as, de persoonlijke missie van Frank Tomeï Dat komt ons soms op kritiek te staan, maar ook vaak op lof. Omdat we het anders doen, en omdat steeds meer mensen begrijpen waarom we het anders doen. In de beginperiode kreeg ik adviezen als: Je moet De Dijk nemen, dan staat meteen het hele Hof vol. Alsof ik dat zelf niet zou begrijpen. Maar het punt is, ik werk met gemeenschapsgeld. Mijn opdracht is een festival te organiseren voor een zo breed mogelijk publiek. Ik ben er niet voor één doelgroep. Ik doe het voor de hele familie. Voor opa en oma, voor pa en ma en voor de kinderen." De afwezigheid van commerciële doeleinden en de brede samenstelling van zijn publiek geven Tomeï de ruimte het programma persoonlijk in te kleuren. Hij ziet de organisatie van het Zomerterras ook inderdaad als een persoonlijke missie, zegt hij. "Ik wil diversiteit aanbieden, niet alleen maar gitaarbandjes. Een band van alleen maar blazers kan ook klinken als een goeie popband. Mijn boodschap is? luister ook eens naar iets anders dan enkel drieakkoordenliedjes." Het vinden van acts die aan dit criterium voldoen is het probleem niet. Tomeï beweegt zich al zo lang hij zich kan heugen tussen muzikanten en artiesten en zijn contacten in die wereld zijn mede dankzij zijn dagelijks werk op het Rotterdamse Conservatorium wijdverbreid. Het punt is meer, dat hij moet opereren op het snijvlak van wat hij zelf interessant vindt, en van wat hij hoopt dat het publiek kan waarderen. Dat betekent: balanceren op een slap koord. "Programmeren is niet gewoon even een act neerzetten. Programmeren is proberen een situatie te begrijpen. In dit geval de situatie Zomerterras. Je moet je inleven in de locatie, je moet je publiek kennen, je moet de randvoorwaarden weten, rekening houden met wat je sponsors willen. Al die dingen op een rijtje krijgen, dat is negentig procent van het werk. Pas daarna maak je je keuzes." Op papier staat er dan een festival. Maar de onzekerheid of het ook publiek gaat trekken, blijft. "Dat weet je nooit. Het blijft in hoge mate zenuwslopend werk." De laatste jaren lijkt die situatie te veranderen. Het festijn geniet inmiddels zoveel populariteit, dat het zichzelf niet meer hoeft te bewijzen. Op warme avonden loopt het terrein hoe dan ook vol. Iedere graad Celsius extra betekent duizend bezoekers erbij, luidt een vuistregel onder de organisatoren. Tomeï: "Het publiek is er al, het enige wat ik nog moet doen is zorgen voor een leuk programma." Leidt dat op den duur niet tot gemakzucht? Tomeï is er niet bang voor. "Ik zou het meteen te horen krijgen als ik gemakkelijke keuzes ging maken." Hoeveel routine hij ook heeft, het blijft elke keer opnieuw zoeken naar een evenwichtig samengesteld programma. Ook de festivalformule zelf heeft het stadium van volmaaktheid nog steeds niet bereikt. Er wordt voortdurend aan gesleuteld. De horizontale programmering staat: vaste onderdelen op vaste tijden geven de bezoeker inzicht en houvast. Iedere avond om zeven uur wordt gestart met een huisband, om negen uur volgt het voorprogramma en om tien uur begint de hoofdact. "Zo kan iedereen zijn moment kiezen". Maar niet ieder programma-onderdeel komt even goed uit de verf, blijkt uit reacties van het publiek. "Je merkt dat een deel van de bezoekers behoefte heeft aan meer intieme momenten. Die mensen willen meer dan alleen maar met z'n allen op een vol veld staan te stampen. Speciaal voor hen hebben we nu ook 351 Musis

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Musis | 2007 | | pagina 351