liefst drie legioenen zijn gesneuveld. We moeten ons overigens afvragen of dit aantal wel kan kloppen. Ook in verslagen van andere veldslagen in de Middeleeuwen worden soms aantallen genoemd die nooit op de been kunnen zijn gebracht. De essentie is echter duidelijk. De slag bij Vlaardingen moet een bloedbad zonder precedent zijn geweest. Historici zien deze slag wel als een belangrijk keerpunt in de Hollandse geschiedenis. Voor het eerst maakte een graaf in de lage landen zich los van het keizerlijke gezag. Dirk 111 legde hier de kiem voor de autonomie van het latere graafschap Holland. De monnik Alpertus van Metz heeft een bijzonder gedetailleerde beschrijving gegeven van wat er op die zomerse dag van 29 juli gebeurde. Alpertus verbleef vermoedelijk in een Tiels klooster en kende zodoende de verhalen uit de eerste hand. Hij schreef zijn verhaal tussen 1021 en 1023. De berichtgeving van Alpertus is zeer gekleurd. Het is evident dat hij aan de kant van de keizer staat en hij schildert Dirk 111 dan ook af als een rover. Het verslag is dan ook zeker niet een genuanceerd bericht, maar niettemin is het een uiterst belangrijke bron door zijn gedetailleerde beschrijving waardoor we een verrassend helder beeld krijgen van het Vlaardingse landschap en het verloop van de veldslag. Wie de tekst goed leest en analyseert kan ook met interessante hypothesen komen met betrekking tot de vraag waar die beroemde burcht van Dirk III, de oudste burcht van Holland, gelegen zou moeten hebben. In het archeologische tijdschrift Terra Nigra, nummer 164, wordt een uitgebreide analyse over de ligging gegeven. Uit Alpertus' teksten kan worden opgemaakt dat de burcht dicht tegen de nederzetting Vlaardingen aan moet hebben gelegen. Dit lijkt ook te worden bevestigd door de summiere verwijzingen naar de nederzetting bij de burcht. Zo spreekt Alpertus nog van een kleine nederzetting. In 1049 zijn er opnieuw veldslagen en kunnen we lezen dat er bij Rijnsburg en bij Vlaardingen sprake is van zeer sterke burchten. De burcht lijkt in de tussenliggende tijd te zijn uitgebreid en de groei ervan ging schijnbaar nog door. In 1076 wordt Vlaardingen namelijk aangehaald als het 'castrum Flardengis'. In deze periode duidt het begrip castrum vaak op een versterkte nederzetting met daarbinnen een versterking. Maar waar moeten we die burcht van Dirk III dan precies zoeken? Een logische plek zou de zuidoostzijde van de nederzetting zijn. Nog specifieker, net even ten zuidoosten van de toenmalige kerk. Dat zou namelijk een uiterst strategische ligging zijn. Vanuit die positie had graaf Dirk III controle over de Maas. Ideaal om schepen aan te houden en zoals Alpertus dat noemt, om ze te plunderen. Vanuit die plek kon Dirk III ook de ingang tot de haven bewaken. Tevens kon hij zo de nederzetting beschermen als dat mogelijk was. Het enige probleem is dat we geen enkel historisch of archeologisch bewijs kunnen aanvoeren voor deze hypothese. Hoewel, het archeologische onderzoek op de locatie Gat in de Markt heeft aanwijzingen opgeleverd dat het grafveld rond 1000 in zuidelijke richting wordt uitgebreid. Deze uitbreiding zou samen kunnen hangen met een grote ruimtelijke herinrichting rondom de kerk. Zou dat in verband kunnen staan met het opheffen van een stukje begraafplaats elders bij de kerk in verband met de bouw van de burcht? Interessant is verder dat uit de historische bronnen blijkt juist ten zuiden en ten oosten van de kerk percelen hebben gelegen die van oorsprong grafelijk bezit waren. Toeval? De enige manier om de hypothese te toetsen is om de grond in te gaan De kans om de theorie te toetsen lijkt zich op niet al te lange termijn voor te doen. De riolering in de Markt is aan vernieuwing toe. Deze gelegenheid biedt de unieke mogelijkheid om een kijkje te nemen in de kerkheuvel. Maar de bewoners rondom de Markt moeten natuurlijk zo min mogelijk overlast hebben van alle graverijen, zodat een langdurig archeologisch onderzoek rondom de rioleringswerkzaamheden niet wenselijk is. Wel zullen er mogelijkheden zijn voor gerichte kijkacties. Maar dan moet je wel weten op welke plekken je moet kijken. Het is natuurlijk niet te doen om van te voren proefsleuven in de Markt te gaan trekken. Een methode die uitkomst kan bieden, is grondradaronderzoek. Deze techniek wordt al enige decennia toegepast in de archeologie. Tot voor kort hadden toepassingen in de binnenstad weinig succes. Dat had met name te maken door verstoringen die je in de binnenstad overal tegenkomt in de vorm van rioleringen, kabels en leidingen. Deze verstoren het beeld zodanig dat het niet mogelijk is om diep in de bodem te kijken. Dick van der Roest van het bedrijf GroundTracer BV heeft recentelijk de techniek echter zodanig verder ontwikkeld dat hij toch dieper kan kijken. Hierdoor wordt onderzoek in de binnenstad wel zinvol. Vlaardingen is één van de eerste plaatsen waar de aangepaste techniek wordt ingezet. Op 11 januari 2007 was het zover. Een grote storm teisterde Nederland. Dick van der Roest en archeologe Carolien Van Loon werden nog net niet weggeblazen door de storm. Het onheilspellende weer dreef de spanning verder op. De storm weerhield de media er niet van om in groten getale toe te stromen. Door de enorme aandacht lukte het niet om het onderzoek die dag af te ronden. Er volgde daarna nog een tweede onderzoeksdag en nu is het wachten op de resultaten. Archeologie blijft geduldwerk en vooral wachten, veel wachten. Bij het schrijven van dit artikel zijn de resultaten van het grondradaronderzoek nog niet bekend. Zal de beroemde burcht van Dirk III inderdaad gevonden worden? Of zal het een raadsel blijven? Binnenkort zullen we meer weten. Interessant is verder dat uit de historische bronnen blijkt juist ten zuiden en ten oosten van de kerk percelen hebben gelegen die van oorsprong grafelijk bezit waren. Toeval? De enige manier om de hypothese te toetsen is om de grond in te gaan 139 Musis

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Musis | 2007 | | pagina 139