3rd jaar heeft een nieuwe naam gekregen
stoomsleperswagens verlieten de fabriek. Voor de zesde kon
geen emplooi meer worden gevonden. Er braken zorgelijke
tijden aan voor het bedrijfje. Met reparaties aan de
stoomwagens en allerhande karweitjes hield Hoek zijn acht
man personeel aan het werk. Ook werden machines
gerepareerd voor de Maatschappij 'Oxygenium', een jonge
zuurstof- en gassenfabriek die eveneens in Schiedam was
gevestigd en voor de productie van vloeibare gassen over
zware en dus kwetsbare lucht- en waterstofcompressoren
moest kunnen beschikken.
Omdat bij deze apparaten herhaaldelijk breuk optrad, stelde
Willem Adriaan voor een waterstofcompressor te bouwen naar
eigen ontwerp. Na goedkeuring en certificering door de Delftse
Technische Hogeschool, de tegenwoordige TU, kon Hoek aan
de slag. De eerste compressor toonde meteen aan hoe
doordacht het ontwerp was, want de apparatuur functioneerde
twintig jaar lang naar wens. De
koers was hiermee gezet en hij
zou zich verder toeleggen op
de bouw van compressoren
voor het vloeibaar maken van
onder andere zuurstof, stikstof
en helium. In zijn vrije tijd
moest hij zich dan wel
verdiepen in het vloeibaar
maken van gassen en de
daarmee samenhangende
technieken. Het was inmiddels
1910 toen de eigenaar van de
voormalige branderij hem
meedeelde dat hij het pand zelf
in gebruik wilde nemen, tenzij
Hoek het wilde kopen. Prijs
noch gebouw waren
aantrekkelijk zodat Hoek de
opstal binnen vier weken
diende te verlaten. Het geluk
was echter met hem, want in
de Hoofdstraat nummer 28 was
een vrijwel onbewoonbaar
woonhuis met een flink stuk
grond. Het pand grensde aan
de remise van de paardentram.
Het woonhuis werd opgeknapt
en waar nodig verbouwd
terwijl op het braakliggende
terrein een fabriekje werd
opgericht. Ondanks de
aanwezige ratten braken voor
W.A. Hoek betere tijden aan die
resulteerden in de omzetting
van zijn bedrijf naar een
naamloze vennootschap
waardoor er meer financiële
armslag werd verkregen. Op
negen februari 1912 zette hij
zijn handtekening onder de
akte van oprichting van de N.V.
W.A. Hoek's Machine- en
Zuurstoffabriek.
Niet alleen compressoren waren een product. Voor de
mechanisering van het ondergrondse mijntransport werden
onder andere ruim 120 persluchtlocomotieven geleverd aan
niet alleen de Nederlandse, maar ook aan de Belgische mijnen
en geen locomotief verliet de fabriek voordat deze door Hoek
persoonlijk in de constructiehal was ingereden. De productie
van compressoren had nog een ander gevolg; waarom zou
W.A. Hoek zelf geen zuurstof gaan maken. Nadat een
aangrenzend herenhuis met tuin was gekocht, werd dit pand
als zuurstoffabriek ingericht met in eigen beheer gemaakte
machines. De zuurstof bleek zelfs na verloop van tijd
goedkoper dan die uit Duitsland. Om de hoge transportkosten
van de (zware) gasflessen het hoofd te bieden, werden in het
land zogenaamde buitenfabrieken en depots gevestigd.
In Amsterdam, Hengelo, Groningen. Ook in het Indonesische
Tandjong Priok kwamen vestigingen van het Schiedamse
bedrijf.
Al voor het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog - het bedrijf
bestond nog maar enkele jaren - waren reeds forse
uitbreidingen nodig. Een terrein tussen de Spuihaven en de
Havenstraat leek een goede optie te zijn voor een nieuwe
fabriek. Echter, door de Eerste Wereldoorlog liepen de plannen
vertraging op. Pas in 1919 kwam er schot in en kon de bouw
van het fabriekscomplex beginnen, dat uiteindelijk in 1921
gereed kwam.
Het ontwikkelen van een eigen gassenproductie lag op dat
moment voor de hand omdat de naast de machinefabriek
gelegen Maatschappij Oxygenium in financiële problemen was
geraakt. De oorzaak was de stagnerende productie als gevolg
van de Eerste Wereldoorlog. Hoek voorzag echter dat hierdoor
ontstane moeilijkheden niet langer dan drie maanden zouden
duren. Dit bleek juist te zijn ingeschat.
Niet alleen was Willem Adriaan Hoek een uitvinder en
ondernemer. Ook op sociaal gebied was hij actief. In oktober
1932, tijdens de crisis herdacht hij het 25-jarig bestaan van zijn
fabriek. Hoek nam toen enkele belangrijke beslissingen.
Ten eerste reserveerde hij een deel van de balans voor de
instelling van een - nog steeds bestaand - pensioenfonds.
Ten tweede liet hij voor eigen rekening een tiental
compressoren bouwen om zodoende zijn mensen aan het
werk te houden. En dit in een tijd waarin de woorden 'ontslag'
en 'gedaan' op ieders lippen lag.
Machinefabriek W.A. Hoek, het latere HoekLoos en nu Linde
Gas Benelux hebben de sociale traditie gedurende de volle
honderd jaar in stand weten te houden. Persoonlijk werd Hoek
- in de Tweede Wereldoorlog één van de gijzelaars in
St. Michielsgestel - voorzitter van de Schiedamse afdeling van
het pas opgerichte 'Nederlands Volksherstel', dat zich 'de
zedelijke en stoffelijke verheffing van ons volk' ten doel stelde.
Ook was hij voorzitter van het comité dat een
oorlogsmonument zou oprichten hetgeen uiteindelijk lukte, al
werd het beeld van Pieter Starreveld door het gemeentebestuur
van Schiedam niet geaccepteerd vanwege de aanstootgevende
(en pronte) blootheid ervan. De teleurstelling hierover heeft
Hoek er overigens niet van weerhouden om als uiteindelijk in
Schiedam wortelend bedrijf gedurende een eeuw een actieve
bijdrage te leveren aan ontwikkelingen op tal van terreinen.
133 Musis