Aleida van H
In 1263 moesten Aleida en haar Zeeuwse bondgenoten het
verloren tegen een verbond van Hollanders en graaf Otto lh
politieke rol leek hi
Jeroen Rodenberg
Welke precies de rol is geweest die
Aleide, Aleidis of Aleida, de zuster van
Willem II, Rooms-Koning en graaf van
Holland in het 13de eeuwse Holland
heeft gespeeld is nog altijd niet
helemaal duidelijk. Het schenken van
stadsrechten aan de nederzetting of
het dorpje Schiedam was slechts één
van haar officieel geregistreerde
daden. In de Hollandse oorkonden
komt zij op meerdere plaatsen voor.
Ook zijn van haar oorkonden in het
oud-Frans bekend en stipuleert Frits
van Oostrom in zijn 'Maerlants wereld'
dat Aleida, volgens Jacob van
Maerlant, 'die scone', een hand heeft
gehad in het dichten van 'Alexanders
geesten', dat één van de vroegste
grote dietsche literaire werken is.
Drie van haar zonen treffen we voorts
aan als aartsbisschop van Utrecht en
bisschoppen van Metz en Cambrai.
Aleida doet haar intrede in de geschiedenis van Holland in
1256, toen de graaf van Holland, Rooms-Koning Willem II, te
Hoogwoud tijdens een strafexpeditie tegen de opstandige
Friezen op dramatische wijze het leven verloor: zijn leger
vooruitrijdend zakte de Rooms-Koning met paard en al door
het ijs, waarna enkele boeren van de gelegenheid gebruik
oom, Floris die om die reden als Floris de Voogd te boek staat.
De Voogd bleek een al even grote drang voor avontuur en
ridderlijkheid te hebben als zijn overleden broer. Deze drang
werd hem na twee jaar voogdijschap fataal op een toernooi te
Antwerpen.1
Wederom bleef de jonge Floris V alleen achter. Om een nieuwe
voogd aan te stellen werd nu gekeken naar de zuster van de
Rooms-Koning, Aleida van Henegouwen. De omstreeks 1230
geboren Aleida was door haar broer in 1246 uitgehuwelijkt aan
Jan van Avesnes, de zoon van Bouchard van Avesnes en
Margaretha van Vlaanderen.
Door dit huwelijk werd Aleida betrokken in een politiek-
dynastiek conflict tussen de geslachten Avesnes en Dampierre.
De kern van het probleem was het huwelijk tussen Bouchard
en Margaretha. Dit huwelijk zou ongeldig zijn geweest daar
Bouchard een geestelijke wijding (subdiaken) had. De uit dit
huwelijk geboren kinderen waren zodoende, wettelijk gezien,
wel natuurlijk, maar niet legitiem. Na het overlijden van
Bouchard hertrouwde Margaretha met Willem van Dampierre,
waaruit Gwijde van Dampierre werd geboren. Dit huwelijk was
wél legitiem en Gwijde maakte daarom in juridisch opzicht
aanspraak op zowel de graafschappen Vlaanderen als
Henegouwen.
Jan van Avesnes heeft tot zijn dood in 1257 gevochten om de
gehele erfenis van de Avesnes (Henegouwen én Vlaanderen)
voor zichzelf en zijn nageslacht te bemachtigen, maar na een
scheidsrechterlijke uitspraak van de Franse koning moest hij
zich tevreden stellen met het mindere deel van de erfenis: na
het overlijden van Margaretha zouden de Avesnes
Henegouwen erven, de Dampierres Vlaanderen. Wat betreft
nageslacht hoefde Jan zich overigens geen zorgen te maken,
daar het huwelijk een zeer vruchtbare was. Aleida schonk
tijdens haar verblijf op het Avesnes kasteel te Valencijns (het
tegenwoordige Valenciennes) haar man niet minder dan zeven
kinderen, opmerkelijk genoeg allen gezond!2
In 1258 werd Aleida dan door de politieke crisis rondom het
bestuur en voogdijschap teruggeroepen naar Holland om voor
haar neefje te zorgen, met in haar kielzog haar eigen kroost.
Aleida was zich ervan bewust dat zij voor haar politiek
bondgenootschappen moest aangaan met invloedrijke edelen:
de middeleeuwen bleef een periode waarin de vrouw een
onderschikte rol speelde. Zelfs een adellijke dame, en ze was
zich hiervan goed bewust. In de eerste drie jaren van het
voogdijschap liet zij zich bijstaan door hertog Hendrik III van
Brabant. Dit medevoogdijschap had slechts weinig om het lijf
omdat de Brabantse vorst zijn handen vol had aan
maakten om de hulpeloze Willem van het leven te beroven.
Nog geen vier jaar eerder was de jonge vorst als Rooms-
Koning erkend door de gehele Duitse Rijksvorstenstand.
Bij zijn overlijden liet Willem II een jong zoontje na: de twee
jarige Floris V, die onder voogdij kwam van zijn gelijknamige
binnenlandse besognes en hij liet daarom Aleida de vrije hand
in Holland. Overigens viel zijn hertogdom na zijn overlijden in
een politieke crisis, daar ook hij een minderjarige zoon, Jan,
naliet. Na deze periode van medevoogdijschap voelde Aleida
zich blijkbaar sterk genoeg om alleen haar taak uit te voeren.
Musis 380