indijk, klein van stuk, levert werk van formaat
'k,
zichzelf gekeerde schoolplein aan de Baarnhoeve bedacht ze
een speels patroon van kleuren en vormen dat de ruimte niet
alleen een plezierig uiterlijk gaf, maar ook, eindelijk, een
betekenis.
De kunstenares: "Behalve naargeestig, was het plein ook
onoverzichtelijk. Niemand kon de ingang van de verschillende
gebouwen vinden. De opgave was er orde in aan te brengen
zonder het streng te maken. Omdat er hangjongeren komen
wilde de gemeente ook een afscheiding, maar geen hek, want
het plein wordt ook gebruikt door ouderen die er op een
bankje zitten en door buurtkinderen die er komen spelen.
Hangjongeren komen er nog steeds, maar ze respecteren het
plein zoals het nu is, ze maken niets kapot."
Vrede, vriendschap, vrijheid en vertrouwen: die vier V's
stonden centraal bij de herinrichting en de materiaalkeuze.
Omdat kinderen de voornaamste gebruikers zijn, werden zij
door de kunstenares ingeschakeld bij het uitwerken van de
thema's. Bij de vier begrippen mochten ze impulsieve
tekeningetjes maken. Het werden, blijkt uit Hoogendijks
documentatie, een soort primitieve levensvormpjes zoals je die
waarneemt onder een microscoop: grillige, kringelige figuurtjes
zonder duidelijke omlijning. Enkele van die vormen en lijnen
verwerkte zij in de patronen waaruit het nieuwe schoolplein
werd opgebouwd. Ze zag er bewust vanaf de tekeningen
integraal over te nemen. "De kinderen mochten er iets over
zeggen, maar het mocht geen kinderkunst worden."
Een zelfde balans moest worden gevonden in de kleurstelling.
Die moest tegelijkertijd uitbundig zijn én rust geven.
Uiteindelijk werden het warme, opgewekte kleuren die
aansluiten bij de omgeving. Het geel van de pleintegels vind je
terug in de gevels van de schoolgebouwen. Om de vrolijke
sfeer die het plein overdag uitstraalt ook na zonsondergang
vast te houden, kwam Hoogendijk op de gedachte
reflecterende vezels in het plaveisel te verwerken.
"Er zitten allemaal kleine sprenkeltjes in het pad als 's avonds
de lantaarns aan gaan," zegt de kunstenares. "Dat geeft een
heel lief effect. Het is net of er sterretjes op de tegels zijn
gevallen. Het heeft iets dromerigs, maar er zit ook kracht in.
Het is niet tuttig." Dat laatste zegt ze met nadruk, want haar
ervaring is dat de combinatie vrouwen en kunst zelden serieus
wordt genomen. Die zachte kleurtjes en vriendelijke
lichteffectjes kunnen toeschouwers gemakkelijk op het
verkeerde been zetten. "Vrouwen worden te veel met
zachtheid geassocieerd," constateert ze niet voor 't eerst.
Voor wie dat ook mag opgaan, niet voor haar. "Ik wil geen
zacht werk maken. Zulk werk heeft niets te zeggen."
Even later komt ze er nog eens op terug. Vrouw zijn en
kunstenaar en dan ook nog eens klein van stuk, dat kan
eigenlijk helemaal niet, telkens loopt ze weer tegen dat
vooroordeel aan. "Bovendien lach ik nogal veel, en dat maakt
me nog minder geloofwaardig. Een man, zeker als hij zakelijk
is, wordt ogenblikkelijk serieus genomen in de kunst. Ik heb
het gevoel dat ik me altijd eerst moet bewijzen."
Haar voorkeur voor groot werk kan daar heel goed mee te
maken hebben, zegt ze. "Groot werk is zwaar werk, het kost
veel fysieke inspanning. Toch ben ik daar het liefst mee bezig.
Dat was al zo op de academie. Daar werd dikwijls om
gelachen. Kwam er een groot schilderij voorbij met een paar
voetjes eronder. Dat was ik. Misschien maak ik wel grote
dingen juist omdat ik zo klein ben, bij wijze van compensatie."
Hoogendijk (1963), geboren en getogen in Vlaardingen,
studeerde aan de Willem de Kooning Academie in Rotterdam.
Ze leeft voor haar kunst zo lang ze zich kan heugen. Op haar
vierde jaar wist ze al dat daar haar roeping lag. "Ik zat te
tekenen, en ik dacht opeens: dit ga ik later voor mijn beroep
doen. Ik weet niet welke aanleiding er was om dat te denken.
Maar vanaf dat moment stond voor mij vast dat ik kunstenaar
zou worden."
Om zich volledig aan haar werk te kunnen wijden, heeft zij
bewust van kinderen afgezien. Dat besluit heeft ook een
economische achtergrond. De verdiensten in de kunst zijn
wisselvallig. Ze kan er niet volledig van bestaan en moet om in
haar levensonderhoud te voorzien zo nu en dan terugvallen op
een bijbaantje. Ze geeft thuis schilderlessen en werkt op
losvaste basis als schoonheidsspecialiste in de Bijenkorf.
Ze ontvangt geen cent subsidie. Dat is in magere tijden wel
eens een gemis. "Maar op zich is het niet erg. Er is niks mis
met hard werken. Zonder hard werken en zonder discipline
kom je nergens in dit vak. Kunst is topsport." Ze heeft een
klassieke visie op de kunst. De kunstenaar staat volledig in
dienst van de schoonheid. "Ik geloof in vakmanschap. Je hebt
kunstenaars die hun werk gebruiken om aanstoot te geven of
ergernis op te wekken. Dat hoeft voor mij niet zo."
De omschrijving 'dromerig en toch krachtig' die zij aan haar
schoolpleinproject geeft, gaat eigenlijk op voor heel haar werk.
De lieflijkheid die haar kunst lijkt uit te stralen is bedrieglijk.
Hoogendijk heeft het patent op een hoogst individuele
combinatie van droom en werkelijkheid die behalve
vertedering ook spanning oproept.
377 Musis
Muurschildering Marianne Hoogendijk