Musis 268
Riviere ook van belang. Het lag op de (grafelijke) reisroute
Den Haag - Schiedam - Brielle (zetel van de heren van
Voorne, burggraven van Zeeland) - Zierikzee (het grafelijke
administratiepunt van Zeeland beoosten de Schelde). Maar de
verbinding met het Land van Voorne en Zeeland was niet het
enige strategische voordeel van de ligging.
Ook kon vanuit Schiedam gemakkelijk de Merwede bereikt
worden, zodat Hollands eerste stad Dordrecht snel en
gemakkelijk te bereiken was. Vanuit hier kon dan weer
doorgevaren worden richting Zeeland, of verder zuidwaarts
naar Brabant en Henegouwen.
Voor Aleide was een versterkt huis op reisafstand van Zeeland
en in de buurt van haar bondgenoten, de heren van Voorne,
van belang om haar tegenspelers, de Vlaamse Dampierres, in
Zeeland dwars te zitten. Maar ook de positie binnen Aleides
domeinen in Holland was belangrijk. Haar Hollandse
bezittingen waren voornamelijk geconcentreerd in Schieland
en Delfland: grofweg tussen Delft en Schiedam. Binnen deze
domeinen kon Schiedam zich ontwikkelen tot economisch
centrum en diende de burcht wellicht als administratief
beheerscentrum van de goederen. Opmerkelijk is het dan ook
dat Aleide en haar zoon Floris samen meer klerken in dienst
hadden dan de Hollandse graaf en zodoende over een grotere
kanselarij beschikten. Zoals uit de bovenstaande beschrijving
blijkt was Riviere een kasteel van grote omvang waar naast
verblijfvertrekken en een kapel zeker ook plaats moet zijn
geweest om een rentmeester van de domeinen en klerken te
herbergen.
Na de dood van Floris van Henegouwen in 1297 kwam de
heerlijkheid en burcht toe aan zijn oudste broer Jan. In 1299
werd Jan door de dood van zijn achterneef Jan van Holland
tevens graaf van Holland en Zeeland en werden de stad
Schiedam en huis te Riviere bij de grafelijke domeinen
gevoegd. Pas in 1339 werd het huis te Riviere door graaf
Willem IV in leen uitgegeven aan Dirk van Matenesse; de stad
Schiedam bleef een grafelijk bezit.
De onafhankelijke positie van Schiedam binnen de overige
grafelijke domeinen en administratieve eenheden kwam tot
uiting in de afzonderlijke plaats die het baljuwschap Schiedam
binnen de rekenposten van de rentmeester-generaal innam.
Dirk kwam voort uit een lokaal riddermatig geslacht.
Dit geslacht stamde af van het Rotterdamse adellijke geslacht
Bokel. Een dochter van de stamvader van dit geslacht,
Dirk Bokel, huwde met een niet nader bekende edelman die de
heerlijkheid Matenesse meebracht.
De kinderen uit dit huwelijk bleven zich echter nog lange tijd