Aleida Maar, de aanwijzingen van Aleida als cultureel-literair patrones gaan nog verder. Aleida liet zichzelf op haar zegels niet alleen afbeelden met een jachtvalk, zoals veel edelvrouwen zich lieten afbeelden, maar opmerkelijk genoeg met een boek in haar hand, waarbij aan de valk een flankerend rol is toebedeeld. Dat Aleida zich als zodanig liet afbeelden kan duiden op haar interesse in literatuur en cultuur van haar tijd.10 Cultureel patronage was in de middeleeuwen een veel voorkomend verschijnsel. Vorstenhoven waren een kruispunt voor kunstenaars die het hof aankleedden met beeldende kunst, muziek, sieraden en literatuur. Maar niet alleen de vorst hield zich met patronage bezig, ook lagere edelen wierpen zich regelmatig op als patroon voor de kunsten. Het idee dat cultureel patronage slechts een domein was van fcr> de man en enkele vrouwelijke uitzonderingen is sinds de jaren '90 onder druk komen te staan. Een in 1996 door J. Hall McCash geredigeerde bundel11 maakt duidelijk dat cultureel patronage door adellijke dames zeker geen uitzondering was, maar juist zeer geregeld voorkwam. Karen Jambeck telt bijvoorbeeld 31 literaire werken die in Engeland tussen 1200 en 1475 door vrouwelijke patronage werden vervaardigd, waarvan vijf in de 13e eeuw.12 Het soort vrouw dat zich met een dergelijke vorm van patronage bezighield was een vrouw met de financiële middelen en de onafhankelijkheid om deze middelen te kunnen aanwenden. Daarnaast waren zij lid van families welke beschikten over een groot prestige. Doorgaans hadden deze adellijke vrouwen de financiële vrijheid verworven door het overlijden van hun echtgenoot en het zelf kunnen beschikken over het weduwegoed. Soms waren zij nog eens ruwaardes van hun minderjarige kroost en hadden derhalve tijdelijk zeggenschap over de domeinen en opbrengsten hieruit.13 Vrouwe Aleida voldoet perfect aan de omschrijving die McCash geeft voor het type vrouw die zich bezighield met cultureel patronage. De redenen van deze dames om zich als cultureel patroon te manifesteren konden vrij divers van aard zijn. Zo kon het motief politieke, religieuze, sociale of educatieve doeleinden hebben. Maar ook een combinatie van deze motieven kwam wel voor. Een weduwe maakte regelmatig gebruik van een literator ter ere van haar overleden echtgenoot en om de vaderloze kinderen te leren uit welk roemrijk geslacht zij stamden en zo hun rechten en toekomst voorspiegelde. Religieuze, politieke en educatieve motieven werden zo met elkaar verenigd. Voorbeelden hiervan zijn Blanche van Navarre, Geertruide van Brunswijk en koningin Emma van Engeland.14 Hiermee kunnen we cultureel patronage vangen in de theorie van de Franse socioloog Pierre Bourdieu: economisch kapitaal werd door patronage omgezet in cultureel, politiek of symbolisch kapitaal.15 Betrekken we deze motieven op culturele patronage van Aleida dan zien we een grote overeenkomst: door het aan zich binden van Jacob van Maerlant probeerde ze haar neefje Floris V te onderrichten (educatief motief) en hem bewust te maken van zijn voorgeslacht (politiek motief) om zo de lijn van het Huis van Holland veilig te stellen, naar het binnenland toe uit te dragen welke familie het voor het zeggen had en de buitenwereld kenbaar te maken op welk een hoog niveau dit geslacht stond. Zoals vermeld moest een patroon over de financiële middelen beschikken om een cliënt aan zich te kunnen binden. Vaak werden schrijvers opgenomen in de adellijke huishouding (of bij vorsten in de hofhouding) als klerk van de heer of vrouwe. Aan het schrijven hadden deze cliënten doorgaans een dagtaak welke soms jaren in beslag kon nemen. Door het bieden van onderhoud aan het hof werd de cliënt zodoende betaald voor zijn diensten, waarvoor een aardige financiële draagkracht van de patroon nodig was. Het opnemen in de huis- of hofhouding had voor de cliënt nog andere voordelen dan verzekerd te zijn van levensonderhoud: door in deze omgeving werkzaam te zijn kwamen ze in contact met andere leden van de adel, die op een later moment als mogelijk opdrachtgever zouden kunnen dienen. Op deze wijze was sociale mobiliteit voor een kunstenaar mogelijk.16 Jacob van Maerlant kwam door zijn cliëntschap bij Aleida in contact met de heren van Kats en Voorne, die later als opdrachtgevers optraden. Tot slot valt wat betreft cultureel patronage nog een opmerking te maken over de positie van de Avesnes hierin. M. Vale vermeldt in zijn onderzoek over Europese vorstenhoven in de 14e eeuw dat de graven van Henegouwen al sinds de 11 e eeuw bekend stonden om hun literaire patronage.17 Hierdoor kan afgevraagd worden wie Aleida heeft geïnspireerd tot cultureel patronage. De stelling van Van Oostrom dat graaf Willem II als opvolger van de belangrijke cultureel patroon Rooms-Koning Hendrik Raspe van invloed was op Aleida's patronage is hierdoor aanvechtbaar.18 Het is denkbaar dat ze in haar Valencijnse tijd door haar echtgenoot hiertoe is geïnspireerd en juist de Henegouwse ideeën en tradities wat betreft literair patronage mee naar Holland heeft genomen. Uiteindelijk is het nog maar de vraag of Aleida zich daad werkelijk actief als cultureel patroon heeft opgeworpen en wat precies haar relatie is met Jacob van Maerlant. De hypothese Musis 382 .jfcri-y' fmc \ic-nuin-i-. 'fee Vit W/STFi Vif S, eunni ufetiëf- alfeniM'm cuiicnnn-i -ülei 'jlütlua— muni'ttn'nc Julraanj jna -im W ■ert} mm. fenict^trj cux3cttnlm JJcrtj - WJ, C&jjgfwte- vf, ..ft. i Vrouwe Aleida, stichteres van Schiedam in 1275, fragment van een zegel, aan een witte en blauwe streng van hennep. Afbeelding: Aleidis, staande, in haar linkerhand een boek, vergezeld rechts van een adelaar, links een leeuw. Randschrift: "+SIIGILLUM) AEfLYDIS SORORIS] (QUON)DAM WILL(ELMI) REIGIIS) RO)M(ANORUM) ET UXOR (QUON)SA(M) D(OMI)NI IOH(ANN)IS DE AVENNfIS)". Aangevuld naar zegels van (6 januari 1268) 1267 in die Epiphanie Domini; Brugge, Groot-Seminarie, nr. 1024: en van (24 december) 1282 in vigila Nativitatis Domini, ARA, Graf. Gedr. OB. Holl. II, nr. 470.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Musis | 2006 | | pagina 382