Bijna onvermijdelijk dat in zo'n lang lopende discussie over zo'n gevoelige zaak als de herbestemming van de voormalige Monopole- bioscoop aan de Hoogstraat in Schiedam de emotionele ondertonen op den duur de hoofdmelodie gaan vormen. Feitelijk gaat het voor wat de toekomst van dit voormalige theater betreft om een heel eenvoudige keuze: Wat wil het stadsbestuur ermee, cultuur of commercie. En wie dat antwoord moet geven is ook al geen vraag. Het college zelf omdat deze het gebouw indertijd heeft aangekocht met de bedoeling het uit eigen middelen te restaureren om het vervolgens een zware cultuurfunctie te geven in de herontwikkeling van de Hoogstraat. Dat antwoord blijft uit en zo verdwijnen de gesprekken over wat er met het gebouw gebeuren moet zo langzamerhand in de Schiedam-eigen mist van uitspraken over 'streven naar een hoog ambitie-niveau', 'een plaats geven in de culturele economie' en 'het realiseren van een brug tussen marktwerking en cultuur'. Woorden, woorden, woorden waarmee hooguit de Bert van Meggelens van deze samenleving uit de voeten kunnen naast al die anderen die zich dik laten betalen voor een nummertje gewichtigheid op het soort bijeenkomsten dat geen ander resultaat heeft dan het doorsmeren van het perpetuum mobile van de ambtenarij. 'Ik begrijp niet wat het vorige college in 's hemelnaam heeft bewogen om de Monopole aan te kopenliet Menno Siljee zich voor LookTV ontvallen op een moment dat J. W. de Boer er even het zwijgen toe deed. Lariekoek natuurlijk. Het vorige college wilde het gebouw geschikt maken als museumdepot met een grand-café op de begane grond. Toenmalig wethouder van cultuur Ton de Swart zag hierin, behalve een gedeeltelijke oplossing voor de bestaande museale depotproblemen, een impuls voor het meest bedreigde stuk van de Hoogstraat. Bovendien stelde hij dat een grand-café op die prominente plaats een schakel kon vormen tussen de historische havens en het voorplein van het Stedelijk Museum. Een plan dat geheel strookte met genoemde hoge stedelijke ambities, welke echter nooit vanzelf en al zeker niet alleen met woorden kunnen worden verwezenlijkt. Dat het huidige college met deze erfenis van Ton de Swart in haar maag zit - nu gebleken is dat het vestigen van een museumdepot in de voormalige bioscoopzaal technisch en financieel te hoge eisen stelt - is een verhaal dat iedereen begrijpt. En ook dat voor dit probleem een oplossing moet worden gezocht. De aanvankelijke veronderstelling dat de Monopole misschien een onderkomen zou kunnen zijn voor het Filmhuis om vervolgens tot de conclusie te komen dat ook dit tot onaanvaardbaar hoge exploitatielasten zou leiden, maakte dat ook anderen zich met het oude theater op de Hoogstraat gingen bemoeien. Geopperd werd om er appartementen in onder te brengen, er een gewone bioscoop van te maken of het theater te koppelen aan het Museum met een luchtbrug of anderszins. En tussen al die plannenmakers deed ook Amusementshal Fair Play van zich spreken. Zoals in Schiedam overbekend is, had de speelhal een eerdere poging om uit te breiden op het Stadserf zien stranden op het veto van pastoor Vismans van de basiliek aan de overzijde van het plein. De vraag werd nu of de Monopole al dan niet mag worden gegund aan de amusementsondernemer die op enkele tientallen meters verderop een speelhuis exploiteert. Musis 180 Bioscoopzaal Monopole, foto's Jan van der Ploeg

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Musis | 2007 | | pagina 180