In memoriam Cornells Postma (1921-2007)
Harm Jan Luth
Op 14 maart 2007 is de voormalige gemeentearchivaris
van Vlaardingen, Comelis Postma, in zijn woonplaats Delft op
85-jarige leeftijd overleden.
Over leven en werk van zijn voorganger, de legendarische
gemeentearchivaris M.C. Sigal jr., is veel informatie
voorhanden. Eind 2006 verscheen over hem nog een uitvoerig
biografisch artikel in het Historisch Jaarboek Vlaardingen van
de hand van Harm Jan Luth en Erika Verloop. Over Postma die
toch tien jaar gemeentearchivaris van Vlaardingen was, is
minder bekend, maar ook zijn betekenis voor de Vlaardingse
cultuurhistorie is niet gering.
Toen Sigal in 1953 na maar liefst 34 jaar met pensioen ging,
moest het Vlaardingse gemeentebestuur op zoek naar een
opvolger. Met ingang van 1 oktober 1953 werd de heer C.
Postma, werkzaam bij het Algemeen Rijksarchief in Den Haag,
tot gemeentearchivaris benoemd.
Hij verhuisde van Leidschendam naar de Floris de Vijfdelaan in
de nieuwe Westwijk in Vlaardingen en ging voortvarend te
werk. Al in zijn tweede werkweek schreef hij een brief aan het
College van B&W - dat ging toen nog rechtstreeks - met het
verzoek om de formatie uit te breiden. Hij had grote plannen
om het Archief verder te professionaliseren, dat wil zeggen
ervoor te zorgen dat de belangrijkste archieven door indicering
toegankelijk zouden worden gemaakt voor 'onderzoekingen
van sociale, economische en historische aard, met welke
vraagstelling de historicus van heden zich bezig houdt'.
Postma had helder voor ogen dat er veel meer met archieven
gedaan kon worden dan het tot dan toe gebruikelijke
genealogisch onderzoek.
Hij vond bij het gemeentebestuur gehoor voor zijn verzoek en
kreeg versterking van drie man.
De ontsluiting van de nog vrijwel onontgonnen 19e-eeuwse
bronnen 'met haar aantrekkelijke studie-objecten op sociaal-,
economisch- en politiek terrein' werd gedreven ter hand
genomen. Deze zogeheten nadere toegangen zijn tot op de
dag van vandaag zeer bruikbare instrumenten voor historisch
onderzoek.
Uit de jaarverslagen 1953-1963 van de archiefdienst blijkt dat
er enorm veel werk werd verricht op het gebied van
archiefinventarisatie en -indicering en de beschrijving van de
Topograflsch-Historische Atlas. Een hoeveelheid werk waarvan
Sigal in zijn eentje slechts had kunnen dromen. Het is geen
verrassing dat het gebruik van de archiefschatten in dit tijdperk
zienderogen toenam.
Postma was daarnaast een kundig onderzoeker en publicist.
In de bibliotheek van het Stadsarchief zijn tientallen publicaties
van zijn hand opgenomen. Voor de Vlaardingse
geschiedschrijving zijn vooral van belang: 'Korte geschiedenis
van Vlaardingen' (1958), een biografie van burgemeester Pieter
Karei Drossaart (1960) en 'Het wapen en de zegels van
Vlaardingen' (1966). Landelijk trok hij de aandacht met een
biografie van prins Frederik der Nederlanden (1961) en met
een 5-delige bewerking van Isaac Tirion's 'Holland in vroeger
tijd, 18e-eeuwse beschrijving van steden en dorpen in Noord
en Zuid-Holland' (1962-1964).
in Vlaardingen stond hij in november 1958 aan de wieg van de
archeologische werkgroep Helinium, waarvan hij secretaris
penningmeester werd. Dat hij weliswaar veel over het verleden
schreef, maar er niet in leefde, blijkt onder meer uit zijn
intensieve betrokkenheid bij het werk van de commissie voor
beeldende kunsten, waarvan hij sinds I960 deel uitmaakte.
Samen met voorzitter (apotheker) Dolf Backer, ambtenaar
Maarten Bot en de leden Kortekaas en Van Waalwijk wist hij
tal van tentoonstellingen van bekende kunstenaars in de
Vlaardingse Visbank te organiseren.
Sigal was in 1953 met ruzie weggegaan. Postma trof tien jaar
later hetzelfde lot. Op 31 juli 1963 kopte de krant: 'Archivaris
Postma keert na vele teleurstellingen Vlaardingen de rug toe'.
Met die teleurstellingen werd onder andere gerefereerd aan het
feit dat het Vlaardingse gemeentebestuur Postma had
verboden om in te gaan op het verzoek van de gemeente
Maassluis om ook voor Maassluis archiefwerk te doen.
(De huidige stadsarchivaris van Vlaardingen is sinds 2004 wel
stadsarchivaris van Maassluis!). Ook was Postma aangeslagen
door het feit dat anderen met de eer gingen strijken voor zijn
werk aan een omvangrijke serie artikelen over 150 jaar
Gemeente Vlaardingen. De druppel die de emmer deed
overlopen, was het bericht dat het college - tijdens Postma's
vakantie - zijn manuscript voor een boekje over het nieuwe
stadhuis terzijde legde en aan C. Keizer uit Den Haag opdracht
gaf om een dergelijk boek te schrijven.
Postma, die als historicus en archivaris landelijk goed bekend
stond, werd met ingang van 1 januari 1964 gemeentearchivaris
en conservator van het gemeentemuseum van Zierikzee.
Ruim vier jaar later trad hij aan als chartermeester bij het
Hoogheemraadschap Delfland, wat hij tot zijn pensionering is
gebleven.
Het Vlaardingse Stadsarchief gedenkt met respect deze
voorganger en zet ook zijn werk voort.
165 Musis
Archief Hoogheemraadschap Delfland