Mooi is
Kor Kegel
Wat is het mooi geworden!
De burgemeester zei het,
wethouders zeiden het.
De theaterdirecteur zei het.
En het ene gemeenteraadslid na
het andere praatte ze na:
"Wat is de Stadsgehoorzaal mooi
geworden!"
De euforie is begrijpelijk en zelfs
terecht, maar dat een uiting van
waardering eindeloos wordt
herhaald, maakt het nog niet
waar. Enige nuancering is op haar
plaats.
De heropening van de Stadsgehoorzaal op woensdag
12 september genereerde meteen veel publiek. Een goed
begin, hoopgevend. Een hoge kraan liet een zangeres in een
mandje afdalen tot boven de verzamelde mensenmassa op de
Schiedamseweg. Danseressen bewogen op bonkende
bastonen die je tot onder het Liesveldviaduct kon horen.
Een performer vroeg de commissaris van de koningin in Zuid-
Holland, Jan Franssen, of deze soms kan regelen dat hare
majesteit een keer komt kijken. Iedereen kon Franssen horen
zeggen dat hij het in zijn oren knoopt en dat koningin Beatrix
van theater houdt, dus... je weet maar nooit. Het paste geheel
in de stemming van die dag. Verwachtingsvol.
Na twee jaar verbouwen gingen de deuren van de
Stadsgehoorzaal weer open en er staat meteen een stevige
programmering, met klinkende namen en relatief onbekend
talent, en met een gevarieerd aanbod van toneel, cabaret,
muziek, dans en opera, want "Vlaardingers hebben een brede
interesse," zei directeur Sandra Bruinsma. Mijnheer en
mevrouw Trommel, die bij de heropening in het zonnetje
werden gezet omdat ze voorheen bijna elk weekend kwamen,
hebben het programmaboekje 2007-2008 al voldoende
doorgenomen om te weten dat ze de Stadsgehoorzaal blijven
frequenteren.
Daarna stoof het publiek naar binnen. Het was mooi.
De grote zaal met zevenhonderd stoelen in een spannende
kleur en vorm heeft een steilere vloer, waardoor de
theaterliefhebbers beter over de voorste rijen heen kunnen
zien - en men heeft meer beenruimte. De kleine zaal heeft een
warme uitstraling met paars en lila, zilver en goud en donker
hout, waardoor het klassieke karakter van de voormalige
Harmonie bewaard is gebleven. Het podium is verdwenen, er
is een vlakke theatervloer en omdat de tribune met
tweehonderd zitplaatsen flexibel kan worden ingeschoven, is
de ruimte in een handomdraai geschikt te maken voor
recepties en feesten.
Het theatercafé is stijlvol doch intiem. De foyers zijn omgeven
door glazen wanden, waardoor het daglicht royaal
binnentreedt. En toch kun je overal iets van de oude
Stadsgehoorzaal herkennen. In de grote zaal zijn dat de
sierlijke vormen van de zaal en het balkon, de gouden lijst en
de ornamenten. En in de foyer op de eerste verdieping zien we
dat de historische voorzijde nu een binnenmuur is geworden,
waar de beelden van Steph Uiterwaal van nabij bestudeerd
kunnen worden. Je kunt zien dat de Amsterdamse architect
Kees Spanjers waar dat kon het oorspronkelijke ontwerp van
Sybold van Ravesteyn (1889-1983) heeft willen respecteren.
"Wat is het mooi geworden!" zei een papegaai. En het publiek
keek de ogen uit.
Maar aan de Schiedamseweg is de historie in een aquarium
gezet. Langs deze entree tot Vlaardingen-Centrum staan
prachtige villa's en architectonische juweeltjes uit de
negentiende eeuw en ook hebben authentieke gevels op het
deel tussen ruwweg de Eendrachtstraat en de Oude Havenbrug
plaatsgemaakt voor detonerende strakheid, er staan nog
panden van allure, waaronder het rijksmonument waarin het
Fonds Schiedam Vlaardingen e.o. is gehuisvest. Pal naast deze
kapitale villa is de Stadsgehoorzaal in een glazen jas gestoken,
zeer eigentijds en dus vloekend met de omgeving.
Het scheelt dat een vorige verbouwing de oorspronkelijke
voorgevel van de Stadsgehoorzaal ook al goeddeels aan het
oog onttrok. Het moet gezegd dat de huidige 'oplossing' fraaier
is dan de vorige. Maar wie de in 1952 gebouwde
Stadsgehoorzaal nog voor zich ziet, kan niet zonder droge
ogen beweren dat wat er nu van gemaakt is móóier is.
Musis 320