Het Julianapark terug naar af
Foto's Jan van der Ploeg
Natuurlijk is het begrip 'semi-openbaar' bezien vanuit
beheersstandpunt een onmogelijkheid. Het gaat dan immers
om openbare ruimten die een speciale zorg vragen zonder dat
daarvoor faciliteiten voorhanden zijn. Er moet worden
toegezien op opening en sluiting, zonder dat daarvoor
middelen of budget voorhanden zijn. Want anders dan een
voor het publiek toegankelijke attractie, wordt voor een semi
openbare ruimte geen entree geheven en moeten toezicht,
opening en sluiting anders worden geregeld.
Toch verdient het alle aanbeveling om er, in het geval van het
Julianapark toch 'ns over te denken of het omvormen tot een
semi-openbare ruimte niet de beste oplossing is. Op dit
moment ligt het park er nog betrekkelijk keurig bij. Goed, er
worden regelmatig parkbanken omver getrokken, de nissen in
de toegangspoort aan de BK-laan bieden een rustige zitplaats
aan junks en er lopen honden los in het park. Zorgwekkender
is overigens dat in de lage ligusterhaag die het park omringt de
platgetrapte plekken zichtbaar zijn van zo niet bedoelde maar
toch druk gebruikte entrees. Een teken van verwaarlozing dat
alleen maar groter kan worden.
Ooit was het park een ware tuin en uitdrukkelijk bedoeld als
monumentaal parkelement, compleet met heuvel en koepel en
al, volgens het romantisch ontwerp van J.K. Dominicus. In die
sfeer paste ook de plaatsing van het herdenkingsmonument
van Pieter Starreveld dat in 1948 door de burgerij aan de stad
werd geschonken, maar als verzetsmonument niet aanvaard
werd. De figuur van Pieter van Starreveld werd door het
toenmalig college van burgemeester en wethouders te bloot, te
rond en te uitdagend gevonden om als verzetsmonument
aanvaardbaar te zijn. Een mening waarbij de lokale kerkelijke
gezagsdragers zich maar al te graag aansloten.
Dat het Julianapark, waaraan vanaf 1915 tot 1929 is gewerkt
Musis 372