In Memorlam Toon Stegmann
Reinier Scheeres
Op 30 september overleed op 77 jarige leeftijd Toon Stegmann.
Een markant Schiedammer die er naast een drukke baan als
directeur van een installatiebedrijf een scala aan
nevenactiviteiten op na hield. En ook na zijn pensionering
bleef hij zich als geboren en getogen Schiedammer actief voor
zijn stad inzetten. Niet alleen in officiële bestuursfuncties maar
niet zelden ook als raadgever op de achtergrond. Want Toon
was niet alleen een man met een scherpe blik, maar ook
iemand die zich bij voortduring verdiepte in wat er in zijn stad
om ging. Door zijn brede interesse had hij goed zicht op het
maatschappelijk speelveld en wist hij ogenschijnlijk triviale
zaken vaak in een groter verband te plaatsen. Dat gevoegd bij
zijn jarenlange ervaring maakte hem tot een waardevol
klankbord voor ieder die in Schiedam naar zijn mening vroeg.
En dat gebeurde niet zelden, want Toon was ook een man met
een sprankelende humor, bij wie je je nooit verveelde. Ook niet
als hij wat langer aan het woord was. Toespraken houden kon
hij als de beste en hij bereidde ze ook terdege voor. Tijdens
zijn voorzitterschap van 'Sociëteit de Vrijheid 1945' kwam hij
elke week met een column - terecht werden ze later
gebundeld - waarin hij verslag deed van zijn wedervaren in de
familiekring maar daarmee terloops ook een mening gaf over
actuele vraagstukken. Een mening die er vaak niet om loog.
De naam Toon Stegmann zal altijd verbonden blijven aan de
samenvoeging van de twee Schiedamse ziekenhuizen van
destijds: het rooms katholieke Noletziekenhuis en het
Gemeenteziekenhuis. Een fusie die beide partijen door de
omstandigheden werd opgedrongen maar die ze destijds
allebei liever aan zich voorbij hadden zien gaan.
Tijdens patstellingen die zich regelmatig voordeden in de
onderhandelingen was het vaak Toon Stegmann die als
bestuurder van het Noletziekenhuis weer naar openingen
zocht. Zelf mocht ik in dat spel destijds de gemeente
vertegenwoordigen en als jong en onervaren wethouder was
dat geen sinecure. Maar Toon Stegmann zag kans om zich als
een soort vaderfiguur tegenover je op te stellen zonder dat je
het gevoel kreeg dat de verhoudingen uit balans raakten.
De fusie-onderhandelingen kregen gestalte in een stuurgroep
die bestond uit bestuurders van beide ziekenhuizen. Na afloop
van weer een vergadering van dat gezelschap waarin weinig
vooruitgang was geboekt placht Toon mij tijdens het
aantrekken van zijn jas in te fluisteren: zullen wij binnenkort
samen eens een borrel drinken? En tijdens het onderhoud dat
later die week volgde -meestal laat op de avond en inderdaad
onder het genot van een borrel - legde Toon een groot
invoelingsvermogen aan de dag en getuigde bovendien van
een scherp inzicht in welke horden op dat moment aan
gemeentelijke zijde echt onneembaar waren en waar het
elastiek wellicht nog wat opgerekt kon worden. En zonder zelf
ook maar een millimeter onderhandelingsruimte weg te geven
lichtte hij al filosoferend ook een tipje van de sluier op als het
ging om de vraag op welke argumenten van het Nolet bestuur
ik mijn pijlen de volgende keer het beste kon richten.
De avond eindigde natuurlijk niet met een onderhandelings
resultaat maar vaak toch wel met een duidelijke
'understanding' over welk compromis bij een volgende
vergadering van de stuurgroep een haalbare kaart zou kunnen
zijn. En doorgaans kwam dat er dan in de weken (of maanden)
die volgden ook wel uit. En dan was er weer een klein stapje
gezet op het moeizame fusie-pad dat bij elkaar zeven jaar
zou duren.
Vooral gezondheidszorg, jeugdzorg en maatschappelijke zorg
hebben altijd de bijzondere aandacht van Toon Stegmann
gehad. Naast bestuurder/voorzitter van het Nolet ziekenhuis
en van de Vereniging Nolet, die na de fusie is blijven
voortbestaan, was hij ook voorzitter van het internaat voor
schipperskinderen 'De Uitkijk' - destijds gevestigd aan de
Hoogstraat - en van de daaruit voortgekomen Sint Imelda
Stichting. Een stichting die elders op de wereld projecten
steunt op het gebied van jeugdzorg in ruime zin. Niemand
weet meer precies hoe lang Toon het voorzitterschap van deze
stichtingen bekleedde, maar een jaar of veertig was het zeker
wel. Ook was hij jarenlang bestuurslid van de Bondsspaarbank
Schiedam/Vlaardingen en van de plaatselijke bibliotheek.
De lijst is daarmee niet compleet. Zelden heb ik als
burgemeester met meer genoegen opgetreden dan toen ik
Toon Stegmann in één bijeenkomst zowel een Koninklijke
onderscheiding als de Aleidapenning van de stad mocht
uitreiken.
Maar ondanks al die bijbanen naast een drukke werkkring was
Toon Stegmann geen workaholic. Hij was een bestuurder die
geen dikke stapels vergaderstukken en dossiers nodig had.
Hij nam de feiten tot zich en oordeelde vervolgens vooral op
basis van ervaring, mensenkennis en intuïtie. Dat oordeel was
altijd mild, maar toch wel stellig. Toon wist precies wat hij
wilde en gaf twijfel weinig ruimte. Strijdbaar was hij ook, maar
wel altijd op zoek naar een compromis. Al die eigenschappen
bij elkaar maakten hem tot een solide leidsman en een baken
voor minder ervaren bestuurders.
Naast al die serieuze bezigheden was er bij Toon ook altijd
ruimte voor ontspanning en humor. Niet alleen bij de vele
instellingen waar hij aan verbonden was maar ook bij de
Lionsclub Schiedam en bij Sociëteit de Vrijheid 1945 laat hij
een groot aantal vrienden achter die hem niet licht zullen
vergeten.
359 Musis