King of Drinks
verschoof van de vraag wie de Igbo-slaven waren, naar de
vraag hoe ze Igbo waren geworden. Die vraag heeft hij in zijn
proefschrift verder uitgewerkt. In 1999 kreeg hij van een vriend
de tip dat de Universiteit van Liverpool een docent zocht voor
Afrikaanse geschiedenis. Dat vak is in Liverpool populairder
dan in Leiden. Dat is te danken aan de publiciteit die Tonny
Blair's Commission for Africa heeft gegenereerd en aan de rol
van Liverpool als aankomsthaven voor Afrikaanse migranten.
Misschien nog wel belangrijker is het Engelse universitaire
systeem. Studenten hoeven bij het volgen van een studie voor
hun eerste graad (bachelor) nog niet aan een specifieke baan
te denken, en dan kan de actualiteit wel eens een handje
helpen bij de keuze van de vakken. Afrika is op het ogenblik
veel in het nieuws en scoort daarom tamelijk hoog. Misschien
helpt Dmitri zelf ook wel een beetje mee, want hij is haast een
seculiere zendeling voor zijn vak, en bemoeit zich met veel
meer dan alleen met de universiteit. Zo was hij in Liverpool
betrokken bij de herinrichting van de African Gallery in het
World Museum Liverpool, en bij de opzet van een museum en
onderzoekscentrum over slavernij.
De ontdekking dat jenever een belangrijke rol had in rituelen
in West-Afrika, was voor Dmitri de aanleiding dat nader te
gaan onderzoeken. Dat onderzoek opende opnieuw een
wereld voor hem. Hij had zich tijdens zijn onderzoek in Nigeria
vaak ongemakkelijk en wat lullig gevoeld, omdat hij het
moeilijk vond de juiste vragen te stellen, en zich steeds
afvroeg waarom hij daar onderzoek deed, en of hij niets beters
en nuttigers te doen had. Het was een ontdekking en een
bijzondere ervaring voor hem dat de mensen in Afrika heel
anders reageerden op zijn jeneveronderzoek. Zij vonden het
juist leuk om met hem te praten over iets dat in zijn
geboortestad zo belangrijk was. Zij begrepen volledig waarom
hij de rol van de jenever in de Afrikaanse rituelen wilde
onderzoeken, want Afrikanen zijn zo nauw verbonden met
hun eigen tradities, dat ze precies aanvoelen waarom iemand
onderzoek doet naar het gebruik in Afrika van een product uit
zijn eigen geboortestad. Ze wilden graag meedoen, en zo werd
het een ontspannen onderzoek.
Uit The King of Drinks blijkt dat rituelen veranderen en zich
geleidelijk en haast ongemerkt aanpassen aan de
veranderingen in hun samenleving, maar dat de waarde en het
belang ervan voor de mensen in wier leven ze een rol spelen,
dezelfde blijven. Dat is ook precies wat ze zo belangrijk maakt,
en dat geldt ook voor de rol van de borrel. Die kwam in de late
18de eeuw voor het eerst vanuit Schiedam naar West-Afrika
en werd in de 19de eeuw nog gebruikt als geld, als
betaalmiddel bij de relatief rijken, en zelfs als bruidschat, want
zonder jenever geen huwelijk. Dat jenever op grote schaal
werd gebruikt om slaven te betalen, noemt Dmitri een
historisch misverstand. Jenever was in die handel
oorspronkelijk een uiterst kleinschalig betaalmiddel, in
tegenstelling tot de in de 18de eeuw op veel grotere schaal
geproduceerde en goedkopere rum. Jenever was (te) duur voor
slaven, rum voldeed ruimschoots. Toen de jenever later in de
19de eeuw goedkoper was, en inderdaad in West-Afrika als
betaalmiddel werd gebruikt, was de slavenhandel verleden tijd.
De grootste hoeveelheden zijn vanuit Schiedam naar West-
Afrika geëxporteerd tussen 1880 en de Eerste Wereldoorlog.
De Schiedamse jenever werd in West-Afrika ook sociaal
gebruikt. Van het eind van de 19de eeuw tot het midden van
de 20ste dronk de Ghanees graag een echte Schiedamse
borrel. Door de accijnzen en de opkomst van het lokale - en
veel goedkopere - gedistilleerd, en de opkomst en populariteit
van minder sterke dranken als bier en coca cola is dat voorbij.
De Henkes Schnapps uit Nederland wordt nu in Ghana alleen
nog ritueel gebruikt. Dat is wel jammer voor fabrikant Bols,
maar heeft de status van jenever in Ghana aanzienlijk
verhoogd.
Plengoffers vormen een belangrijk onderdeel van officiële
gelegenheden. De traditie om het overlijden van een familielid
aan te kondigen door middel van het sturen van een fles
jenever (of twee flessen, en bij een heel belangrijk iemand
zelfs een hele doos), wordt ook door de Ghanese regering
gevolgd. Dit is niet onomstreden, want deze traditie sluit niet
aan bij de gebruiken van de Ghanese moslimbevolking, en in
de populaire Pinkstergemeente zijn ze er ook niet blij mee.
Directeur Guido Beauchez van het Jenever Museum en Dmitri
hebben contact gekregen dankzij Ghanezen in Nederland,
waarmee Dmitri in Nederland in het kader van zijn onderzoek
heeft gewerkt. Het museum had het onderwerp bedacht en
begrepen dat hij hierin bij uitstek deskundig is, en hem daarom
Zij vonden het juist leuk om
met hem te praten over
iets dat in zijn geboortestad zo
belangrijk was.
Zij begrepen volledig waarom
hij de rol van de jenever
In de Afrikaanse rituelen wilde
onderzoeken
benaderd. Hij heeft zijn kennis en de resultaten van zijn
onderzoek ingebracht, en informeert gastconservator Hans van
der Sloot die zich al heel lang met de historische en technische
kant van de jenever in West-Afrika bezighoudt. Dmitri heeft
Hans van der Sloot veel suggesties aan de hand gedaan.
Zijn invloed op de tentoonstelling is inhoudelijk en constant.
Hij is enthousiast over het concept en prijst de kennis en de
aanpak van Hans van der Sloot en Joyce Pincel.
Dmitri van den Bersselaar heeft het resultaat van zijn recente
onderzoek opgeschreven in het boek The King of Drinks, dat
verschijnt in een Engelse en een Nederlandse versie die allebei
worden gepresenteerd bij de opening van de tentoonstelling op
13 oktober in het Jenevermuseum. Bij die gelegenheid zal
ongetwijfeld worden gememoreerd dat dit onderzoek - ook -
te danken is aan de jeneverlucht die een Schiedamse
schooljongen zes jaar lang op zijn school aan het Willem
Dreesplein heeft geroken.
307 Musis