtelijk kader.
Al was het alleen maar om zich te verdiepen in het
begrip 'ontordening'. Hans van der Sloot.
Wieki Somers werkt in Schiedam. Nationaal en
internationaal maakt ze, net als enkele andere jonge
ontwerpers in deze stad, nationaal en internationaal
furore. Over in bad gaan in een boot, een met rattenbont
beklede schedel als theepot en haar uiterst succesvolle
matrasvaas. Froukje Holtrop.
Een visitekaartje van de manier waarop het Stedelijk
Museum 'op lokatie' historische tentoonstellingen wil
organiseren. Zo zou men de tentoonstelling 'Geloof en
bijgeloof' in de Stadswinkel aan het Stadserf kunnen
noemen. Zo getoond, smaakt de expositie naar meer.
Seizoenen van Kethel is de naam van een fraaie,
kleurrijke uitgave over het dorp Kethel, waarmee
Boekhandel Postscriptum het tienjarig bestaan luister
bijzet. Een prachtboek vindt architect en bewoner van
de oude dorpskern Rikkert Wijk.
Wat en vooral wie is Aleida van Henegouwen méér dan
de naamgeefster aan een goedbedoelde, maar weinig
indrukwekkende straat in Schiedam West. De vrouw
die Schiedam stads- cq marktrecht en rechtspraak
schonk met de daaraan verbonden inkomsten, hoewel
niet recht duidelijk is of zij daartoe feitelijk wel
gemachtigd was. De historische contouren van Aleida
zijn vaag en de meningen over haar verschillen.
F.W.H. Hugenholtz noemt haar regentschap saai en
weinig belangwekkend en verwijt haar dat zij in de
adellijke hof van haar tijd flink heeft zitten stoken.
Daarboven houdt hij haar verantwoordelijk voor het
ontstaan van eerste partijtwisten in Holland en Zeeland
door haar vaak ondoortastend politiek optreden.
Zijn mening - tot lang de enig geldende - vindt gehoor
bij de auteur van de Geschiedenis van Schiedam,
Guus van der Feijst.
Frits van Oostrom echter, komt na zijn bestudering van
het letterkundige werk van Jacob van Maerlant en een
mogelijke Voornse connectie daarin met voornoemde
Aleida tot een geheel andere conclusie. Hij noemt haar
een ferme vrouw en toont zich verbaasd dat aan Aleida
nog nooit een grondige studie is gewijd. Hij volgt haar
spoor terug naar Voorne en meent te mogen
veronderstellen dat zij een rol heeft gespeeld in het tot
stand brengen van één van de vroegste, grote literaire
werken in de Nederlandse literatuur.
Voor Musis was het aanleiding om aan de jonge
historicus Jeroen Rodenberg te vragen een aantal feiten
rondom en over Aleida bijeen te brengen, als
uitgangspunt voor een nadere studie. Dit alleen al
leverde een aantal prikkelende vragen en een artikel
van formaat op. Een eerste begin.
Omslag: Stookhout in de herfst, foto: Gerard van Soest.
Achteromslag Seizoenen van Kethel, foto: Adri Reijnhout
367 Musis