HoogstraatMaker
Uit 'Ieder woord is materie'/Hoogstraatpoëzie:
ik zou graag willen
dat we op het nieuws kwamen
omdat Vlaardingen
dat eenvoudige probleem
op zo'n geweldige manier
heeft opgelost
terwijl andere steden
daar nog niet aan toe zijn
iedereen komt naar Vlaardingen
om naar de oplossing
van dat eenvoudige probleem
te komen kijken
Het jaar 2004, als jaar van het 'denken' was een heel ander
dan het voorgaande. Mochten de bewoners of winkeliers
inmiddels het idee hebben dat ze begrepen hoe het
HoogstraatMakers-project in elkaar stak, met ingang van het
Denkjaar werden alle veronderstellingen teniet gedaan.
De HoogstraatMaker in dit jaar was stedenbouwkundig
theoreticus architectuurfilosoof Wim Nijenhuis uit Delft.
De tweede HoogstraatMaker maakte zijn werkwijze voor
Het jaar van het denken' heel officieel bekend. Elke
donderdagmiddag hield hij ook officieel spreekuur en nodigde
alle Vlaardingers uit om hem aan te spreken op de door hem
geformuleerde theses. Zijn eerste stelling luidde:
Het NEERzijgende kadaver van de HOOGstraat snakt naar de
levensADEM van Staat en Kapitaal. Hun Inblazing zal zorgen
voor zijn wederopSTANDINGals een Opgepoetst en
GLADgestreken MONsTER (van Frankenstein).
Ook Nijenhuis betrok andere kunstenaars bij zijn project dat
een jaar zou duren. Hij vroeg aan de Vlaardingse kunstenaar
Elly Dijkshoorn om twee kamerschermen te realiseren,
waarachter hij kon Denken. Aan fotograaf Piet Rook vroeg hij
de Hoogstraat anno 2004 vast te leggen.
De tweede these kwam voort uit een debat dat Nijenhuis had
met Joop Stigter (kunstenaar/winkelier), Jan van der Voorden
(bewoner), Hans Rikken (kunstenaar), Kees Vollemans
(kunsthistoricus) en Geert Lovink (mediatheoreticus)
De HOOGstraat stamt uit het tijdperk van de MOL met haar
orde van interieurs, zoals het schip, de werf, de winkelstraat,
het gezin en de gemeenschap. Ze wordt belaagd door het
tijdperk van de SLANG met haar orde van de zinloze
kringloop, haar uitzichtloze vormingen, haar eindeloze
geslijm en de ongelimiteerde verspreiding van de 'business';
het GIFGAS VAN HAAR ZIEL. De strubbelingen begeleiden de
geboorte van een nieuw en onontkoombaar MONSTER VAN
DE MACHT: zijn naam is CONTROLEMAATSCHAPPIJ.
De reacties van bewoners en winkeliers op het Jaar van het
Denken waren wisselend, van uitgesproken positief tot
uitgesproken negatief. Wat in beide gevallen leidde tot een
intensieve interactie met de Denker. Men was óf ambassadeur
van het Denkjaar óf men uitte zware kritiek. Er zat weinig
tussenin.
De bewoners die de HoogstraatMakers Zwikker en Vriend een
warm hart hadden toegedragen vonden de Denker over het
algemeen ontoegankelijk. Andere bewoners, die in 2003 geen
Musis 60
Foto's: Esther Didden