en in de Vlaardingse geschiedenis
289 Musis
er niet uit." Uiteindelijk lukte het haar de dieseltanks
aanvaardbare vormen te geven.
De vitrines moesten zeer solide zijn („vandaalbestendig") en
een link leggen tussen heden en verleden van Vlaardingen.
Zo luidde de opdracht. Dike Hof: „In mijn ontwerp zie je de
overgang terug die Vlaardingen maakte van vissershaven naar
de petrochemische industrie." Die relatie wordt op meerdere
manieren gelegd. Zo komen de kleuren grijs van de twee
andere kunstvitrinegroepen overeen met de kleur grijs die de
voormalige Vlaardingse haringloggers hadden.
De loggers waren van hout, Hofs tanks zijn van hoogwaardig
aluminium. Dat wil zeggen: een van de drie groepen vitrines
zijn van datr materiaal gemaakt. De twee overige groepen zijn
uitgevoerd in hout. In - alweer - grijs hout, afgewerkt met glas.
Ook dit ontwerp is weer een verwijzing naar de visserij.
De vormen van de tweede en derde serie zijn gemodelleerd
naar letters en cijfers. Ze heten respectievelijk VL2 en VL3; de
metalen vitrines heeft zij VL1 gedoopt. Dergelijke aanduidingen
werden ook gevoerd door Vlaardingse loggers.
Nog meer Vlaardingse elementen? Jazeker: alledrie hebben de
series een accent in neon; de een in rood, de ander in geel, de
derde in blauw. Bij elkaar de kleuren van de Vlaardingse vlag.
En het neon? „Een verwijzing naar de vluchtigheid van de tijd."
De wieltjes eronder verbeelden de beweging door tijd en
ruimte. „Dan kan je bijvoorbeeld denken aan de schepen die
over de Waterweg varen."
Tel je al hun artistieke eigenschappen bij elkaar op, dan zijn de
vitrines op zich al ware kunstwerkjes.
Maar ze komen pas echt tot hun recht als ze gebruikt worden
voor het doel waarvoor ze werden gemaakt. Dat wil zeggen,
als tentoonstellingsruimte.
Hofs vitrines kun je het beste zien als mobiele museumpjes.
Een bestelauto volstaat om ze op hun bestemming te brengen.
En omdat ze allermaal verschillende vormen en afmetingen
hebben, kun je er de meest uiteenlopende voorwerpen, mits
niet te groot, in exposeren. De enige voorwaarde is, dat die
voorwerpen een relatie met Vlaardingen moeten hebben.
De VLl, VL2 en VL3 uitlenen aan Schiedam ter opluistering van
een jeneverevenement, is er niet bij.
In die lege kastjes past bijna alles wat je maar kunt bedenken.
In het geval van de basisschoolleerlingen was dat geen
probleem. Kinderen hebben een rijke fantasie. Maar meestal
komt het bedenken van onderwerpen op haar eigen schouders
neer. Hoewel de vitrines eigendom zijn van de gemeente
Vlaardingen, is Dike Hof de eerst aangewezene om er nieuwe
exposities mee op poten te zetten. Leuk om te doen, zegt ze,
maar tenstoonstellingen voorbereiden en uitvoeren kost veel
tijd. Er komt een hoop research aan te pas. Soms moet ze haar
eigen werk ervoor opzij zetten.
Intermezzo 2..Dike Hof (1954) geniet vooral bekendheid om
haar beelden. Typerend voor haar stijl zijn fragiele, maar
tegelijk wilskracht uitstralende figuren in brons. In een
introductie op haar werk worden trefwoorden gebruikt als
sereen, poëtisch en aards. Zelf zal ze dergelijke
karakteristieken niet snel gebruiken: ze is iemand van weinig
woorden. Ze lijkt op haar beelden. Een en al verstilde emotie.
Zo rond de Boekenweek stonden de vitrines een tijdje in de
Grote Kerk. Deze expositie was, in navolging van het
boekenfestijn, gewijd aan het thema muziek. Ook werd
gerefereerd aan het Rembrandtjaar. Want Rembrandt is in
Vlaardingen meer dan een naam. Een van de figuren op zijn
beroemdste schilderij was een Vlaardingen Bedoeld wordt
luitenant Willem van Ruytenburch op de Nachtwacht. Hij is de
man in het geel, helemaal op de voorgrond naast kapitein
Cocq, de commandant van de schutters. Onlangs werden bij
archeologische opgravingen de fundamenten van Ruytenburchs
verblijf tegenover het Hof blootgelegd. In de vitrine was een
doopvont uit de zeventiende eeuw te zien die Ruytenburch nog
aan de Grote Kerk heeft geschonken.
Dike Hof kent haar klassieken.
Een stukje Vlaardingse muziekgeschiedenis werd opgehaald
met een boek van schrijver Maarten 't Hart (Maassluizer in hart
en nieren, maar schoolgegaan in Vlaardingen) over Mozart en
een foto van deze componist, die als kind ooit het Van
Peteghemorgel bespeelde. Dat stond toen nog niet in de Grote
Kerk van Vlaardingen, maar in Gent, waar het orgel in Mozarts
jeugd stond.
Op het moment dat dit verhaal tot stand kwam, stond de
complete serie opgesteld in het Hollandiagebouw. Daar werd
werk geëxposeerd dat leerlingen van de Vlaardingse
basisscholen hadden gemaakt in het kader van het Kunstenplan
- zeg maar de kunstzinnige educatie. Meteen werd duidelijk
hoe onbegrensd de mogelijkheden zijn van die metalen, houten
en glazen bakken.
Wil je het piratenleven uitbeelden, dan vul je simpelweg een bak
met fijn wit zand, je stopt een schatkaart half onder het zand,
legt er een zojuist aangespoelde fles-met-een-briefje-erin naast
plus een flard van een zeeroversvlag. Alles bij elkaar vormen die
elementen een overtuigend stilleven. Gaat het over muziek en
dans, kun je de ouwe balletschoentjes van juf Renate
combineren met een glimmende dwarsfluit in de ene vitrine en
een sierlijk gedrapeerde paarse boa in een andere.
De metalen omgeving geeft ieder voorwerp een bijzondee glans.
En de allerkleinste vitrines? Die kun je gebruiken om series
kleipoppetjes te tonen. Of tekeningen of driedimensionale
verbeeldingen van verzonnen dieren. De robofljn, de erwaseend.
Collega-kunstenaar Jan Prins leverde voor de muziektentoon-
stelling enkele geëtste componistenportretten. Een bijzonder
element bij deze mini-expositie: enkele scherven van de mallen
waarin na de oorlog de nieuwe klokken voor het carillon van
de Grote Kerk werden gegoten. De oorspronkelijke klokken
waren door de Duitsers gevorderd en omgesmolten voor de
oorlogsindustrie. „De scherven van de mallen vonden we op de
zolder van het stadhuis."
De tentoonstelling bleef vrijwel onopgemerkt. Dat lag niet aan
het onderwerp, het was een gevolg van het feit dat de Grote
Kerk slecht toegankelijk is voor het publiek. Tijdens een
expositie is gelukkig alleen organist Aad Zoutendijk aanwezig
om de deur te openen en bezoekers te ontvangen.
Tijdens open monumentendag, toen de kerk wél te bezichtigen
was, mochten ook de vitrines zich in een groter publiek
verheugen. Voor die gelegenheid waren ze gevuld met
materiaal dat herinneringen opriep aan het bezoek dat
koningin Juliana en prins Bernhard aan Vlaardingen brachten
op 7 augustus 1950, een evenement waar heel de stad voor